Dow Chemical

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
The Dow Chemical Co.
Logo
Beurs NYSE: DOW
Oprichting 1897
Oprichter(s) Herbert Henry Dow
Sleutelfiguren James R. Fitterling (Jim) (CEO)
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Hoofdkantoor Midland (Michigan), Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werknemers 54.000 (fte, december 2017)[1]
Producten chemie
Industrie chemische industrie
Omzet/jaar US$ 55,5 miljard (2017)[1]
Winst/jaar US$ 0,6 miljard (2017)
Marktkapitalisatie US$ 66 miljard (10 december 2015)
Website Dow Chemical
Portaal  Portaalicoon   Economie

De Dow Chemical Company is qua omvang het derde chemiebedrijf ter wereld, na BASF en DuPont. In plastics is het bedrijf het grootste.

In 2017 had de onderneming 178 productievestigingen in 35 landen, waarvan de grootste in Freeport in de Verenigde Staten staan. Verder zijn er productiesites in onder andere Stade, Rheinmunster en Tarragona. In 2017 waren er 54.000 medewerkers, waarvan de helft in Noord-Amerika. Op het gebied van Onderzoek & Ontwikkeling zijn 6200 mensen actief, het bedrijf spendeert er ieder jaar zo'n 3% van de omzet aan.

In 2017 werd 37% van de omzet behaald in de Verenigde Staten en Canada en 30% in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. De overige 33% werd gerealiseerd in Azië en Latijns-Amerika.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het werd in 1897 opgericht door de Amerikaan Herbert H. Dow, aanvankelijk onder de naam Dow Process Company – het "Dow Process" was een door hem ontwikkeld proces om broom uit pekel te winnen door elektrolyse – die hij twee jaar later zou veranderen in The Dow Chemical Company nadat hij het bedrijf had verplaatst van Cleveland (Ohio) naar Midland (Michigan). Daar is sindsdien ook het hoofdkantoor gevestigd.

Aanvankelijk was Dow vooral actief in de halogeenchemie (broom en chloor en hun verbindingen), maar het bedrijf diversifieerde snel zijn productgamma: gedurende de Eerste Wereldoorlog ging het onder meer synthetisch indigo (verfstof), fenol voor explosieven, en magnesium produceren. Tetraethyllood om de klopvastheid van benzine te verhogen werd samen met General Motors ontwikkeld in 1921. In de jaren 1930 begon het bedrijf met de productie van polymeren (ethylcellulose in 1935 en polystyreen in 1937).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog richtte Dow samen met Corning Glass de joint venture Dow Corning op om siliconen te produceren voor militair (en later ook civiel) gebruik. Na de oorlog breidde het bedrijf zijn activiteiten over de hele wereld uit. Toen het in 1999 het in moeilijkheden verkerende Union Carbide overnam, werd Dow Chemical het tweede grootste chemiebedrijf in de wereld, na DuPont.

Fusie met DuPont[bewerken | brontekst bewerken]

In december 2015 werd bekend dat Dow Chemical en branchegenoot DuPont gaan fuseren.[2] Op 1 september 2017 kwam het fusiebedrijf DowDuPont tot stand. De fusie was de grootste tot dan toe in de chemische industrie en gecombineerd hebben de twee een beurswaarde van 130 miljard dollar. De aandeelhouders van beide bedrijven kregen elk een belang van 50% in de nieuwe combinatie.[2] De onderdelen van de twee bedrijven werden samengevoegd. Het nieuwe conglomeraat werd vervolgens opgesplitst in drie aparte ondernemingen, gericht op landbouw, chemische grondstoffen en speciale chemicaliën.[2] In Dow Holdings Inc. zijn de activiteiten met betrekking tot chemische grondstoffen ondergebracht.

Dow Benelux[bewerken | brontekst bewerken]

Dow Chemical heeft meerdere chemische complexen in Nederland waarvan dat in Terneuzen verreweg het grootste is. Een van de twee vestigingen in Delfzijl (de natriumboorhydridefabriek) werd in 2012 gesloten. De andere vestiging in Delfzijl, een fabriek voor methyleendifenyldi-isocyanaat (MDI) die in 1973 door de Amerikaanse firma Upjohn Chemical was gebouwd en onderdeel werd van Dow Chemical na de overname van Upjohn Chemical, produceert nog steeds MDI, een basisstof voor polyurethaan. Verder was er een polyethyleenfabriek in Tessenderlo, België, die begin 2013 werd gesloten.[3]

Dow Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]

Duitsland speelt een belangrijke rol in de chemische nijverheid en is groot in industriële fabricage. De aanwezigheid is er voor Dow van belang vanwege de belangrijke bedrijven in de chemie die er gevestigd zijn: BASF, Bayer en Hoechst. In 2007 heeft Dow de al in 1815 opgerichte chemische fabriek Wolff te Bomlitz, met bijbehorend kantoor te Walsrode, overgenomen van Bayer. Er werd aanvankelijk buskruit en schietpoeder gemaakt, later celluloseproducten.

Controverses[bewerken | brontekst bewerken]

  • Tijdens de Vietnamoorlog produceerde de onderneming napalm en het ontbladeringsmiddel Agent Orange voor het Amerikaanse leger.[4][5]
  • Na de overname van Union Carbide wees het alle aansprakelijkheid af voor de chemische ramp in een fabriek van Union Carbide in Bhopal (1984) en dit lokte veel protest uit. Via Union Carbide is Dow Chemical ook betrokken bij veel asbest gerelateerde rechtszaken.
  • Dow produceerde voor Dole Food Company een wormdodend middel 1,2-dibroom-3-chloorpropaan gebruikt bij bananenteelt in Nicaragua, dat mogelijk mannelijke werknemers steriel gemaakt heeft, maar de rechter in Los Angeles verwierp de zaak in beroep.[6]
  • Dow baatte ook een fabriek voor plutonium uit, die mogelijk de omgeving met radioactief stof heeft vervuild, maar Dow werd in beroep vrijgesproken.[7]
  • Er is ook een rechtszaak vanwege door Dow geleverde siliconen in lekkende borstimplantaten.[8] Er was ook een controverse rond verloren oogst na gebruik van een pesticide van Dow.[9]
  • In Terneuzen vond in de jaren 2005-2008 een aantal van veiligheids- en milieudelicten plaats waarbij gevaarlijke stoffen zoals benzeen en kraakgas vrijkwamen en vervuild spoelwater geloosd werd in de Westerschelde.[10] De rechtbank legde het bedrijf een boete op van 1,8 miljoen euro.[11]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]