Gebruiker:Phacelias/aantekeningen16

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gastraea van Ernst Haeckel [1]. Volgens Haeckel is dit de Primordiale groef en archigastrula van Gastrophysema, een spons.[2]

De Gastraea-theorie is een theorie van Ernst Haeckel (1834-1919) uit 1874, waarin hij de hypothese formuleert over het bestaan van een primitief dier, of een fossiel daarvan, dat alle kenmerken gehad zou moeten hebben van een gastrula. Deze gastrula zou ontstaan zijn uit de instulping van de blastula, met vorming van twee kiembladen, waarna zich een porie vormt die de mond en anus zal vormen. Dit dier zou de laatste universele voorouder zijn geweest van alle Metazoa. Het is een poging tot fylogenetische interpretatie betreffende de homologie van de kiembladen.[1]

Onderzoek[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens Haeckel was de Gastraea een holle celzak bestaande uit cellen, vergelijkbaar met een stadium van de gastrula, met een enkele porie die diende als mond en anus. De Gastraea had twee lagen cellen: het ectoderm, dat het buitenoppervlak bekleedde, en het endoderm, dat de binnenholte bekleedde. Haeckel stelde dat de Gastraea de gemeenschappelijke voorouder van alle dieren was, en dat de verschillende stammen zich hadden gedifferentieerd als gevolg van modificaties van de twee cellagen. Deze opvatting kwam voort uit wat later de Wet van Haeckel genoemd werd, ook wel de recapitulatietheorie. Zijn theorie was gebaseerd op zijn eigen onderzoek naar kalksponzen en andere dierlijke embryo’s.[3] De observatie dat de porie zich vormt vanuit de binnenruimte en niet, zoals bij de authentieke gastrula van hogere dieren, door het invouwen via de blastopore van het ectoderm, werd toen niet als probleem gezien. Onderzoek van 2005 en later toont aan dat bepaalde sponzen waar Haeckel mee werkte, toch via een kleine instulping de dubbele laag cellen konden vormen.[4] De cellen in de binnenste laag van de larven van deze kalksponzen differentiëren zich in choanocyten (kraagcellen) en bezitten zweepstaartjes.[4]

Erkenning[bewerken | brontekst bewerken]

Door de vele ontdekkingen op het gebied van de embryologie die vervolgens gedaan werden, is de theorie terzijde geschoven, ook al werd hij toentertijd door verschillende wetenschappers met interesse opgemerkt.[5][6] Haeckels Gastraea-theorie wordt dan ook niet langer geaccepteerd door de moderne wetenschap, omdat deze gebaseerd geweest zou zijn op onjuiste aannames en een al te vereenvoudigde visie op evolutie. Onderzoek toont echter aan dat sponzen een gastrula-achtige embryonale ontwikkeling hebben, een stadium dat de voorouder geweest zou kunnen zijn van alle Eumetazoa.[7][8] De Gastraea zelf is nooit gevonden, niet als levend organisme, noch als fossiel.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]