Gebruiker:Zomerklokje/Proef5

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In Orvieto schilderde Gentile een fresco van een Madonna met kind in de kathedraal.(ref name="treccani" /)

Na opdrachten in Siena (Madonna dei notai, 1425, verloren gegaan) en in Orvieto, waar hij een fresco van Madonna met kind schilderde in de kathedraal, verhuisde hij in 1427 op uitnodiging van paus Martinus V definitief naar Rome. Daar schilderde hij fresco's met de geschiedenis van Johannes de Doper in de kerk S. Giovanni in Laterano, die verloren zijn gegaan bij de bouw van ... .(ref name="treccani" /)

Andere bronnen:


Aanbidding door de wijzen:

Externe links ==



Gentile da Fabriano
Detail van De aanbidding der wijzen (1423), Uffizi, Florence
Persoonsgegevens
Volledige naam Gentile di Niccolò di Giovanni di Massi
Geboorte
Datum ca. 1370-1375
Plaats in of nabij Fabriano
Overlijden
Datum tussen 1 augustus en 14 oktober 1427
Plaats Rome
Graf Santa Maria Nuova of Santa Maria in Trastevere (?)
Levensloop
Woonplaats Fabriano
Milaan/Pavia (ca. 1390-1402)
Venetië (ca. 1402-1414)
Brescia (1414-1419)
Florence (1420-1425)
Rome (1426-1427)
Beroep kunstschilder
Opdrachtgevers Chiavello Chiavelli (Fabriano)
Palla Strozzi (Florence)
In dienst van Gian Galeazzo Visconti (?) (Milaan)
Pandolfo Malatesta (Brescia)
paus Martinus V (Rome)
Artistieke carrière
Jaren actief ca. 1390-1427
Stijl gotiek, vroegrenaissance
Genres altaarstuk, fresco
Invloed op Jacopo Bellini
Pisanello
Bekende werken De aanbidding der wijzen
Quaratesi-retabel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Gentile da Fabriano (in of nabij Fabriano, ca. 1370/1375 – Rome, 1427) was een Italiaanse kunstschilder. Hij was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Italiaanse tak van de Internationale gotiek. In zijn latere werken combineerde hij deze stijl met de eigentijdse Florentijnse experimenten met perspectief en clair-obscur. Zijn werk, evenals dat van zijn leerling Pisanello, staat daarmee op de grens van gotiek en vroegrenaissance. Zijn hoofdwerk is het altaarstuk met De aanbidding der wijzen dat hij in 1423 voor de bankier Palla Strozzi schilderde. Daarbij moet worden aangetekend dat hij in zijn eigen tijd vooral geprezen werd om zijn frescocycli die grotendeels verloren zijn gegaan.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd en afkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Gentile da Fabriano, Madonna met de heiligen Nicolaas van Bari, Catharina van Alexandrië en een stichter, ca. 1395-1400, tempera op paneel, 131 × 113 cm, Gemäldegalerie, Berlijn

De geboortedatum van Gentile da Fabriano is onbekend, maar wordt meestal rond 1375 gesitueerd. [De schattingen lopen uiteen van 1360 tot 1375 – eventueel iets eerder, maar in elk geval na circa 1360, aangezien zijn grootvader in 1397 nog in leven was.]

Op 21 november 1422 werd Gentile da Fabriano ingeschreven bij het Florentijnse gilde van artsen en apothekers (Arte dei Medici e Speziali), waarvan ook de kunstenaars lid waren, onder de naam "magister Gentilis Nicolai Johannis Massi de Fabriani, pictor, habitator Florentie in populo Sancte Trinitatis". Hieruit blijkt dat hij en zijn familie inderdaad afkomstig waren uit Fabriano in de regio Marche en dat zijn vader Niccolò, zijn grootvader Giovanni en zijn overgrootvader Massio heetten. Deze personen zijn uit de bronnen bekend.

Zijn overgrootvader heette voluit Mascio di Venutolo en was een wever van guarnello, een traditionele stof die werd gebruikt voor de kleding van de boeren om de velden te bewerken.

Giovanni, Gentiles grootvader, was in 1371, 1383 en 1390 prior van de Broederschap van S. Maria del Mercato, en hij was sindaco/overste van het Sint-Catharinaklooster in Castelvecchio. Dit was gesticht door Silvestrijnse monniken en werd later overgedragen aan de Olivetanen. Hij was in 1397 nog actief/in leven.

