Naar inhoud springen

Gebruiker:Chescargot/Het Nederlandse schaken in de 19e eeuw

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het Nederlandse schaken in de negentiende eeuw was een bezigheid dat zich toendertijd ontwikkelde van een spel gespeeld door enkelen tot een erkende spelsport en daarmee de basis vormde van het moderne schaken zoals het heden in Nederland wordt gekend.

Terwijl in het buitenland reeds grote kampioenen rondliepen en daar de schaaksport al flink in de ontwikkeling was, was het in Nederland in het begin van de negentiende eeuw nog slechts een kunstzinnig spelletje dat voornamelijk door intellectuelen gespeeld werd. Gedurende de negentiende eeuw onderging het echter een groeispurt waarbij het aantal bekende beoefenaars van enkele tientallen tot honderden zou uitgroeien en de schaakverenigingen als paddestoelen uit de grond schoten. Dit leidde tot het ontstaan van de Nederlandse Schaakbond in 1873, een mijlpaal waarmee het schaken in Nederland de status van een erkende spelsport werd bereikt.

In 1803 werd in Nederland het Haagsche Schaakgenootschap de eerste schaakvereniging. Althans, indien de onbevestigde suggestie van een iets oudere vereniging in de stad buiten beschouwing gelaten wordt.

Pas halverwege de negentiende eeuw werden de eerste competities (toernooien) georganiseerd. Terwijl in Engeland in 1851 reeds het eerste internationale schaaktoernooi met de toenmalige groten der aarde gespeeld werd, was de eerste toernooi in Nederland in 1851 op het clubhuis van de toenmalige Amsterdamse schaakvereniging Philidor.

De eerste nationale schaaktoernooi werd in 1858 gehouden.

De eerste internationale schaaktoernooi op Nederlandse bodem werd in 1888 door het VAS in Amsterdam gehouden.[1] Deze werd gewonnen door de Amos Burn, gevolgd door Emanuel Lasker.[2]

Bezoek van Anderssen aan Nederland in 1861

De oprichting van de Nederlandse schaakbond in 1973 en het Nederlandse schaakkampioenschap

1898: Eerste damesschaakwedstrijd.[3]

1899: Eerste (?) Internationale schaakwedstrijd te Amsterdam[4][5]

Vrouwenschaak

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste damesschaakvereniging in Nederland dateert uit 1864, maar valt niet in goede bodem in een tijd waar vrouwenschaak in Nederland door de man verafschuwd werd. De vereniging heeft het niet lang volgehouden. De stof die het deed opwaaien zou echter voorbereidend werk zijn voor de definitieve introductie van het Nederlandse vrouwenschaak enkele decennia later.[6]

In 1895 wordt tijdens het internationale toernooi van Hastings twee damesgroepen naast de mannenvelden geformeerd. Het eerste zuivere International Ladies Chess Congress vindt plaats in Londen in 1897. Dit is wellicht het signaal geweest om in Nederland een nieuwe poging tot het opzetten van vrouwenschaak te doen. Hierin was de weduwe Muller-Thijm uit Zutphen de drijvende kracht. Zij richtte in 1897 in Zutphen de damesschaakvereniging Door Oefening Vooruit (1897-1900) op. [7]

Hotel de Hollandsche Tuin anno 1914, thuisbasis van Door Oefening Vooruit.

De leden van Door Oefening Vooruit kwamen wekelijks bij elkaar bij Muller-Thijm thuis. Muller-Thijm kreeg uitgebreid de gelegenheid in diverse dagbladen en in het bondsblad het damesschaak te propageren. Het was niet zonder effect: alleen al in Zutphen steeg het aantal deelnemers na de publicaties binnen een jaar tijd van tien leden die wekelijks bij Muller-Thijm thuiskomen om zich in het schaakspel te bekwamen naar achttien deelnemers voor een onderling toernooi. Het aantal bleek zo groot dat men genoodzaakt was van Muller-Thijms huis naar het Hotel De Hollandsche Tuin[8] in Zutphen te verhuizen.[9]

Binnen korte tijd ontstaan er ook Damesschaakverenigingen in Utrecht ("Damesschaakvereeniging" (1897 - 1915), met steun van Schaakclub Utrecht[10]), Groningen (onder leiding van Charlotte Koekebakker) en Den Haag.[11][12][13]

In de zomer van 1898 werd in Den Haag de eerste nationale Dames-Schaakwedstrijd in Nederland gehouden. Muller-Thijm werd de winnaar en daarmee Nederlands eerste schaakkampioene. Hendrica Jansen, van de Utrechtse Damesschaakvereniging werd runner-up.[14]

Ter viering van het vijfentwintigjarige bestaan van de Nederlandse schaakbond, werd datzelfde jaar ook een "Kleinen Jubileum-Wedstrijd" gespeeld in De Hollandsche Tuin. Deze werd gewonnen door J.H. Goud, Arnhem, gevolgd door mej. J.A. Willemsen, Zutphen, J.J. Kleinhoonte, Arnhem, B. Snatager, Zutphen en Muller-Thijm. [15]

Nationale Dames-Schaakwedstrijden / Bondswedstrijden voor dames (te verplaatsen naar Nederlandse Schaakkampioenschap (vrouwen)

Nationale dameswedstrijden 1898-1902
Jaar Plaats Goud Zilver Brons Voetnoot
1898 Den Haag Muller-Thijm Jansen C. Koekebakker [16][17][18]
1899 Amsterdam Jansen C. Koekebakker Splinter [19][18]A. Koekebakker en Mevr. Thijm-Muller werden gedeeld 4e en 5e.
1900 Groningen Muller-Thijm C. Koekebakker A. Koekebakker [20][18]Jansen speelt bij de heren
1901 Haarlem Gedeelde eerste drie plaatsen: Splinter, A. en C. Koekebakker [21][18] De Pecker was 4e en Muller-Thijm was 5e.
1902 Rotterdam - - - Geannuleerd[22]Jansen speelt bij de heren. Splinter is naar het buitenland vertrokken.


Evolutie van het schaakspel

[bewerken | brontekst bewerken]

Het schaakspel werd in het begin van de negentiende eeuw in Nederland vooral als spel, kunst en wetenschap beschouwd, waarin het vooral om mooi, edelmoedig, en dapper spel ging. Het competitieve (sport) element bestond nauwelijks. Het was een bezigheid dat vooral onder intellectuelen gespeeld werd en het beheersen van het schaken verzekerde de spelers van een zekere prestige.

Technische ontwikkeling

[bewerken | brontekst bewerken]

Terwijl de schaakstukken in de negentiende eeuw inmiddels de eigenschappen hadden zoals ze bekend zijn in het moderne schaken, stonden veel spelregels toen nog niet vast en veel ideeën die heden tot basiskennis van de schaker behoren bestonden toen nog niet. Misschien het opmerkelijkst was dat de regel dat wit begint toen nog niet bestond: het irrationele idee bestond toen nog dat niet degene die mag beginnen een voordeel heeft, maar degene die met de kleur zwart speelt, ongeacht of dat deze speler de eerste zet had.

Een eerste standaardisatie van de regelgeving werd door Willem Verbeek middels de publicatie... verspreid. Deze regelgeving werd door de meeste schakers in Nederland aangehouden tot de in 1973 opgerichte schaakbond met een nieuwe update kwam.

De eerste schaakklokken

Composities

Correspondentieschaak

Fantasieschaak

Shufflechess.

Het Nederlandse schaken - van een schaakgemeenschap was nog geen sprake - werd bij de intrede van de 19e eeuw aan de hand geleid door de schaakmeester Elias Stein, die met hoofd en schouder boven het Nederlandse schaaklandschap torende.

Tot de allersterkste schakers van het negentiende Nederlandse schaakwereld behoorden de voortijdig overleden Werndly, die in 1958 de eerste nationale schaaktoernooi in Nederland won, Messemaker en Van 't Kruijs. Laatstgenoemde was volgens Anderssen een van tien beste schakers met wie hij ooit gespeeld had.[23] Tegen het eind van de negentiende eeuw zorgde Arnold van Foreest er met zijn spel voor dat Nederland qua niveau definitief bij de internationale schaakwereld aansloot.

Hoewel het spel van de negentiende-eeuwse schaker heden schaak-theoretisch van weinig waarde is, zijn er een aantal aspecten uit die tijd die tot op heden nog relevant zijn in het schaakjargon. Zo is er de Van 't Kruijs-opening, genoemd naar zijn Nederlandse uitvinder.

Sommige ontwikkelingen op Nederlandse bodem zijn onopgemerkt aan de buitenwacht voorbij gegaan. Was er bijvoorbeeld niet de roem van Kieseritzky, dan had de toen reeds door Oliphant ontwikkelde "grooten gambiet" niet het Kieseritzkygambiet moeten heten, maar genoemd moeten worden naar de oudste Nederlandse schaker die de negentiende eeuw heeft voortgebracht.[24]

Enkele Nederlandse schakers uit de negentiende eeuw zijn de volgende;

Schaakverenigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

De sportverenigingscultuur in Nederland is begonnen in de schaakwereld.[25] De oudstbekende schaakvereniging is de reeds langgeleden teloorgegane Haagsche Schaakgenootschap (1803-1808), maar er is tenminste een oudere schaakvereniging die reeds in 1798 was opgericht. Deze was vermoedelijk ook in Den Haag, maar er is verder niet meer bekend dan dat deze zich het 'revolutionaire' doel had gesteld de benaming van schaakstukken te veranderen.[26]

De ontstaansgeschiedenis van het schaakverenigingsleven in de negentiende eeuw was een komen en gaan van schaakverenigingen. Slechts enkele verenigingen, al dan geen fusies, naamsveranderingen, teloorgangen en heroprichtingen ondergaande, hebben de huidige tijd gehaald. Onderstaande een (niet uitputtende) lijst van deze verenigingen. Het zijn schaakverenigingen op Nederlandse bodem die voor 1900 zijn opgericht en/of die heden bestaan met historische wortels die reiken tot (diep) in de negentiende eeuw:

