Hendrick Motorsports

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hendrick Motorsports
William Byrons Chevrolet uit 2019.
Jaren actief 1984-heden
Basis Concord, North Carolina
Discipline NASCAR Cup Series
Hoofdsponsor(en) Axalta (#24), NAPA Auto Parts (#9), Ally Financial (#48), NationsGuard (#5)
Eigenaar Rick Hendrick
Manager Rick Hendrick, Linda Hendrick, Jeff Gordon
Technisch directeur Chad Knaus
Huidige coureurs
Vlag van Verenigde Staten William Byron (#24)
Vlag van Verenigde Staten Chase Elliott (#9)
Vlag van Verenigde Staten Alex Bowman (#48)
Vlag van Verenigde Staten Kyle Larson (#5)
www.hendrickmotorsports.com
Portaal  Portaalicoon   Sport
Autosport

Hendrick Motorsports is een Amerikaans raceteam dat actief is in de NASCAR Cup Series. Het werd in 1984 opgericht door Rick Hendrick. Het team won tot nog toe tien titels in de Sprint Cup en drie titels in de Camping World Truck Series, telkens bij de rijders en de constructeurs en won één titel bij de rijders in de Nationwide Series.

Het team staat in 2021 met vier rijders aan de start van het kampioenschap, William Byron, Chase Elliott, Alex Bowman en Kyle Larson. De operaties worden geleid vanuit het Hendrick Motorsports complex in Concord. Ongeveer vijfhonderd medewerkers zijn tewerkgesteld in het complex. Het team neemt deel aan het kampioenschap met de Chevrolet Camaro.

Sprint Cup[bewerken | brontekst bewerken]

Auto #5[bewerken | brontekst bewerken]

Hendrick Motorsports debuteerde in 1984 met rijder Geoff Bodine in wagen #5. Hij won de races op de Martinsville Speedway, Nashville Speedway en de afsluitende race van het jaar op de Riverside International Raceway en eindigde op de negende plaats in het kampioenschap. Bodine werd in 1989 zesde in de eindstand maar kon het aantal overwinningen die hij behaalde in het eerste jaar niet meer verbeteren en vertrok eind 1989 naar het team van Junior Johnson. In de periode 1990-1993 reed Ricky Rudd de auto. Hij won telkens één race elk jaar en werd vice-kampioen in 1991. In 1994 werd Terry Labonte, die de Sprint Cup in 1984 had gewonnen, de rijder van de auto. Hij won in zijn eerste seizoen bij Hendrick Motorsports drie races. Twee jaar later won hij zijn tweede titel met overwinningen op de North Wilkesboro Speedway en de Charlotte Motor Speedway dat jaar en versloeg daarmee zijn teamgenoot Jeff Gordon die vice-kampioen werd. Labonte bleef tien jaar rijden in wagen #5 tot hij eind 2004 aankondigde parttime te gaan deelnemen aan het kampioenschap. Hij reed in 2005 en 2006 in wagen #44 deeltijds in het kampioenschap en werd in wagen #5 in 2005 vervangen door Kyle Busch, die een jaar eerder zes races gereden had in auto #84. Busch won in zijn debuutseizoen in de #5 de races op de California Speedway en de Phoenix International Raceway en werd rookie of the year. In 2008 maakte Busch de overstap naar Joe Gibbs Racing en werd hij vervangen door Casey Mears, die slechts één jaar bleef nadat in de helft van het seizoen bekend werd gemaakt dat viervoudig vice-kampioen Mark Martin in 2009 de auto zou gaan besturen. De dan inmiddels vijftigjarige veteraan kwam naar Hendrick Motorsports in een poging om een eerste titel te winnen. Hij kwalificeerde zich voor de Chase for the Championship maar moest de titel laten aan teamgenoot Jimmie Johnson en werd zo een vijfde keer vice-kampioen. Martin reed in 2010 een tweede seizoen in de #5 wagen maar kon geen races winnen dat jaar.

Resultaten auto #5[bewerken | brontekst bewerken]

