Heidewitvlakvlinder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Heidewitvlakvlinder
Mannetje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Erebidae (Spinneruilen)
Onderfamilie:Lymantriinae (Donsvlinders)
Geslacht:Orgyia
Soort
Orgyia antiquoides
(Hübner, 1822)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Heidewitvlakvlinder op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De heidewitvlakvlinder (Orgyia antiquoides) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie donsvlinders (Lymantriinae).

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De voorvleugellengte van de mannetjes bedraagt tussen de 12 en 15 millimeter. De vleugels zijn tamelijk egaal bruin, met in de binnenhoek van de voorvleugel een niet zo opvallende witte vlek. De vrouwtjes zijn vleugelloos.

Levenscyclus[bewerken | brontekst bewerken]

De heidewitvlakvlinder gebruikt struikhei, dophei, wilde gagel, wilg en rijsbes als waardplanten. De rups is te vinden van mei tot juli. De verpopping vindt plaats in een opvallende gele cocon. De vrouwtjes blijven in deze cocon leven, en zetten daarin ook de eitjes af. De soort overwintert als ei.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt verspreid over het Palearctisch gebied voor. De habitat is heide.

In Nederland en België[bewerken | brontekst bewerken]

De heidewitvlakvlinder is in Nederland en België een niet zo gewone soort. De vlinder kent één generatie die vliegt in juli en augustus.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kaarten met waarnemingen: