DuPont

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Voor de gelijknamige plaats in Washington, zie DuPont (Washington).
DuPont
Logo
Beurs NYSE: DD
Oprichting 1802
Oprichter(s) Éleuthère Irénée du Pont de Nemours
Sleutelfiguren Ed Breen (voorzitter & CEO)
Nicholas C. Fanandakis (CFO)
Thomas M. Connelly (Exec. VP & CIO)
Land Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten
Hoofdkantoor Vlag van de Verenigde Staten Wilmington, Delaware
Werknemers 64.000 (jaareinde 2013)
Producten Neopreen, nylon, teflon, Delrin, Mylar, Kevlar, Corian, Tyvek
Industrie Chemische industrie
Omzet/jaar $ 35,7 miljard (2013)
Winst/jaar $ 2,9 miljard (2013)
Marktkapitalisatie $ 60 miljard (jaareinde 2013)
Website www.dupont.com
Portaal  Portaalicoon   Economie

DuPont, officieel E.I. Du Pont De Nemours & Co, is een Amerikaans chemiebedrijf opgericht in 1802.

Activiteiten[bewerken | brontekst bewerken]

De voornaamste bedrijfsactiviteit is het ontwikkelen en produceren van chemische stoffen. Enkele bekende merknamen voor polymeren verbonden aan ontwikkelingen van DuPont zijn:

Onder meer teflon, nylon en neopreen zijn na verloop van tijd ingeburgerd geraakt als soortnaam.

De eerste Europese vestiging van DuPont was in Mechelen, opgericht in 1958. In Nederland heeft DuPont sinds 1959 een productievestiging in Dordrecht, die sinds 2016 onder het van DuPont afgesplitste bedrijf Chemours valt. Het is daarbinnen de belangrijkste productielocatie in Europa en een van de grootste werkgevers in de regio.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Buskruitwagen van DuPont

Oprichter Éleuthère Irénée du Pont de Nemours was een Franse immigrant in Noord-Amerika, die de nasleep van de Franse Revolutie ontvluchtte. In 1802 werd het bedrijf opgericht.[2] Hij begon met de productie van buskruit, met kapitaal en machines uit Frankrijk, in Eleutherian Mills, nabij Wilmington in de staat Delaware. In 1804 werd de eerste proeflading buskruit afgeleverd. Het werd goedgekeurd en aan het einde van het eerste jaar leverde het bedrijf al zo'n 20 ton buskruit af.[2] Het bedrijf groeide snel en in het midden van de 19e eeuw was het een van de grootste leveranciers van buskruit aan het Amerikaanse leger geworden. De vraag naar buskruit was groot door de Amerikaanse Burgeroorlog en DuPont leverde tijdens dit conflict al 4 miljoen vaten buskruit.[2] Door de aanleg van spoorwegen en door de Spaans-Amerikaanse Oorlog bleef de vraag naar buskruit en andere explosieven groot. Het was een familiebedrijf, maar werd in 1899 een vennootschap.[2] De chemieactiviteiten werden steeds verder uitgebreid al bleven explosieven een belangrijk bedrijfsonderdeel.[2] De eerste DuPont-fabriek, Eleutherian Mills, is nu een museum en een National Historic Landmark.[2]

Overname Conoco[bewerken | brontekst bewerken]

In 1981 was DuPont betrokken bij de overnamestrijd rond de Amerikaanse oliemaatschappij Conoco.[3] Diverse partijen streden om de gunst van het management om het bedrijf over te mogen nemen. DuPont kreeg uiteindelijk alle aandelen Conoco in handen waarvoor het 7,5 miljard dollar betaalde.[3] Conoco bleef bijna 20 jaar binnen DuPont actief. In 1998 gooide DuPont het roer om en verkocht bijna 200 miljoen aandelen Conoco, ongeveer een derde van het belang, voor 4,8 miljard dollar.[4] De verkoopopbrengst werd gebruikt om schulden af te lossen. De totale marktwaarde van Conoco was op dat moment 15 miljard dollar, waarvan nog ruim 10 miljard in handen van DuPont was.[4] In augustus 1999 werden de overige aandelen Conoco afgestoten.[5]

Verkoop Performance Coatings[bewerken | brontekst bewerken]

DuPont verkocht in 2012 zijn onderdeel dat verf en coatings maakt voor met name de automobielindustrie aan de investeringsmaatschappij The Carlyle Group.[6] Carlyle betaalde hiervoor zo'n 4,9 miljard dollar.[6] De verkoop werd begin 2013 afgerond. Met de verkoop gingen 11.000 medewerkers over. DuPont Performance Coatings (DPC), met een omzet van 4 miljard dollar, paste niet langer in de strategie van DuPont, dat vooral wil groeien in biotechnologie.[6] De afdeling ging verder als Axalta Coating Systems.[7] Daartoe behoorde ook een fabriek in Mechelen. In mei 2018 kondigde Axalta aan dat deze fabriek zou worden gesloten.[8]

