Hernieuwbare energie in de Europese Unie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aandeel van hernieuwbare energie per land in de Europese Economische Ruimte.(2019)

Anno 2016 bestond 17% van het energieverbruik in de Europese Unie uit hernieuwbare energie.[1] Het gebruik van hernieuwbare energie is belangrijk om zowel de afhankelijkheid van buitenlands import te verminderen, als om de klimaatverandering tegen te gaan.

Beleid en doelstellingen[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillende bronnen van elektriciteitsproductie in Europa tussen 1990 en 2013, gemeten in GWh.

In 2009 legde de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie bindende regels op voor alle EU-lidstaten. De doelen waren dat de EU 20% hernieuwbare energie bereikte in 2020 en dat de transportsector tegen dan 10% hernieuwbare energie gebruikte.

Artikel 4 van de Richtlijn Hernieuwbare Energie verplichtte lidstaten om een actieplan op te stellen over hernieuwbare energie voor 30 juni 2010. Deze actieplannen bevatten een stappenplan hoe elke lidstaat zijn doelstellingen voor het aandeel van hernieuwbare energie wilde halen tegen 2020. Lidstaten moesten doelstellingen vastleggen per sector, welke verschillende energiebronnen men verwachtte te gebruiken, het traject dat men wilde volgen en de maatregelen die men wilde nemen om het doel te bereiken. De plannen worden publiek gemaakt en werden geëvalueerd door de Europese Commissie.

Doelstellingen hernieuwbare energie per lidstaat tegen 2020
Lidstaat Aandeel in 2005 Aandeel in 2016 Doelstelling voor 2020
Vlag van België België 2.2% 8.7% 13%
Vlag van Bulgarije Bulgarije 9.4% 18.8% 16%
Vlag van Cyprus Cyprus 2.9% 9.3% 13%
Vlag van Denemarken Denemarken 17% 32.2% 30%
Vlag van Duitsland Duitsland 5.8% 14.8% 18%
Vlag van Estland Estland 18% 28.8% 25%
Vlag van Finland Finland 28.5% 38.7% 38%
Vlag van Frankrijk Frankrijk 10.3% 16% 23%
Vlag van Griekenland Griekenland 6.9% 15.2% 18%
Vlag van Hongarije Hongarije 4.3% 14.2% 13%
Vlag van Ierland Ierland 3.1% 9.5% 16%
Vlag van IJsland IJsland* 63.4% 72.6% 72%
Vlag van Italië Italië 5.2% 17.4% 17%
Vlag van Kroatië Kroatië 23.5% 28.3% 20%
Vlag van Letland Letland 32.6% 37.2% 40%
Vlag van Litouwen Litouwen 15% 25.6% 23%
Vlag van Luxemburg Luxemburg 0.9% 5.4% 11%
Vlag van Malta Malta 0.0% 6% 10%
Vlag van Nederland Nederland 2.4% 6% 14%
Vlag van Noorwegen Noorwegen* 60.1% 69.4% 67.5%
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 23.3% 33.5% 34%
Vlag van Polen Polen 7.2% 11.3% 15%
Vlag van Portugal Portugal 20.5% 28.5% 31%
Vlag van Roemenië Roemenië 17.8% 25% 24%
Vlag van Slovenië Slovenië 16% 21.3% 25%
Vlag van Slowakije Slowakije 6.7% 12% 14%
Vlag van Spanje Spanje 8.7% 17.3% 20%
Vlag van Tsjechië Tsjechië 6.1% 14.9% 13%
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 1.3% 9.3% 15%
Vlag van Zweden Zweden 39.8% 53.8% 49%
* Hoewel geen lid van de EU, hebben ook IJsland en Noorwegen hun actieplan hernieuwbare energie ingediend bij de Europese Commissie.[2]

Aandeel per energiebron[bewerken | brontekst bewerken]

Uitrol van zonne-energie in Europa in 'watt per capita' van 1992 tot 2014.
■ 0.1, n.v.t.
■ 0.1-1
■ 1-10
■ 10-50
■ 50-100
■ 100-150
■ 150-200
■ 200-300
■ 300-450
Aandeel van windenergie in de elektriciteitsvraag in Europa anno 2017.
■ > 40 %
■ 20-30 %
■ 10-20 %
■ < 10 %
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Hernieuwbare_energie_in_de_Europese_Unie&oldid=64834497"