Crotalaria ochroleuca
Uiterlijk
Crotalaria ochroleuca | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
korte beschrijving | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Crotalaria ochroleuca | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Crotalaria ochroleuca op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Crotalaria (Crotolaria ochroleuca) is een eenjarige struik tot 1,5 m hoog. De naam crotolaria is afkomstig van de rammelende zaden in de rijpe peulen. In het Oudgrieks is een κρόταλον (krotalon) een ratel.[1] De plant met gele bloemen van ongeveer 1 cm lengte komt voor in de hooglanden van Oost-Afrika. In symbiose met Rhizobium sp. kan vrij in de atmosfeer voorkomend stikstof worden gebonden. De groeiduur van deze plant is ongeveer 70 dagen van zaaitijd tot aan afrijpen van de zaden. Dit is afhankelijk van de temperatuur, daglengte en regenval.
Gebruik
Blad van deze plant wordt in sommige gevallen als groente gegeten. In Oeganda en Tanzania wordt deze plant soms als groenbemester in de maïscultuur gebruikt.
Literatuurverwijzingen
|
Zie de categorie Crotalaria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.