Terry Labontes #5 Chevrolet in 1997.
Jaar Auto Coureur Races Overwinningen Poles Top 5 Top 10 Eindrangschikking
1984 #5 Geoff Bodine 30 3 3 7 14 9
1985 #5 Geoff Bodine 28 0 3 10 14 5
1986 #5 Geoff Bodine 29 2 8 10 15 8
1987 #5 Geoff Bodine 29 0 2 3 10 13
1988 #5 Geoff Bodine 29 1 3 10 16 6
1989 #5 Geoff Bodine 29 1 3 9 11 9
1990 #5 Ricky Rudd 29 1 2 8 15 7
1991 #5 Ricky Rudd 29 1 1 9 17 2
1992 #5 Ricky Rudd 29 1 1 9 18 7
1993 #5 Ricky Rudd 30 1 0 9 14 10
1994 #5 Terry Labonte 31 3 0 6 14 7
1995 #5 Terry Labonte 31 3 1 14 17 6
1996 #5 Terry Labonte 31 2 4 21 24 1
1997 #5 Terry Labonte 32 1 0 8 20 6
1998 #5 Terry Labonte 33 1 0 5 15 9
1999 #5 Terry Labonte 34 1 0 1 7 12
2000 #5 Terry Labonte 32 0 1 3 6 17
2000 #5 Todd Bodine 1 0 0 0 0 49
2000 #5 Ron Hornaday Jr. 1 0 0 0 0 61
2001 #5 Terry Labonte 36 0 0 1 3 23
2002 #5 Terry Labonte 36 0 0 1 4 24
2003 #5 Terry Labonte 36 1 1 4 9 10
2004 #5 Terry Labonte 36 0 0 0 6 26
2005 #5 Kyle Busch 36 2 1 9 13 20
2006 #5 Kyle Busch 36 1 1 10 18 10
2007 #5 Kyle Busch 36 1 0 11 20 5
2008 #5 Casey Mears 36 0 0 1 6 20
2009 #5 Mark Martin 36 5 7 14 21 2
2010 #5 Mark Martin 36 0 1 7 11 13
2011 #5 Mark Martin 36 0 2 2 10 22
2012 #5 Kasey Kahne 36 2 4 11 18 4
2013 #5 Kasey Kahne 36 2 0 11 14 12
Totaal 984 36 49 224 401

[1]

Auto #24[bewerken | brontekst bewerken]

Jeff Gordons #24 Chevrolet in 2007.

Jeff Gordon debuteerde in 1992 eenmalig in de Winston Cup op de Atlanta Motor Speedway. Vanaf 1993 reed hij zijn eerste volledige seizoen en werd rookie of the year. Een jaar later won hij zijn eerste races, op de Charlotte Motor Speedway en de allereerste Brickyard 400, die hij later in zijn carrière nog drie keer zou gaan winnen. Het grote succes kwam er in de periode 1995-1998. Hij won tijdens deze vier kampioenschappen veertig races, werd drie keer kampioen en moest slechts in 1996 zijn teamgenoot Terry Labonte voor laten gaan in de eindstand. In de periode 1999-2000 won hij tien races en werd respectievelijk zesde en negende in de eindstand. Tijdens de race op de Talladega Superspeedway in 2000 won hij met zijn #24 voor de vijftigste keer en in Winson/Sprint Cup. In 2001 veroverde hij zijn vierde titel met zes overwinningen dat jaar, wat het totaal aantal titels voor Hendrick Motorsports tot dan op vijf bracht. In de jaren die volgden werd hij nog een keer vice-kampioen en eindigde hij twee keer op de derde plaats in het kampioenschap. Gordon startte in 2010 zijn negentiende seizoen in wagen #24 voor Hendrick Motorsports.

Resultaten auto #24[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Auto Coureur Races Overwinningen Poles Top 5 Top 10 Eindrangschikking
1992 #24 Jeff Gordon 1 0 0 0 0 79
1993 #24 Jeff Gordon 30 0 1 7 11 14
1994 #24 Jeff Gordon 31 2 1 7 14 8
1995 #24 Jeff Gordon 31 7 8 17 23 1
1996 #24 Jeff Gordon 31 10 5 21 24 2
1997 #24 Jeff Gordon 32 10 1 22 23 1
1998 #24 Jeff Gordon 33 13 7 26 28 1
1999 #24 Jeff Gordon 34 7 7 18 21 6
2000 #24 Jeff Gordon 34 3 3 11 22 9
2001 #24 Jeff Gordon 36 6 6 18 24 1
2002 #24 Jeff Gordon 36 3 3 13 20 4
2003 #24 Jeff Gordon 36 3 4 15 20 4
2004 #24 Jeff Gordon 36 5 6 16 25 3
2005 #24 Jeff Gordon 36 4 2 8 14 11
2006 #24 Jeff Gordon 36 2 2 14 18 6
2007 #24 Jeff Gordon 36 6 7 21 30 2
2008 #24 Jeff Gordon 36 0 4 13 19 7
2009 #24 Jeff Gordon 36 1 1 16 24 3
2010 #24 Jeff Gordon 36 0 1 11 17 9
2011 #24 Jeff Gordon 36 3 1 13 18 8
2012 #24 Jeff Gordon 36 2 2 11 18 10
2013 #24 Jeff Gordon 36 1 2 8 17 6
Totaal 725 88 74 306 431

[2]

Auto #48[bewerken | brontekst bewerken]

Jimmie Johnsons #48 Chevrolet in 2008.