Nederlandse schaakverenigingen met wortels in de negentiende eeuw
Plaats Vereniging Jaren Opmerking
Amsterdam Amsterdamsche Schaakclub 1886-1968
Amsterdam Philidor 1842-1856
Amsterdam Le Bourdonnais 1856-1878
Amstelveen Schaak- en damclub Zukertort Amstelveen 1884-
Leiden Leidsch Schaakgenootschap
Leiden Schaakgezelschap Palamedes 1846-1946 Eerste schaakvereniging in Leiden, in zijn laatste levensjaar de oudste van Nederland.
Rotterdam Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereniging (NRSV)
Amersfoort Schaakgenootschap Amersfoort 1893-
Delft Delftsche Schaakclub
Delft D.S.S.B.C. "Paris"
Hilversum Hilversumsch Schaakgenootschap 1887- Op twee na oudste schaakvereniging van nederland dat heden nog actief is
Utrecht Schaakclub Utrecht 1886-2016
Bolsward Westergoo
Deventer Pallas
Wijk bij Duurstede Sissa
Nijmegen Strijdt met Beleid (SMB)
Groningen Staunton
Vlissingen Schaakclub Vlissingen
Sneek Schaakclub Sneek
Groningen Ludendo Studemus 1863- Laatst heropgericht in 1919.
Leiden Morphy
Kampen Oefening en Ontspanning
Winschoten Schaakclub Van der Linde 1874- Laatst heropgericht in 1929.
Leeuwarden Koninklijke Schaakclub Philidor 1847
Amsterdam Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap (VAS)
Gouda Messemaker 1847
Doesburg Doesborghsche Schaakgenootschap 1873 Op een na oudste schaakvereniging van nederland dat heden nog actief is
Den Haag Discendo Discimus 1852- Oudste schaakvereniging van nederland dat heden nog actief is
Den Haag Haagsche Schaakgenootschap 1803-1808 Oudstbekende schaakvereniging van Nederland

https://caissa-eenhoorn.nl/wordpress/?p=2532

Hoewel deze verenigingen in de meeste gevallen inderdaad kunnen bogen op een lange en rijke geschiedenis, zijn claims van "oudste schaakvereniging van Nederland" of "een van de oudste schaakverenigingen van Nederland" in de meeste gevallen gebaseerd op precies deze historische lijnen, maar ontbreekt de continuïteit. Zich baserend op de continuïteit van de verenigingsnaam en statuten vanaf de datum van eerste oprichting, geeft Scholten in zijn gedegen onderzoek van 1999 kortsluiting over welke huidige verenigingen werkelijk tot de oudste van Nederland gerekend kunnen worden.

Scholten had daarbij op de derde plek Schaakclub Utrecht, die opgericht was op 5 oktober 1886. Deze vereniging was echter in 2016 gefuseerd met Schaakclub Oud Zuylen. De nieuwe vereniging, Oud Zuylen Utrecht, kan weliswaar bogen op een lange historie, maar valt dus niet in de categorie van oudste verenigingen van Nederland. Aangepast naar de situatie anno 2021 is de lijst van onbetwiste oudste nog actieve schaakverenigingen van Nederland als volgt:[27]

  1. Discendo Discimus, Den Haag: 29 december 1852.
  2. Doesborghsche Schaakgenootschap, Doesburg: 11 mei 1873.
  3. Hilversumsch Schaakgenootschap, Hilversum: 28 september 1887.

Tijdschriften

[bewerken | brontekst bewerken]

Een eerste poging tot het maken van een Nederlandse tijdschrift was De Nederlandsche Palamedes in 1847. Hiervan werd echter slechts één nummer uitgegeven.

Sissa schaaktijdschrift (1847-1874) was de eerste Nederlandse schaaktijdschrift die langdurig uitgegeven werd en wel hoofdzakelijk door een man, de oprichter, hoofdredacteur Willem Verbeek. Het tijdschrift werd in zijn laatste jaar de eerste orgaan van de Nederlandse schaakbond. Sissa is heden de primaire bron bij uitstek over het schaken in het negentiende-eeuwse Nederland.

Na Sissa volgden met tussenpozen De Schaakwereld (1875) met als hoofdredacteur Van der Linde en Morphy (1885-1887), onder redactie van Joost Pinedo Jr. Na jarenlange problemen omtrent het bondsorgaan kwam in 1993 het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond uit. Dit tijdschrift, ondanks enkele naamsveranderingen, bestaat nog altijd.

Schaakliteratuur

[bewerken | brontekst bewerken]

's Werelds oudste schaakgerelateerde foto(-serie) dateert van de 1840er jaren en is gemaakt door de Britse fotograaf Henry Fox Talbot.[28]

De oudst bekende schaakgerelateerde foto's van Nederlandse bodem volgen een kleine twee decennia later:

Categorie:Schaken