Heinz Guderian
Heinz Wilhelm Guderian
| ||
![]() | ||
Heinz Guderian in Rusland 1941
| ||
Bijnaam | Schneller Heinz | |
Geboren | 17 juni 1888 Culm, Koninkrijk Pruisen, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 14 mei 1954 Schwangau, Allgäu, West-Duitsland | |
Rustplaats | Friedhof Hildesheimerstrasse, Landkreis Goslar, Nedersaksen, Duitsland[1] | |
Land/zijde | Duitse Keizerrijk Weimarrepubliek nazi-Duitsland Flensburgregering | |
Onderdeel | Deutsches Heer Reichswehr Heer | |
Dienstjaren | 1907 - 1945 | |
Rang | ![]() ![]() Generaloberst | |
Bevel | Hannoversches Jäger-Bataillon Nr. 10 2. Panzer-Division | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
|

Heinz Wilhelm Guderian (Culm (West-Pruisen), 17 juni 1888 – Schwangau, 14 mei 1954) was een Duitse tankgeneraal uit de Tweede Wereldoorlog. In militaire kringen staat hij ook bekend als "de schepper van het tankwapen".
Loopbaan[bewerken]
Guderian werd geboren in Culm, West-Pruisen (het huidige Chelmno, Polen). Van 1901 tot 1907 maakte Guderian deel uit van verschillende militaire scholen. In 1907 ging hij als een vaandrig in het Hannoverse Jäger Bataillon nr. 10, op dat moment onder bevel van zijn vader, Friedrich Guderian. Na het volbrengen van de oorlogsacademie in Metz kreeg hij in 1908 de rang Leutnant (volledige luitenant). In 1911 sloot Guderian zich aan bij het 3e Telegraphen-bataljon van het Pruisische Leger. Op 1 oktober 1913 trouwde hij met Margarete Goerne, met wie hij twee zonen kreeg, Heinz Günter (2 augustus 1914-2004) en Kurt (17 september 1918-1984). Beide zonen werden Wehrmacht-officieren tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Guderian wordt wel genoemd als vader van de zogenoemde Blitzkrieg. Hij was in Duitsland een van de pioniers op het gebied van gepantserde en gemechaniseerde eenheden. Het belang van de samenwerking van deze eenheden met overige eenheden en de hiervoor benodigde communicatie zag hij vroeg in. Hij zette zijn ideeën uiteen in zijn boek Achtung, Panzer! (1937). Guderian had belangrijke invloed op de plannen van Von Manstein voor de aanval op de West-Europese landen, waar Hitler veel van overnam.
Zowel in de Poolse veldtocht, de verovering van de Benelux en Frankrijk en aan het oostfront wist hij grote successen te boeken. Guderian ontving in 1939 twee maal een IJzeren Kruis, eenmaal met Eikenloof. In juli 1940 promoveerde hij van Generaal der Pantsertroepen naar zijn hoogste rang, Kolonel-generaal. Hij was een van de slachtoffers van de zuiveringen die Hitler onder de generaals doorvoerde na de mislukking van Operatie Barbarossa, waarmee de oorlog tegen de Sovjet-Unie begon. Guderian kreeg echter vrijwel meteen een andere hoge verantwoordelijke functie als inspecteur-generaal van de pantsereenheden. Hij werkte nauw samen met minister Albert Speer. In 1944 werd hij zelfs Chef Generale Staf, een benoeming die hem niet zoveel macht gaf als men zou denken, aangezien Hitler de opperbevelhebber van alle strijdkrachten was. Na een conflict met Hitler over de situatie aan het oostfront werd hij in maart 1945 ontslagen. Op 10 mei 1945 werd hij door de Amerikanen gevangengenomen. In 1948 werd hij vrijgelaten en tot zijn dood in 1954 sleet hij zijn verdere leven als schrijver van een autobiografie[2] en adviseur bij het opzetten van een nieuw Duits leger de latere Bundeswehr.
Guderians zoon, Heinz Günther Guderian, werd eveneens generaal: in de naoorlogse Bundeswehr en de NAVO.
Bronnen, noten en/of referenties
|
![]() |
Zie de categorie Heinz Guderian van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |