Filips van Orléans (1674-1723)
Filips van Orléans | ||
---|---|---|
1674-1723 | ||
De regent Filips van Orléans, door Jean-Baptiste Santerre
| ||
Hertog van Orléans | ||
Periode | 1701-1723 | |
Voorganger | Filips I | |
Opvolger | Lodewijk | |
Vader | Filips van Frankrijk | |
Moeder | Elisabeth Charlotte van de Palts |
Filips van Orléans, hertog van Orléans, Regent van Frankrijk (Frans: Philippe Charles d'Orléans), beter bekend als de Regent (le Régent) (Saint-Cloud, 2 augustus 1674 - Versailles, 2 december 1723), was als lid van de Franse koninklijke familie de regent van Frankrijk van 1715 tot zijn dood. Zijn regeerperiode, bekend als de Régence, contrasteerde fel met het regime van de vorige koning Lodewijk XIV van Frankrijk, zowel op politiek als op cultureel vlak.
Levensloop
Filips was de zoon van Monsieur Filips van Frankrijk, hertog van Orléans, de broer van Lodewijk XIV, die na het mysterieuze overlijden van Henriëtta Anne van Engeland was hertrouwd met de stoere prinses Elisabeth Charlotte van de Palts (1652-1722). Zolang zijn vader leefde, droeg Filips de titel van hertog van Chartres, na diens dood werd hij hertog van Orléans.
Filips was een "liederlijke losbol", hetgeen hem uit de gunst van Lodewijk XIV plaatste. Hij trouwde op bevel van Lodewijk XIV met Françoise Marie de Bourbon, Mademoiselle de Blois, diens buitenechtelijke dochter, en dus zijn eigen nicht. Zijn dochter Louise Élisabeth huwde met de Spaanse kroonprins Lodewijk.
Filips werd na de dood van Lodewijk XIV (1 september 1715) tot regent benoemd over de 5-jarige Lodewijk XV.
Lodewijk XIV had, hetzij door de intriges van Madame de Maintenon, hetzij omdat hij Filips niet vertrouwde, bij testament een aantal bevoegdheden van de functie van regent weggenomen en die aan zijn bastaardzoon Lodewijk August, hertog van Maine, gegeven. Het getuigt van politieke daadkracht dat Filips meteen - de oude koning was nog niet koud - het Parlement mobiliseerde, het testament van Lodewijk liet verbreken, en de hertog van Maine buitenspel zette. Hiermee begon de Régence.
Meteen organiseerde de regent een politieke slachting onder de ministers. Op 14 september moest de staatssecretaris van Oorlog Voysin vertrekken, de volgende dag mocht de controleur-generaal van Financiën, Nicolas Desmarets, zijn biezen pakken. Vervolgens, 22 september, was het de beurt aan Buitenlandse Zaken, Jean-Baptiste Colbert de Torcy (neef van de grote Colbert). Op 7 november moest Pontchartrain de Marine opgeven[1].
De regent droeg de bevoegdheden van de ministers over aan nieuw ingestelde raden. Daarmee stond hij onder invloed van zijn vriend, Louis de Rouvroy, hertog van Saint-Simon, die er lang voorstander van was om via deze raden de hogere adel opnieuw meer macht te geven.
In ruil voor hun steun gaf de regent weer ruimte aan de parlementen, notoire saboteurs van het absolutistische regeringsmodel en tegenstanders van een efficiënte belastingheffing. Zij kregen opnieuw het remonstrantierecht (het recht te protesteren tegen de koninklijke edicten), dat Lodewijk XIV hen had ontnomen.
Een kort regeerexperiment begon, waarbij de regent een rol gaf aan de nieuwe raden en de parlementen, een schijn van meer inspraak. Maar de raden met de hoge adel en de parlementen met hun ambstadel kwamen slechts op voor hun eigen belang. Bovendien bleken veel edelen weinig belangstelling, laat staan bekwaamheid, te hebben om regeringswerk te verrichten. Het systeem van de raden - bekend als de polysynodie - mislukte en werd snel ongedaan gemaakt door de eerste minister, kardinaal Dubois, die ook korte metten maakte met de carrière van Saint-Simon. Dubois voerde een politiek van vrede en voorspoed, en bevrijdde Frankrijk uit de wurggreep waarin de Europese mogendheden Frankrijk hielden uit vrees voor Lodewijk XIV's ambities.
Kort na zijn aantreden in 1715 hielp Filips John Law aan een belangrijke financiële positie van staatsbankier. Deze Schotse econoom bracht binnen korte tijd de Franse schatkist op orde door het stichten van een Banque Royale, en een Compagnie des Indes, maar ruïneerde in 1720 veel speculanten in de beurs op de Rue Quincampoix met zijn inmiddels waardeloos geworden papiergeld. Om de machtigen te vriend te houden had de regent té vaak de gelddrukpers gebruikt. Het avontuur van Law leverde Frankrijk nieuwe armen en nieuwe rijken op, maar globaal gezien was het positief: vele kleine schuldenaars waren van hun schulden verlost en ook de staatsschuld was gesaneerd.
Het avontuur met de Banque en de Compagnie van John Law wordt gebruikt om kritiek te leveren op de regent, in het kielzog van Saint-Simon. Er werd inderdaad te veel papiergeld in omloop gebracht (1 miljard pond te veel tegenover 2,7 miljard ingeruild tegen goud, zilver en staatspapier), om de koers van de Compagnie des Indes te steunen (in plaats van die koers aan de marktwerking over te laten) en om politieke steun te kopen voor de regent. Het had evenwel niet noodzakelijk tot een crash hoeven te komen, dankzij een plan om het overtollige geld te resorberen, maar een observeerder uit die tijd (Dutot[2]) wijt de ondergang van de Banque aan een "cabale", een lastercampagne, die georganiseerd was door diegenen die het meest vreesden voor een financieel gezond Frankrijk, de houders van gekochte ambten, rechters, magistraten van het Parlement, hoge ambtenaren, belastingsinners, hofadel gelieerd met financiers, die het risico liepen hun ambten te moeten teruggeven aan echte, betaalde ambtenaren, in ruil voor een zakvol papiergeld.
Bij de meerderjarigheid van de koning in 1723 liet Filips een rijk achter in goede staat, herrezen uit de knoeiboel van Lodewijk XIV. Hij liet evenwel ook een zware hypotheek achter: de opnieuw remonstrerende Parlementen zullen vrijwel de hele regering van Lodewijk XV verpesten.
Filips las Rabelais, was een humanist en een tegenstander van de jezuïeten. Hij was een beschermer van het jansenisme, een religieuze stroming die werd tegengewerkt door de katholieke Lodewijk XIV vóór hem en Lodewijk XV na hem.
Filips speelde toneel, componeerde twee opera's en was een begaafd schilder. De regent introduceerde een nieuwe stijl in de binnenhuisarchitectuur, de Régence, te herkennen aan het diamant- en schubmotief. Hij kocht voor de Franse kroonjuwelen een uitzonderlijk mooie en grote diamant die naar hem de Regent werd genoemd.
Ook de stad New Orleans of "Nieuw-Orléans" (La Nouvelle Orléans), gesticht onder zijn regentschap door Franse kolonisten, is naar hem genoemd.
Globaal gezien was zijn kort regentschap een van economische voorspoed, vrede, tolerantie en ontspanning na de onderdrukkende Lodewijk XIV-periode. De kritiek van Saint-Simon, die in zijn beroemde memoires een besluiteloze regent afschildert, is niet echt gefundeerd.
Kinderen
- een dochter, Mademoiselle de Valois (1693-1694)
- Marie Louise Élisabeth (1695-1719), in 1710 gehuwd met Karel van Frankrijk, hertog van Berry, zoon van Le Grand Dauphin
- Louise Adélaïde (1698-1743), Mademoiselle d'Orléans
- Charlotte Aglaë (1700-1761), Mademoiselle de Valois, in 1720 gehuwd met Francesco III d'Este, hertog van Modena en Reggio
- Lodewijk, hertog van Chartres, hertog van Orléans (1723) (1703-1752)
- Louise Élisabeth ( 1709-1742), Mademoiselle de Montpensier, in 1723 gehuwd met Lodewijk I van Spanje
- Philippine Élisabeth (1714-1734), Mademoiselle de Beaujolais
- Louise Diane (1716-1736), Mademoiselle de Chartres, in 1732 gehuwd met Lodewijk Frans van Bourbon, prins van Conti.
Hij verwekte ook bij enkele maîtresses kinderen:
- Charles de Saint-Albin, (1698-1764), bij Florence Pellerin
- Jean Philippe van Orléans (1702-1748), bij Marie Louise le Bel
- Angélique de Froissy (1702-1785), bij Charlotte Desmares
Voorouders
Voorouders van Filips van Orléans | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overgrootouders | Hendrik IV van Frankrijk (1553-1610) ∞ 1600 Maria de' Medici (1575-1642) |
Filips III van Spanje (1578-1621) ∞ 1599 Margaretha van Oostenrijk (1584-1611) |
Frederik V van de Palts (1596-1632) ∞ 1600 Elizabeth Stuart (1596-1662) |
Willem V van Hessen-Kassel (1602-1637) ∞ 1650 Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg (1602-1651) | ||||
Grootouders | Lodewijk XIII van Frankrijk (1553-1610) ∞ 1600 Anna van Oostenrijk (1601-1666) |
Karel I Lodewijk van de Palts (1617-1680) ∞ 1650 Charlotte van Hessen-Kassel ((1627-1686) | ||||||
Ouders | Filips van Frankrijk, Hertog van Orléans (1640-1701) ∞ 1671 Elisabeth Charlotte van de Palts ((1652-1722) | |||||||
'Filips van Orléans (1674-1723) ' |
Literatuur
- Saint-Simon, Mémoires.
- Elisabetta Lurgo, Philippe d'Orléans,frère de Louis XIV, Parijs, Perrin, 2018.