The Chemours Company - afsplitsing 'Performance Chemicals'[bewerken | brontekst bewerken]

Midden 2015 splitste DuPont de afdeling "Performance Chemicals" (hoogwaardige chemicaliën) af in een afzonderlijk bedrijf, The Chemours Company, kortweg Chemours. Dit beursgenoteerde bedrijf nam drie productgroepen van DuPont over: Titanium Technologies (titaandioxide), Fluoroproducts (fluorhoudende chemicaliën zoals synthetische koudemiddelen en teflon) en Chemical Solutions (oplossingen van onder meer cyanide en zwavelzuur). In België gingen twee bedrijven van DuPont over naar Chemours: te Mechelen (fluorproducten) en Kallo (titaandioxide: geen productie, wel sales & support).[9]

Chemours in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland ging de fluorpolymerenfabriek van DuPont in Dordrecht over naar Chemours.[10] Het is daarbinnen de belangrijkste productielocatie in Europa en een van de grootste werkgevers in de regio.[1] Ook zijn in Nederland enkele houdstermaatschappijen gevestigd en een handelsbedrijf.[11]

Rechtszaken (2023)[bewerken | brontekst bewerken]

De fabriek kwam in de zomer van 2023 in het nieuws omdat bij omwonenden zorgen zijn ontstaan over de gevolgen van de uitstoot van de stof PFOA, deel van de chemische familie PFAs, inmiddels vervangen door GenX.[12] PFAs werd aanvankelijk als wondermiddel gezien maar later werd bekend dat het schadelijk kan zijn voor het immuunsysteem van de mens.[13]

De gemeenten Dordrecht, Sliedrecht, Papendrecht en Molenlanden hebben een rechtszaak aangespannen tegen ondermeer Chemours en haar rechtsvoorganger DuPont.[14] Het gaat hier niet om een strafzaak, niet om lozingen rechtstreeks in de bodem of op het water en ook niet over de mogelijke schade van omwonenden van de fabriek. De gemeenten stellen de bedrijven aansprakelijk voor de schade die ze zelf hebben geleden en zullen lijden door vervuiling met PFAS. In een (tweede) tussenvonnis oordeelde de rechtbank Rotterdam dat is vast komen te staan dat de uitstoot van PFOA door Chemours in een bepaalde periode onrechtmatig was. Voor die periode is Chemours aansprakelijk voor de schade die de gemeenten daardoor hebben geleden.[15] Wat betreft de periode tot 1 juli 1984 is niet vast komen te staan dat DuPont met de kennis van toen, meer had moeten vertellen aan de vergunningverlener of de gemeenten dan ze heeft gedaan en wordt het uitstoten tegenover de gemeenten door de rechtbank niet als onrechtmatige daad beschouwd. Chemours reageerde op de uitspraak met het voornemen een plan van aanpak voor te bereiden, daaronder mogelijk het opzetten van een fonds waarmee gemeenten activiteiten kunnen financieren.[13]

Eerder hadden Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland besloten bij de vergunningverlening de voorwaarden aan te scherpen omdat het college wil dat de uitstoot van verschillende stoffen uit de fabrieken van Chemours sterk wordt verminderd. Het bedrijf tekende daar beroep tegen aan bij de bestuursrechter en kreeg in deze instantie gedeeltelijk gelijk.[16][17]

Fusie met Dow Chemical[bewerken | brontekst bewerken]

In december 2015 werd bekend dat DuPont en branchegenoot Dow Chemical gingen fuseren.[18] De fusie was de grootste ooit in de chemische industrie: samen hadden de twee een beurswaarde van 130 miljard dollar. De aandeelhouders van beide bedrijven kregen elk een belang van 50% in de nieuwe combinatie.[18] Op 1 september 2017 kwam het fusiebedrijf DowDuPont tot stand.

PFOA[bewerken | brontekst bewerken]

Zowel in Nederland als in het buitenland is DuPont/Chemours aangeklaagd voor milieu- en gezondheidsschade vanwege het gebruik van perfluoroctaanzuur (PFOA), een PFAS.[19] Zie onder andere ook de Amerikaanse documentaire The Devil We Know (2018) en de Amerikaanse film Dark Waters (2019).

DMAc[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 februari 2020 kwam naar buiten dat de FNV DuPont voor de rechter sleept wegens blootstelling van vrouwelijke arbeiders aan de teratogene stof dimethylaceetamide (DMAc).[20] Het OM besloot in januari 2021 DuPont niet strafrechtelijk te vervolgen omdat 'het (...) niet meer [kan] worden bewezen dat er binnen het bedrijf te hoge concentraties van deze stof aanwezig waren'. Er loopt nog wel een civielrechtelijke zaak.[21]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie DuPont van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.