Bothriechis nubestris
Bothriechis nubestris | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Bothriechis nubestris Doanet al., 2016 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Bothriechis nubestris op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Bothriechis nubestris is een groefkopadder uit Costa Rica.
Verspreiding
Bothriechis nubestris komt voor in nevelwouden van 2400 tot 3000 meter hoogte in de Cordillera de Talamanca in de Costa Ricaanse provincies San José Cartago en Limón.
Kenmerken
Bothriechis nubestris is een middelgrote, slanke groefkopadder. De lichaamslengte bedraagt circa 78 cm en de grijpstaart is ongeveer 13 cm lang. Deze slang heeft groene rug met zwarte vlekken. Wenkbrauwschubben ontbreken, in tegenstelling tot bij verwanten zoals de wimpergroefkopadder. Bothriechis nubestris is een boombewonende slang.
Wetenschappelijke beschrijving
DNA-analyses en morfologische variatie toonden verschillen tussen populaties van Bothriechis nigroviridis, een soort die voorkomt in de bergketens van Costa Rica en westelijk Panama. Het holotype van Bothriechis nubestris werd al in 1973 verkregen bij San Isidro de El General. In 2016 werd het als zelfstandige soort beschreven, naar aanleiding van nieuwe analyses. De soortnaam nubestris betekent "behorend tot de wolken/nevelen" en verwijst naar het leefgebied van Bothriechis nubestris.
- A cryptic palm-pitviper species (Squamata: Viperidae: Bothriechis) from the Costa Rican highlands, with notes on the variation within B. nigroviridis. TM Doan et al. Zootaxa (2016).