Auto #48 debuteerde met Jimmie Johnson in 2001. Vanaf 2002 reed hij de Cup voltijds en won in zijn eerste seizoen de races op de California Speedway en de twee races op de Dover International Speedway. In 2003 en 2004 werd hij vice-kampioen achter respectievelijk Matt Kenseth en Kurt Busch. Het grote succes kwam er vanaf 2006 toen hij de inmiddels ingevoerde Chase for the Championship in de periode 2006-2010 vijf keer won en de eerste coureur werd die het kampioenschap in 2009 vier keer en in 2010 vijf keer op rij kon winnen. Met zijn titels zette hij het aantal gewonnen titels voor het team op tien na de titel van Terry Labonte uit 1996 en de vier titels die Jeff Gordon in de periode 1995-2001 behaalde bij het team. In 2013 won hij het kampioenschap voor een zesde keer.

Resultaten auto #48[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Auto Coureur Races Overwinningen Poles Top 5 Top 10 Eindrangschikking
2001 #48 Jimmie Johnson 3 0 0 0 0 52
2002 #48 Jimmie Johnson 36 3 4 6 21 5
2003 #48 Jimmie Johnson 36 3 2 14 20 2
2004 #48 Jimmie Johnson 36 8 1 20 23 2
2005 #48 Jimmie Johnson 36 4 1 13 22 5
2006 #48 Jimmie Johnson 36 5 1 13 24 1
2007 #48 Jimmie Johnson 36 10 4 20 24 1
2008 #48 Jimmie Johnson 36 7 6 15 22 1
2009 #48 Jimmie Johnson 36 7 4 16 24 1
2010 #48 Jimmie Johnson 36 6 2 17 23 1
2011 #48 Jimmie Johnson 36 2 0 14 21 6
2012 #48 Jimmie Johnson 36 5 4 18 24 3
2013 #48 Jimmie Johnson 36 6 3 16 24 1
Totaal 435 66 32 182 262

[3]

Auto #25-50-88[bewerken | brontekst bewerken]

Dale Earnhardt juniors #88 Chevrolet in 2008.

Huidig wagen #88 startte onder het nummer #25 in 1986 en zou deze volgnummer houden tot 2007 met uitzondering van 1999 toen het startnummer 50 op de auto prijkte. Tim Richmond won tijdens het eerste jaar in 1986 zeven races en finishte derde in de eindstand, tot op vandaag de beste prestatie van de nummer 25. In 2008 werd Dale Earnhardt jr. de nieuwe rijder bij het team nadat het team van zijn vader Dale Earnhardt, die in 2001 overleed ophield te bestaan. De #25 werd omgedoopt tot de #88. Tijdens zijn eerste seizoen bij Hendrick Motorsports won hij de race op de Michigan International Speedway en eindigde hij op de twaalfde plaats in de eindstand. In 2009 kon hij geen enkele overwinning boeken. In 2010 startte Earnhardt zijn derde seizoen met een tweede plaats in de Daytona 500.

Resultaten auto #25-50-88[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Auto Coureur Races Overwinningen Poles Top 5 Top 10 Eindrangschikking
1986 #25 Tim Richmond 29 7 8 13 17 3
1987 #25 Tim Richmond 8 2 1 3 4 36
1987 #25 Rick Hendrick 1 0 0 0 0 107
1988 #25 Ken Schrader 29 1 2 4 17 5
1989 #25 Ken Schrader 29 1 4 10 14 5
1990 #25 Ken Schrader 29 0 3 7 14 10
1991 #25 Ken Schrader 29 2 0 10 18 9
1992 #25 Ken Schrader 29 0 1 4 11 17
1993 #25 Ken Schrader 30 0 6 9 15 9
1994 #25 Ken Schrader 31 0 0 9 18 4
1995 #25 Ken Schrader 31 0 1 2 10 17
1996 #25 Ken Schrader 31 0 0 3 10 12
1997 #25 Ricky Craven 30 0 0 4 7 19
1997 #25 Todd Bodine 1 0 0 0 0 52
1997 #25 Jack Sprague 1 0 0 0 0 68
1998 #50 Ricky Craven 8 0 1 0 1 46
1998 #50 Wally Dallenbach Jr. 16 0 0 0 3 38
1998 #50 Randy LaJoie 9 0 0 1 3 49
1999 #25 Wally Dallenbach Jr. 34 0 0 1 6 18
2000 #25 Jerry Nadeau 34 1 0 3 5 20
2001 #25 Jerry Nadeau 36 0 0 4 10 17
2002 #25 Jerry Nadeau 11 0 0 0 1 37
2002 #25 Joe Nemechek 25 0 0 3 3 34
2003 #25 Joe Nemechek 32 1 0 2 5 25
2003 #25 Brian Vickers 4 0 0 0 0 49
2004 #25 Brian Vickers 36 0 2 0 4 25
2005 #25 Brian Vickers 36 0 1 5 10 17
2006 #25 Brian Vickers 36 1 1 5 9 15
2007 #25 Casey Mears 36 1 1 5 10 15
2008 #88 Dale Earnhardt jr. 36 1 1 10 16 12
2009 #88 Dale Earnhardt jr. 36 0 0 2 5 26
2010 #88 Dale Earnhardt jr. 36 0 1 3 8 21
2011 #88 Dale Earnhardt jr. 36 0 1 4 12 7
2012 #88 Dale Earnhardt jr. 34 1 1 10 19 12
2012 #88 Regan Smith 2 0 0 0 1 24
2013 #88 Dale Earnhardt jr. 36 0 2 10 22 5
Totaal 814 18 38 139 280

