Dennis Mitchell

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dennis Mitchell
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Dennis Allen Mitchell
Bijnaam The green machine
Geboortedatum 20 februari 1966
Geboorteplaats Havelock (North Carolina)
Nationaliteit Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Lengte 1,75 m
Gewicht 69 kg
Sportieve informatie
Discipline sprint
Trainer/coach Mike Holloway
Eerste titel Pan-Amerikaans juniorenkampioen 400 m 1984
OS 1988, 1992, 1996
Extra Wereldrecordhouder 4 x 100 m 1991-2008; olympisch recordhouder 4 x 100 m 1992-2008
Portaal  Portaalicoon   Atletiek

Dennis Allen Mitchell (Havelock (North Carolina), 20 februari 1966) is een voormalige Amerikaanse sprinter, die met name uitblonk op de estafette. Hij verbeterde viermaal als derde loper het wereldrecord op de 4 x 100 m estafette en werd olympisch kampioen (1992) en tweevoudig wereldkampioen (1991, 1993) op deze afstand. Hij nam driemaal deel aan de Olympische Spelen. Vanwege zijn sprintoutfit kreeg hij de bijnaam the green machine.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste medailles als junior[bewerken | brontekst bewerken]

Mitchell begon op zesjarige leeftijd met hardlopen. Zijn vader was een legersergeant en kon geen babysitter betalen. Zijn eerste medaille behaalde hij in 1984 door op de Pan-Amerikaanse juniorenkampioenschappen een gouden medaille te winnen op de 400 m. Met een tijd van 46,83 s versloeg hij zijn landgenoot Andrew Valmon (zilver; 46,94) en de Canadees Bernard Whyte (brons; 47,20). Dat jaar rondde hij ook zijn studie af aan de Edgewood Regional High School.

In 1988 won Dennis Mitchell op de NCAA-indoorkampioenschappen een gouden medaille op de 200 m. Op de Olympische Spelen van Seoel dat jaar werd hij op de 100 m vierde. Op de 4 x 100 m estafette werd hij gediskwalificeerd, omdat zijn teamgenoot Calvin Smith het stokje niet binnen het wisselvak aan Lee McNeill wist te geven.

Tweemaal binnen een week wereldrecord[bewerken | brontekst bewerken]

Een week voor de wereldkampioenschappen van 1991 verbeterde Mitchell samen met Mike Marsh, Leroy Burrell en Carl Lewis in Zürich het wereldrecord op de 4 x 100 m estafette naar 37,67. Een week later scherpte hij op de WK met het Amerikaanse team, waarin alleen Mike Marsh had plaatsgemaakt voor Andre Cason, deze tijd verder aan naar 37,50. Op de individuele 100 m won hij een bronzen medaille.

Olympisch eremetaal[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn beste prestaties leverde Dennis Mitchell in 1992. Hij begon het jaar met zijn eerste medaille op de 100 m tijdens de Amerikaanse kampioenschappen. Op de Olympische Spelen van Barcelona won hij met zijn teamgenoten Mike Marsh, Leroy Burrell en Carl Lewis een gouden medaille op de 4 x 100 m estafette. In alweer een wereldrecordtijd van 37,40 versloegen ze de estafetteploegen uit Nigeria en Cuba. Individueel won hij op deze Spelen op de 100 m een bronzen medaille achter de Brit Linford Christie (goud) en de Namibiër Frankie Fredericks (zilver).

Vier jaar later, op de Olympische Spelen van Atlanta, viste Mitchell met een vierde plaats op de 100 m net achter de medailles. Op de estafette nam hij echter het zilver mee naar huis, een medaille die hij won samen met zijn teamgenoten Jon Drummond, Tim Harden en Mike Marsh. Het Amerikaans viertal eindigde achter Canada (goud) en voor Brazilië (brons).

Schorsing[bewerken | brontekst bewerken]

In 1998 werd Mitchell voor twee jaar door de IAAF geschorst, omdat zijn testosteron-waardes te hoog waren. Zijn excuus: vijf biertjes en minstens viermaal seks met zijn vrouw werd wel door de Amerikaanse atletiekbond geaccepteerd, maar niet door de IAAF.[1] In 2001 nam hij voor de laatste maal deel aan een groot toernooi, waarbij hij op de wereldkampioenschappen in Edmonton een gouden medaille won op de estafette. Deze medaille werd hem later ontnomen toen bleek, dat teamlid Tim Montgomery bij een dopingzaak betrokken was.

Momenteel werkt Dennis Mitchell als trainer voor onder andere Damu Cherry, Bernard Williams en de Antilliaanse Nederlanders Churandy Martina en Hensley Paulina.

Titels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Olympisch kampioen 4 x 100 m estafette - 1992
  • Wereldkampioen 4 x 100 m estafette - 1991, 1993
  • Amerikaans indoorkampioen 60 m - 1994
  • Amerikaans kampioen 100 m - 1992, 1994, 1996
  • NCAA-kampioen 200 m - 1995
  • NCAA-indoorkampioen 200 m - 1988
  • Pan-Amerikaans juniorenkampioen - 1984

Wereldrecords[bewerken | brontekst bewerken]

4 x 100 m[bewerken | brontekst bewerken]

Tijd (sec.) Datum Plaats 1e loper 2e Loper 3e Loper 4e Loper
37,67 7 augustus 1991 Zürich Mike Marsh Leroy Burrell Dennis Mitchell Carl Lewis
37,50 1 september 1991 Tokio Andre Cason Leroy Burrell Dennis Mitchell Carl Lewis
37,40 8 augustus 1992 Barcelona Mike Marsh Leroy Burrell Dennis Mitchell Carl Lewis
37,40 21 oktober 1993 Stuttgart Jon Drummond Andre Cason Dennis Mitchell Leroy Burrell

Persoonlijke records[bewerken | brontekst bewerken]

Outdoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
100 m 9,91 s 25 augustus 1991 Tokio
200 m 20,09 s 2 juni 1989 Provo
400 m 45,26 s 1986
Indoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
60 m 6,61 s 12 maart 1993 Toronto

Palmares[bewerken | brontekst bewerken]

60 m[bewerken | brontekst bewerken]

100 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1988: 4e OS - 10,04 s
  • 1991: Brons WK - 9,91 s
  • 1992: Goud Grand Prix Finale - 10,09 s
  • 1992: Brons OS - 10,04 s
  • 1993: Brons WK - 9,99 s
  • 1994: Goud Grand Prix Finale - 10,12 s
  • 1994: Goud Goodwill Games - 10,07 s
  • 1995: 7e Grand Prix finale - 10,25 s
  • 1996: 4e OS - 9,99 s
  • 1996: Goud Grand Prix Finale - 9,91 s

200 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1985: 6e World Indoor Games - 21,92 s
  • 1990: Brons Goodwill Games - 20,89 s
  • 1993: 6e Grand Prix Finale - 20,89 s

400 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1984: Goud Pan-Amerikaanse juniorenkamp. - 46,83 s

4 x 100 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1991: Goud WK - 37,50 s
  • 1992: Goud OS - 37,40 s (WR)
  • 1993: Goud WK - 37,48 s
  • 1996: Zilver OS - 38,05 s
  • 2001: DSQ WK - 37,96 s (was goud, maar gediskwalificeerd wegens doping)