Behaarde grasslak

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 217.123.113.225 (overleg) op 4 jun 2015 om 23:20. (→‎Exoot)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Xerotricha apicina
Behaarde grasslak
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Gastropoda
(Slakken of buikpotigen)
Orde:Pulmonata (Longslakken)
Superfamilie:Helicoidea
Familie:Hygromiidae
Geslacht:Xerotricha
soort
Xerotricha apicina
(Lamarck, 1822)
Aanwezigheid in Europa per land
 aanwezig
 geen gegevens
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Xerotricha apicina is een op het land levende longslak uit de familie Hygromiidae.

Naam

De soortnaam werd in 1758 ingevoerd door Jean Baptiste Pierre Antoine de Monet de Lamarck (1744-1829) als Helix apicina.[1] Door andere inzichten in de taxonomie is de soort later in het geslacht Xerotricha geplaatst. Als gevolg van deze naamswijziging worden auteursnaam en datum nu tussen haakjes gezet. De naam apicina heeft mogelijk betrekking op de stekelige haartjes. Apis (latijn) = (honing)bij.

Beschrijving

De schelp

De schelp is breder dan hoog, is aan de bovenzijde licht afgeplat met stompe top en heeft aan de onderzijde een open, ronde navel. Er zijn 4-5 regelmatig in grootte toenemende, convexe windingen die door een diepe sutuur van elkaar gescheiden zijn. De mondopening, wijkt aan de onderzijde naar achteren. De palatale zijde is regelmatig afgerond, de voorlaatste winding steekt betrekkelijk ver de mondopening in. De mondrand is scherp, niet omgeslagen en niet verdikt en is discontinu. Beide uiteinden van de mondrand komen relatief dicht bij elkaar. De sculptuur bestaat uit zwakke en onregelmatige fijne spiraallijnen. De schelp is mat, opaak, wit tot grijsachtig met kleine hoornbruine tot rossige vlekjes langs de sutuur. De mondrand heeft geen afwijkende kleur. Het schelpoppervlak is bezet met korte haren. De columellaire zijde is gebogen en is bij de navel iets verdikt.[2]

Afmetingen van de schelp

  • hoogte: 5 mm.
  • breedte: 9 mm.

Habitat

De slak leeft in vochtige omgevingen, zoals struikgewas en grasland. Ze zijn te vinden onder vochtige dode bladeren.

Huidige verspreiding

Zuid-Europa, mediterraan.

Exoot

In Nederland werd Xerotricha apicina in 2003 gevonden in het oeverland van het Kennemermeer bij IJmuiden aan Zee. Het is onduidelijk of de soort daar op natuurlijke wijze terecht is gekomen of met hulp van de mens. Aangezien de soort een mediterrane verspreiding heeft, de Nederlandse vindplaats geïsoleerd is, en de soort als fossiel nooit in Nederland en Noord-West-Europa is aangetroffen zou dat er op kunnen wijzen dat sprake is van een exoot.

Zie ook

Externe links