[1]

Auto's met andere startnummers[bewerken | brontekst bewerken]

Overzicht van auto's met andere startnummers ingezet door het team. Darrell Waltrip boekte met auto #17 negen overwinningen in de periode 1987-1989 en eindigde twee keer op de vierde plaats in de eindstand tijdens deze periode.

  • # 1, Dick Brooks, 1 race, 1985
  • # 2, Brett Bodine, 1 race, 1986
  • # 17, Darrell Waltrip, Jimmy Horton, Greg Sacks, Sarel van der Merwe, 116 races, 9 overwinningen 1987-1990
  • # 18, Rick Hendrick, Tommy Kendall, ,Stan Barrett ,Greg Sacks, 15 races, 1988-1990
  • # 25, Brad Keselowski, 9 races, 2008-2009
  • # 35, Benny Parsons, 29 races, 1987
  • # 42, Kyle Petty, 1 race, 1990
  • # 44, Terry Labonte, 19 races, 2005-2006
  • # 46, Greg Sacks, Al Unser Jr., 3 races, 1989-1993
  • # 47, Rob Moroso, 1 race, 1988
  • # 51, Jim Fitzgerald, Bobby Hamilton, Hut Stricklin, 3 races, 1987-1990
  • # 58, Jeff Purvis, 1 race, 1995
  • # 60, David Green, Brian Vickers, 3 races, 2002-2003
  • # 68, Hut Stricklin, 1 race, 1990
  • # 84, Kyle Busch, 6 races, 2004

Nationwide Series en Truck Series[bewerken | brontekst bewerken]

Ricky Hendricks wagen uit 2002

Nationwide Series[bewerken | brontekst bewerken]

Hendrick Motorsports startte in 2001 in de toenmalige Busch Series met rijder Ricky Hendrick, zoon van teameigenaar Rick Hendrick. Brian Vickers won in 2003 drie races en de enige titel en de series voor het team bij de rijders. In 2008 fuseerde het team met JR Motorsports, het team van Dale Earnhardt jr. Earnhardt bleef aan de slag in de Sprint Cup voor Hendrick Motorsports en reed parttime in de Nationwide Series voor het eigen JR Motorsports, zoals het gefuseerde team voortaan zou heten. In 2010 maakte IndyCar Series-coureur Danica Patrick haar debuut bij dit team. Ze zal parttime aan de slag zijn in de Nationwide Series.

Truck Series[bewerken | brontekst bewerken]

Het team won drie titels in de Camping World Truck Series met rijder Jack Sprague die de titel in 1997, 1999 en 2001 won. Ook de contructeurstitel werd tijdens deze periode drie keer gewonnen. Daarna sloot het team zijn periode in de Truck Series af om zich te concentreren op de twee andere NASCAR-competities.

Vliegramp[bewerken | brontekst bewerken]

#25 wagen uit 2004.

Het jaar 2004 werd een catastrofaal jaar voor de entourage van het team toen op 24 oktober 2004 het privévliegtuig van Hendrick Motorsports neerstortte dat op weg was van Concord naar Martinsville waarbij de tien personen die aan boord waren om het leven kwamen.[4] Slachtoffers van de vliegramp waren Rick Hendricks zoon Ricky Hendrick, Ricks broer John Hendrick en diens tweeling Kimberly en Jennifer, Jeff Turner, manager van het team, Randy Dorton, hoofdverantwoordelijke van het motorenbouwers, Joe Jackson van DuPont en drie piloten, Richard Tracy, Elizabeth Morrisonen en Scott Lathram.

Later die dag werd de Subway 500 gereden op de Martinsville Speedway die gewonnen werd door Hendrick Motorsports-coureur Jimmie Johnson. De rijders werden pas na de race ingelicht over het drama. Tijdens de rest van het seizoen prijkte de foto's van de tien slachtoffers op de motorkap van de racewagens van het team met de tekst "Always in our hearts". (zie foto)

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]