Witkopschorsmos
Witkopschorsmos | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Hypogymnia tubulosa (Schaer.) Hav. (1918) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Parmelia tubulosa | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Witkopschorsmos op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Het witkopschorsmos (Hypogymnia tubulosa, basioniem: Parmelia ceratophylla var. tubulosa) is een foliose korstmos uit de familie Parmeliaceae. Het groeit op bomen, hout en op de grond. Het groeit epifytisch op bomen met zure schors, en waar weinig stikstof vervuiling is. Het komt ook voor op verweerd en sterk rottend hout. Soms groeit het terrestrisch in de duinen. Het leeft in symbiose een chlorococcoïde alg.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het thallus is bladvormig. Het is 1-3 mm dik, 2-5 cm in diameter, is onregelmatig of rozetvormig en is diep ingesneden. Het bovenoppervlak is lichtgrijs of groengrijs, het onderoppervlak is zwart in het midden en bruin aan de buitenkant. De rand van het thallus is glad en dun. De lobben zijn tot 3 mm breed. Soralen bevindingen zich boven de lobben, zijn kopvormig en meestal aanwezig. Isidia zijn niet aanwezig. De apothecia kunnen zeldzaam aanwezig zijn. Ze hebben een diameter van 2-8 mm.
De ascus bevat acht sporen. De ascosporen zijn eencellig, kleurloos, ellipsvormig en meten 6,5-7 × 4,5-5,5 μm.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Het witkopschorsmos is wijdverbreid op het noordelijk halfrond, maar wordt ook gevonden in noordelijk, zuidelijk en centraal Afrika. In Nederland komt het vrij algemeen voor. Het is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Taxonomie
[bewerken | brontekst bewerken]In 1840 beschreef Ludwig Emanuel Schaerer deze soort als een variëteit van Parmelia ceratophylla. Johan Johnsen Havaas promoveerde het in 1918 tot een zelfstandige soort.