Niccolò, Gentiles vader, was prior van de broederschap in 1382 (Sassi, 1923-24, pp. 22, 26) en acht jaar later (16 januari 1390) was hij betrokken bij een kwestie mbt het Sint-Catharinaklooster in Castelvecchio. Niccolò was in mei 1399 de afgezant van de kloosters in Fabriano op het generaal kapittel (capitolo generale) in Monteoliveto.

Op basis van de schaarse gegevens over zijn leven kan zijn jeugd en opleiding enigszins gereconstrueerd worden.

Een belangrijk voorbeeld voor de jonge Gentile da Fabriano was het werk van zijn stadgenoot Allegretto Nuzi. Deze was opgeleid in de beeldtaal van Ambrogio Lorenzetti. Nuzi had de nieuwe artistieke ontwikkelingen die plaatsvonden aan de diverse hoven, zoals dat van Venetië, geïntroduceerd in zijn geboortestad. / Dankzij Nuzi konden de lokale kunstenaars kennismaken met de nieuwste artistieke ontwikkelingen aan de diverse hoven, zoals dat van Venetië. In hoeverre Gentile hem persoonlijk heeft meegemaakt is onbekend vanwege de onzekerheid over Gentiles geboortejaar. De oude hypothese dat hij zijn leerling was, lijkt echter onwaarschijnlijk, omdat Allegretto Nuzi waarschijnlijk al in 1373 was overleden.

Lombardije[bewerken | brontekst bewerken]

Uit de vroegste werken die aan hem worden toegeschreven, valt af te leiden dat hij als schilder, goudsmid en miniaturist werd opgeleid in de traditie van de Lombardische meesters, zoals Giovannino de' Grassi, Michelino da Besozzo en Giovanni di Benedetto da Como. Er is ook invloed te herkennen van de toenmalige Franse en Siënese kunst, evenals de Lombardische miniaturisten die eind 14e eeuw verschillende manuscripten van de Tacuinum sanitatis illumineerden, waaronder dat in Wenen. (Zie: Madonna en heiligen, 1390-95, Berlijn, Staatliche Museen ; Retabel van Valle Romita, rond 1400, (Milaan, Pinacoteca di Brera)

Een van de vroegste werken die aan Gentile da Fabriano wordt toegeschreven, is een Madonna met heiligen, een paneelschilderij dat wordt bewaard in de Gemäldegalerie in Berlijn. De stichter wordt vergezeld door de heilige Nicolaas van Bari en heet daarom waarschijnlijk Niccolò. Sommige kunsthistorici speculeren dat het om Gentiles vader gaat en dat het altaarstuk is gemaakt ter gelegenheid van de intreding van Niccolò in het klooster van... in 1395. Hiervoor bestaat echter geen bewijs.

Een ander paneel, een Madonna met de heiligen Franciscus en Clara (nu in Pavia), wordt nog iets eerder gedateerd. [...]

Venetië[bewerken | brontekst bewerken]

Uit de periode 1400-1410 zijn enkele fragmenten van altaarstukken bewaard gebleven, onder andere het middendeel met een Madonna met musicerende engelen van een retabel voor de San Domenico-kerk in Perugia en een iconografisch gelijksoortig paneel dat in New York wordt bewaard. Het New Yorkse paneel, dat waarschijnlijk eveneens het middendeel was van een retabel, is zo geavanceerd dat het vroeger in Gentiles Florentijnse periode (na 1420) werd geplaatst, maar het staat nu vast dat het minstens tien jaar eerder in Venetië is ontstaan, mogelijk onder invloed van Michelino da Besozzo. De Madonna is in verband gebracht met een altaarstuk dat Gentile maakte voor de kapel die in 1406 was gesticht door Francesco Sandei in Santa Sofia-kerk in Venetië. Hiervan zijn in elk geval twee zijpanelen bewaard gebleven met apostelen.[1] Verder is er nog een fragment van een Madonna in Ferrara.

Een belangrijk werk dat grotendeels (maar niet meer in originele staat) bewaard is gebleven, is het altaarstuk voor de Franciscaanse hermitage van Valle Romita, niet ver van Fabriano. Hij maakte het voor Chiavello Chiavelli, een heer uit Fabriano die nauwe banden had met Venetië en in 1405 de hermitage van Valle Romita kocht. Mogelijk heeft Gentile met dit werk zijn naam gevestigd en opdrachten van Venetiaanse opdrachtgevers in de wacht gesleept. Omdat Chiavelli in 1412 overleed wordt het altaarstuk meestal gedateerd tussen 1405 en 1412. De kunsthistorici verschillen van mening over de vraag of Gentile het werk in Fabriano schilderde of in Venetië. Ook hier is de invloed bespeurbaar van Michelino da Besozzo die op dat moment in Venetië verbleef, en ook van het werk van Paolo Veneziano, een belangrijke 14e-eeuwse Venetiaanse schilder. (it:Polittico di Valle Romita)

Het staat vast dat Gentile in elk geval vanaf 1408 in Venetië actief was. Uit dat jaar stamt het vroegste document waarin hij als kunstenaar wordt vermeld. Volgens het document van 27 juli 1408 betaalde Francesco Amadi, een Venetiaanse verzamelaar, voor een paneel "de depinzer Maistro Zentil" de som van 27 lire en 10 lirecent, bijna het dubbele van wat hij Nicolò di Pietro bood voor een ander retabel (ancona, "icoon").

Naast het document uit 1408 zijn er indirecte aanwijzingen dat Gentile in Venetië heeft gewoond. Sansovino vermeldt dat hij was ingeschreven in de Broederschap van kooplieden in Venetië, dat hij in de parochie van Santa Sofia woonde en dat hij voor die kerk "de altaarstukken van San Paolo Primo Heremita en van Sint-Antonius schilderde". Marcantonio Michiel, een Venetiaanse edelman, beschrijft het portret van een vader en zoon die in profiel tegen een zwarte achtergrond waren geschilderd. Al deze werken zijn verloren gegaan. Van de bewaard gebleven werken kunnen ook de Madonna's in Tulsa (mogelijk atelierwerk) en in Pisa (?) in Venetië zijn ontstaan (of in Brescia ?). Verder is er een altaarstuk in Gentiles stijl met scènes uit het leven van Sint-Benedictus dat aan verschillende kunstenaars wordt toegeschreven, onder wie Niccolò di Pietro (voorheen werd ook de naam van Pisanello genoemd). Mogelijk heeft Gentile de opdracht aanvankelijk zelf aangenomen, maar later overgedragen aan een assistent of collega-schilder.[2]

De belangrijkste opdracht die Gentile in Venetië uitvoerde, waren de fresco's in de vergaderzaal van de Maggior Consiglio in het Dogepaleis. Er zijn geen documenten bewaard gebleven die rechtstreeks betrekking hebben op de fresco's, maar ze worden al vermeld in Fazio's De viris illustribus. Gentile kreeg van doge ... de taak om de 14e-eeuwse fresco's van onder andere Gua..., die door het zoute water in verval waren geraakt te restaureren of (waarschijnlijker) te vervangen door nieuwe muurschilderingen. De frescocyclus in het Dogepaleis was een lofzang op de recente Venetiaanse geschiedenis: ... In de periode 1409-1414 schilderde Gentile onder ander een zeeslag ... Francesco Sansovino schreef erover: "Het schilderij met de zeeslag was [gemaakt] door Gentile da Fabriano, een schilder met zo'n reputatie dat hij een ducaat per dag kreeg en zich kleedde met open mouwen" (dat wil zeggen, hij was modieus gekleed). Hij werd hierbij waarschijnlijk geassisteerd door onder anderen de jonge Pisanello. Nadat Gentile in 1414 overhaast naar Brescia was vertrokken om in dienst te treden van Pandolfo Malatesta, bleef Pisanello nog een jaar of twee achter om de fresco's te voltooien. Ook de fresco's van Gentile da Fabriano en Pisanello werden al snel door het vochtige klimaat aangetast. Ze zijn ten slotte aan het eind van de 15e eeuw vervangen door olieverfschilderijen op doek.[3] De fresco's hadden grote invloed op schilders als Jacopo Bellini, Pisanello, Giambono [Giambono di Corrado] en Jacopo dal Fiore.

In de jaren 1411-1412 was Gentile ook verantwoordelijk voor de fresco's in het Palazzo Trinci in Foligno, die echter voornamelijk door assistenten zijn uitgevoerd. Ze zijn deels bewaard gebleven. (zie it:Sala delle Arti liberali e dei Pianeti)

Brescia[bewerken | brontekst bewerken]

In 1414-1419 was hij in Brescia om in opdracht van P. Malatesta een kapel van de broletto te versieren met fresco's. In 1419 verzocht paus Martinus V hem naar Rome te komen en bij hem in dienst te komen. Gentile zou pas zo'n zeven jaar later op dit aanbod ingaan.

Voor Pandolfo schilderde hij de fresco's voor een kapel van de broletto (burgerzaal of raadhuis), de zogeheten "Cappella di Pandolfo". Tijdens de restauratie van de broletto (de huidige prefectuur) in 1985 werden enkele fragmenten van de fresco's ontdekt die aan Gentile werden toegeschreven. Verder maakte hij twee altaarstukken (anconi) voor Carlo Malatesta.

Het archief van de Malatesta's, dat werd naar Fano overgebracht toen de Malatesta's hun heerschappij over Brescia verloren, bevat documenten waaruit blijkt dat Gentile regelmatig naar Venetië, Ferrara, Mantua en Florence reisde om schildermaterialen te kopen of andere zaken te regelen. In juni 1416 werd Gentiles dochter gedoopt in Brescia. Er is verder niets bekend over een huwelijk of liefdesleven.

Toen paus Martinus V op bezoek kwam in Brescia, nodigde hij Gentile uit naar Rome te komen. Gentile wilde het aanbod aannemen en diende daarom een verzoek in om zijn dienstverband bij Pandolfo Malatesta op te zeggen. Op 18 september 1419 vroeg hij om een vrijgeleide "voor acht personen en acht paarden". Dit wijst erop dat hij een team van assistenten had, onder wie zich mogelijk Jacopo Bellini bevond, die elkaar in Venetië hadden ontmoet – althans volgens de getuigenis van Sansovino. [Hij reist mee in het gevolg van de paus, maar die besluit niet meteen naar Rome te reizen maar maakt een tussenstop in Florence. Daarvandaan reist Gentile naar Fabriano, waar hij gedocumenteerd is op 23 maart en 6 april 1420 enz.]

Van september 1419 tot april 1420 was Gentile tijdelijk terug in Fabriano, zowel om zijn belangen te behartigen als om een processie-standaard te schilderen met De kroning van Maria en Sint-Franciscus ontvangt de stigmata. Deze twee artistiek geavanceerde voorstellingen zijn nu over twee musea verdeeld.

Florence[bewerken | brontekst bewerken]

Hierna vestigde Gentile zich in Florence en het zou nog zeven jaar duren voordat Gentile in Rome aan de slag ging voor paus Martinus V. Gentile is vanaf 6 augustus 1420 gedocumenteerd in Florence in verband met de huur van het huis waar hij in de volgende jaren zijn bekendste werken schilderde: De aanbidding der wijzen (1423) voor Palla Strozzi en het Quaratesi-retabel (1425). Hij schiep een eigen combinatie van enerzijds de Lombardische en Siënese tradities waarin hij was opgeleid, en anderzijds de nieuwe Florentijnse experimenten met dieptewerking en perspectief.

Pseudo-Arabisch schrift in de halo van Maria, detail van De aanbidding der wijzen (1423) van Gentile da Fabriano. De inscriptie is verder gescheiden door rozetten zoals ook op Mammelukse borden.[4]

Uit deze periode stamt ook een voorval dat bekend is dankzij een document in het staatsarchief van Florence. Jacopo Bellini - leerling (?) en assistent van Gentile (Jacopo noemde een van zijn zonen naar hem) - kreeg ruzie met een notariszoon genaamd Bernardo, die zich vermaakte met het gooien van stenen op de binnenplaats van het huis waar Gentile woonde. Omdat hij de kostbare beelden en schilderijen ("scultitia et picture maxime importe") die daar bewaard werden, beschadigde en een uitbrander niet hielp, gaf Jacopo hem een klap. De ruzie liep uit op een rechtszaak, die ten slotte in der minne werd geschikt.

Siena en Orvieto[bewerken | brontekst bewerken]

Gentile da Fabriano, Madonna met engelen, 1425, fresco, Kathedraal van Orvieto

Sigismondo Tizio schrijft in zijn Historiae Senenses dat Gentile in Siena een Maria en Kind met Johannes de Doper, Petrus, Paulus en Sint-Christoffel heeft geschilderd op de gevel van het Palazzo dei Notai. Deze Madonna is verloren gegaan. Het is niet bekend of het een muurschildering of een paneel betrof.

In het archief van de kathedraal van Orvieto bevinden zich betalingen aan Gentile di Fabriano voor fresco's, die hij in 1425 maakte en waarvan een fragment met een Madonna is herontdekt tijdens een restauratie. Opmerkelijk aan dit werk zijn de transparante engelen die om de troon van Maria zweven. Gentile was een van de eersten die op een dergelijke manier engelen uitbeeldde als onstoffelijke wezens van licht.

Rome[bewerken | brontekst bewerken]

Na een kort verblijf in Siena in oktober 1426 om de Madonna dei Notai te voltooien reisde Gentile naar Rome om in dienst te treden van paus Martinus V. Zijn belangrijkste opdracht in Rome waren de fresco's voor de San Giovanni in Laterano, waarvan vrijwel niets bewaard is gebleven. Het vroegste document dat hiermee verband houdt, stamt uit januari 1427, maar Gentile had al acht jaar eerder aan paus Martinus V beloofd voor hem te komen werken. Na de dood van Gentile nam Pisanello de opdracht over, maar ook hij wist de fresco's niet te voltooien.[5]

Stijlontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

Twee periodes / omslag

Reputatie[bewerken | brontekst bewerken]

In 15e eeuw werd Gentile da Fabriano gezien als een van de beste schilders van zijn tijd. Van de humanist Bartolommeo Fazio (Bartholomaeus Facius) verscheen in 1456 De viris illustribus, een exponent van een genre waarin beroemde personen werden besproken als navolgbare voorbeelden. Het hoofdstuk over kunstenaars behandelt de schilders Gentile da Fabriano, Pisanello, Rogier van der Weyden en (als belangrijkste volgens hem) Jan van Eyck en de beeldhouwers Donatello en vader en zoon Ghiberti. Fazio vermeldt dat de bustes van de profeten op de fresco's in Rome zo realistisch waren geschilderd dat ze van marmer leken te zijn.

In de 16e eeuw werd de herinnering aan Gentile geleidelijk verdrongen door die van de pioniers van de renaissance. Vasari behandelt hem kort als een tijdgenoot van Pisanello. Hij prijst de kwaliteit van zijn werk, maar binnen de historische ontwikkeling van de toenmalige moderne kunst die Vasari schetste vanaf Giotto via Masaccio naar Michelangelo, was voor Gentile geen plaats. Hij vermeldt wel dat de "goddelijke Michelangelo" zijn werk hoogachtte en dat hij over Gentile gezegd had dat zijn schilderwerk overeenkwam met zijn naam.

Veel 19e- en 20e-eeuwse kunsthistorici beschouwden Gentile da Fabriano als een relatief oninteressante kunstenaar en zagen hem en Pisanello als de laatste vertegenwoordigers van de Italiaanse hoofse, gotische stijl, die vrijwel meteen in de schaduw verdwenen toen de geniale Masaccio de renaissance inluidde. Michelangelo zou zijn opmerking waarmee hij Gentile met een woordspeling prees, sarcastisch bedoeld hebben.[6] Latere kunsthistorici hebben laten zien dat Gentile een belangrijke overgangsfiguur was die aan het eind van zijn carrière volop experimenteerde met perspectief, lichtval, clair-obscur en slagschaduwen en daarmee evengoed als de veel jongere Masaccio een wegbereider van de renaissance was, zonder de decoratieve kant van de gotische traditie op te geven.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • (it) Marco Bussagli (2000): "Gentile da Fabriano", in Dizionario Biografico degli Italiani - Volume 53, Rome: Istituto dell'Enciclopedia Italiana. Te lezen op www.treccani.it.
  • (en) Laura Laureati & Lorenza Mochi Onori, red. (2006): Gentile da Fabriano and the Other Renaissance, Milaan: Mondadori Electa (met bijdragen van Keith Christiansen, Andrea De Marchi en anderen)
  • (fr) Lionello Puppi e.a. (1996): Pisanello, Parijs: Éditions Hazan. Franse vertaling uit het Italiaans.

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Madonna and Child with Angels (website Metropolitan Museum of Art, New York)
  2. Puppi e.a. (1996), p. 113-115
  3. Puppi e.a. (1996), p. 105-107
  4. Rosamond E. Mack (2001): Bazaar to Piazza: Islamic Trade and Italian Art, 1300-1600, University of California Press, p. 65-66
  5. [Pisanello-boek]
  6. Laureati (2006), p. 23