Der Herr ist mein getreuer Hirt

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Apdency (overleg | bijdragen) op 3 apr 2018 om 18:57. (sp)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
De Heer als herder

De Heer is mijn trouwe herder ((de) Der Herr ist mein getreuer Hirt) (BWV 112) is een religieuze cantate geschreven door Johann Sebastian Bach.

Achtergrond

Deze cantate is geschreven voor de tweede zondag na Pasen, genoemd de zondag Misericoridias Domini en weerklonk voor het eerst in de Nicolaikirche te Leipzig op 8 april 1731. Aan de basis van deze cantate ligt het koraal Der Herr ist mein getreuer Hirt, hält mich in seiner Hütte (1530) dat Wolfgang Meuslin of Musculus (1497-1563) naar Psalm 23 dichtte. Dit lied werd gezongen op de melodie van Allein Gott in der Höh'sei Ehr (1522). Deze koraalcantate wordt beschouwd als een latere aanvulling van de vijfde cantatejaargang.

Bijbellezingen

  • Petrus 2, 21-25 Want gij waart dwalende als schapen, maar gij hebt u nu gekeerd naar de herder en opziener van uw zielen
  • Johannes 10, 12-16 Ik ben de goede herder, de goede herder zet lijf en ziel in voor zijn schapen

Indeling

  • Koor Der Herr ist mein getreuer Hirt
  • Aria (alt) Zum reinen Wasser er mich weist
  • Recitatief, Arioso (Bas) Und ob ich wandert im finstern Tal
  • Aria (Duet sopraan en tenor) Du bereitest für mir einen Tisch
  • Koraal Gutes und die Barmherzigkeit

Muzikale bezetting

Hoor, hobo d'amore 1 en 2/ viool 1 en 2, altiviool en basso continuo (incl. orgel)

Bibliografie

  • Christoph Wolff, Johann Sebastian Bach, zijn leven, zijn muziek, zijn genie, Bijleveld, Utrecht, 2000. (vertaling van Johann Sebastian Bach, The learned musician, New York, Norton, 2000) (bevat cantatetabellen van de 5 jaargangen zie blz. 295 tot blz. 311)
  • Gert Oost, Aan de hand van Bach. Tekst en uitleg bij een jaargang Bachcantates, Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2006., Utrecht, Bijleveld, 2000, 608 pp.

Zie ook

Externe link