Gebruiker:SvenDK/Zandbak3

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Deze zandbak wordt gebruikt om de sectie taal uit het artikel Brussels Hoofdstedelijk Gewest recht te trekken. Alle opmerkingen zijn welkom

Taal[bewerken | brontekst bewerken]

Het beschrijven van de taalsituatie is een heel delicaat onderwerp. Deze sectie werd volledig herschreven om een zo correct en neutraal mogelijk overzicht te geven. Toevoegingen en weglatingen dienen met de grootste omzichtigheid te gebeuren, altijd begeleid te worden van geloofwaardige referenties en aangevuld worden met nuanceringen, zeker als er cijfers vermeld worden.

Taalgebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Het taalgebruik dient opgedeeld te worden in wettelijk geregeld en feitelijk gebruik.

Wettelijke bepalingen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sinds de taalwet van 1932 is Brussel tweetalig. Dit geldt ook voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest dat pas in 1988 werd gedefiniëerd.
  • Brusselse overheden die op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevoegdheden uitoefenen, moeten altijd zo georganiseerd zijn dat hij Franstaligen en Nederlandstaligen vlot moet kunnen helpen in hun eigen taal. In bepaalde Brusselse diensten wordt van de personeelsleden verwacht dat ze tweetalig zijn. <rev name="taalwet Bestuurszaken">Taalwet Bestuurszaken van 1966</rev>. Uitzondering hierop zijn de diensten van de VGC en de COCOF omdat deze diensten zich specifiek naar 1 taalgroep richten.
  • De taalwet Bestuurszaken is van toepassing in de Brusselse openbare ziekenhuizen maar niet in de privéziekenhuizen. Er bestaat één uitzondering op die regel. De spoeddiensten, ook die van de privéziekenhuizen, zijn altijd onderworpen aan de taalwetgeving en moeten dus een tweetalige dienstverlening garanderen.
  • Volgens artikel 36, §1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, vallen de autonome overheidsbedrijven en hun dochterondernemingen onder het toepassingsgebied van de taalwet Bestuurszaken. (vb. De Post, Belgacom en Proximus)

Feitelijk gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Naast de twee officiële talen worden er in Brussel anno 2007 vele tientallen andere talen in private kring en op beperkte sociale basis gebruikt: o.a. Engels, Spaans, Duits, Turks, Arabisch, Berber, Italiaans, Portugees, Vietnamees, Mandarijns, Japans, Pools, Russisch

Taalkundige evoluties[bewerken | brontekst bewerken]

  • In de periode dat het graafschap Brussel op gaat in het Hertogdom Brabant (10e eeuw) wordt over het gehele hertogdom, met uitzondering van het van de abdij van Nijvel, Oudnederlands gesproken. Tijdens de middennederlandse taalperiode wordt, op het grondgebied waar nu het Brussels Hoofdsteleijk Gewest ligt, een Diets dialect Zuid-Brabants(deel van de dialectengroep Brabants) gesproken.
  • De machtsovername van de Bourgondiërs begin 15e eeuw had geen enkel taalkundige impact op het centraal administrative niveau dat direct contact had met de vorst en zijn edellieden. Systematisch historisch onderzoek van officiële documenten van voor 1500 toont aan dat in deze periode geen verfransing plaats had. [1]
  • Onder de Habsburgers werd aan het hof courant Frans, Spaans en Italiaans gebruikt. In die periode waren er in alle steden verfransende invloeden (bv. Gent, Antwerpen), maar de Brusselse instellingen gebruiken nog steeds het Nederlands. [2]
  • Onder het gezag van Spanje en na de afscheiding van de Noordelijke Nederlanden in 1585 is er een verdere verfransing bij de edelen en de hoge ambtenaren doch in mindere mate dan aan de andere hoven in Europa. Tot en met de 18e eeuw en inclusief de periode van de Franse bezetting 1795-1815 verloopt de plaatselijke administratie in Brussel in het Nederlands.[3] Documenten opgesteld door het Franse bestuur zijn voornamelijk in het Frans en zorgen voor een verfransing van administratie en gerecht in het gehele huidige Belgishe grondgebied.
  • In de Hollandse periode 1815-1830 ging de verfransing terug achteruit doordat Willem I het Nederlands als officiële taal oplegde. In die periode kende Brussel echter een instroom van Franse bannelingen die op vlucht waren voor de Bourbons.[4]
  • Na de onafhankelijkheid van België verfranst Brussel sneller dan de andere steden omdat het eentalig-Frans Belgische staatsapparaat in Brussel gevestigd was.[5]
  • Bij de taalwet van 1932 (honderd jaar na de onafhankelijkheid) worden drie taalgebieden opgesteld Vlaanderen, Wallonië en het tweetalige Brussel.[5]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Officiële website van de taalwetwijzer



ORIGINEEL OP DATUM VAN 24/10/2007[bewerken | brontekst bewerken]

Taal[bewerken | brontekst bewerken]

Taalgebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Het gewest heeft het Nederlands en het Frans als officiële talen. Vrijwel alle officiële (bestuur, politie, gerecht, straatnaambordjes, ...) en semi-officiële zaken en instellingen (MIVB, De Post, grote winkelketens ...) zijn tweetalig. Ook de meeste andere aanduidingen en tekstjes zijn in de twee talen te vinden. Frans is de "lingua franca", hoewel Franstalige moedertaalsprekers geen meerderheid vormen (maar wel de grootste groep zijn). Toch is de voertaal op straat veelal het Frans, in overeenstemming met de indeling van de bevolking: 80 tot 90 procent heeft Frans als eerste taal, 20 tot 10 procent Nederlands, afhankelijk van de bron en de gebruikte maatstaven.

