Naar inhoud springen

Bleekgele droogbloem

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door JanB46 (overleg | bijdragen) op 27 jun 2019 om 07:53. (aanv. met bron)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
bleekgele droogbloem
Bleekgele droogbloem
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Asteraceae (Composietenfamilie)
Onderfamilie:Asteroideae
Geslachtengroep:Gnaphalieae
Geslacht:Gnaphalium (Droogbloem)
Soort
Gnaphalium luteo-album
Synoniemen

Helichrysum luteoalbum (L.) Rchb. Pseudognaphalium luteoalbum (L.) Hilliard & B.L.Burtt

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
bleekgele droogbloem op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De bleekgele droogbloem (Gnaphalium luteo-album) is een eenjarige plant uit de composietenfamilie.

Beschrijving

Bloeiperiode van juli tot oktober. De polygame bloemen zijn oranje of roodachtig geel en zitten in een bloemhoofdje zonder lintbloemen in afgeronde kluwens aan de top van de hoofd- en zijstengels. De kluwens hebben geen bladeren. Het omwindsel is geelwit, kaal en glanzend. De rechtopstaande of opstijgende stengels zijn wit viltig behaard en zijn onvertakt of met van de voet opstijgende zijtakken. De verspreidstaande bladen hebben een halfstengelomvattende voet. Ze zijn witviltig en hebben een ingerolde rand. De onderste bladeren zijn spatelvormig, de bovenste lijnvormig tot langwerpig.

Standplaatsen

De plant is te vinden op zonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot natte, zandige of stenige, kalkhoudende bodem, vaak op plaatsen die in de winter onder water staan en 's zomers droogvallen, zoals jonge duinpannen of oevers van vijvers en mineraalrijke vennen. Na 1980 in Nederland ook steeds vaker aangetroffen in stedelijke milieus en langs spoorwegen.[1]

Verspreiding

In Nederland is de soort vrij algemeen in Zeeland, de Hollandse duinen, Flevoland en in stedelijke gebieden. In België vrij zeldzaam in Vlaanderen. Het meest in de duinen, het Antwerps havengebied (opgespoten grond) en in het Midden-Limburgse vijvergebied. Elders zeer zeldzaam.

De plant is inheems in Zuidwest- en Zuid-Azië, delen van Afrika en in Europa tot in Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Ingeburgerd in Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.

Namen in andere talen

  • Duits: Gelbliches Ruhrkraut
  • Engels: Weedy cudweed
  • Frans: Gnaphale blanc jaunâtre