Zulke percentages geven echter niet altijd een duidelijk beeld. Veel inwoners die Frans als eerste taal opgeven spreken ook Nederlands, al dan niet op moedertaalniveau. Dit kunnen (veelal oudere) inwoners zijn die zowel Nederlands, Frans als het Brusselse dialect spreken, maar ook mensen die in het Frans opgevoed zijn en naar een Nederlandstalige school gegaan zijn. Het is de laatste jaren een trend dat Franstalige ouders hun kinderen naar een Nederlandstalige school sturen, omdat ze op die manier meer kansen zouden hebben, en omdat de kwaliteit van het Franstalige onderwijs in Brussel veel te wensen overlaat. Veel Franstalige Brusselaars spreken ook Nederlands uit commerciële overwegingen: in de stad werken immers 200.000 tot 300.000 Vlaamse of andere Nederlandstalige forenzen.

In het gemeentebestuur van elk van de 19 gemeenten van het gewest zit gewoonlijk een Nederlandstalige schepen, die soms bevoegd is voor alle Nederlandstalige aangelegenheden. Gemeentelijke ambtenaren die in contact staan met het publiek (loketbedienden bv.) zouden tweetalig moeten zijn. In praktijk bevestigen officiële aporten dat er grote aantallen ééntalige (in praktijk vooral Franstalige) ambtenaren in dienst zijn. De meeste burgemeesters zijn min of meer tweetalig, met als boegbeeld Freddy Thielemans, de burgemeester van Brussel-stad.

Af en toe zijn er incidenten tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Zo was er in de jaren 60 en 70 de Schaarbeekse burgemeester Roger Nols, die verschillende maatregelen nam om Nederlandstaligen quasi weg te pesten. Het beste voorbeeld hiervan is de lokettenkwestie: Roger Nols zorgde ervoor dat er nog slechts één loket voor Nederlandstaligen was in het gemeentehuis, hoewel een Nederlandstalige aan elk loket in het Nederlands terecht zou moeten kunnen. Door het aantal inwoners van Schaarbeek, het hoogste na dat van Brussel-Stad, was er nood aan meer loketten voor Nederlandstaligen.

Vandaag zijn er al heel wat minder dergelijke spanningen in Brussel. De taalproblemen verplaatsten zich veeleer naar de Vlaamse Rand rond Brussel, waar zich veel Franstalige Brusselaars hebben gevestigd. In sommige gemeenten zijn ze zelfs een grote meerderheid, wat een tegenstelling vormt met het feit dat die gemeenten tot Vlaanderen behoren en dus formeel Nederlandstalig zijn. Zie ook Brussel-Halle-Vilvoorde.

Taalkundige evoluties[bewerken | brontekst bewerken]

De oorspronkelijke taal van Brussel, een lokaal Brabants dialect, behoort tot de voorlopers van het hedendaagse Nederlands. In praktijk was dat, zoals overal in Europa, een dialect. Standaardtalen als dusdanig bestonden toen nog nauwelijks. Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelden het Frans en het Nederlands als officiële talen, maar veruit iedereen (zowel inwoners, forenzen, buitenlanders, als de toevallige bezoeker) is geneigd het Frans als aanspreektaal te kiezen. Deze beleefdheidsconventie is natuurlijk geen maat voor de ware taalverhoudingen.

Evolutie van de verhouding Nederlands versus Frans in het Gewest Brussel tussen 1846 en 2007. Gebaseerd op de cijfers van de officiële talentellingen en de resultaten van de gewestelijke, gemeentelijke en nationale verkiezingsuitslagen

Het 'Brussels' is een van de Brabantse dialecten. Voor de Franse bezettingen en de Belgische onafhankelijkheid werd Frans enkel gebruikt door de hogere adel en hun huispersoneel, en in de betrekkingen met de naburige Franstalige regio's zoals de streek rond Nijvel, Henegouwen en Namen. Tijdens de Franse bezettingen werd het Frans hardhandig opgelegd als bestuurstaal. Bij de Belgische onafhankelijkheid was de lokale Brusselse bevolking nog voor meer dan 90% Nederlandstalig. Het aantal Franstaligen nam tijdens de 19de eeuw toe door de inwijking van Franse vluchtelingen en het aantrekken van Waalse ambtenaren voor de centrale administratie van de nieuwe staat. De nieuwe staat koos immers voor de taal van een zeer beperkte groep stemgerechtigden, de uitsluitend Franstalige adel, hogere burgerij en hogere clerus. Het Nederlands, de taal van de meerderheid van de Belgen, werd echter hardnekkig geweerd.

Tijdens de vernederlandsing van Vlaamse steden zoals Gent kozen verschillende verfranste Vlamingen liever om naar Brussel te verhuizen en daar te werken dan om zich aan de nieuwe taalverhouding aan te passen. Zo zorgde de vernederlandsing van Vlaanderen voor een verdere verfransing van Brussel.

Anno 2007 gebruiken de meeste mensen in Brussel -inwoners, forenzen, buitenlanders, en toevallige bezoekers- zoals gezegd het Frans als aanspreektaal. Dat wordt verklaard door de sterke numerieke dominantie van de Franstaligen in Brussel, door het internationale karakter van het Frans, door de lagere meertaligheid van vele Franstaligen en door de onverdraagzaamheid van sommigen onder hen tegenover het Nederlands en de Vlamingen. Veel Nederlandstalige bezoekers zien het echter als een probleem dat men in hun ogen moeilijk met het Nederlands in Brussel terecht kan.

Naast de twee officiële talen worden er in Brussel vele tientallen andere talen in private kring en op beperkte sociale basis gebruikt: Engels, Spaans, Turks, Arabisch, Berber, Italiaans, enzovoort.