Duinviltkop

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Inocybe heimii)
Duinviltkop
Duinviltkop
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Inocybaceae
Geslacht:Mallocybe
Soort
Mallocybe heimii
(Bon) Matheny & Esteve-Rav. (2019 [1])
Synoniemen

Inocybe heimii

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De duinviltkop (Mallocybe heimii) is een paddenstoel uit de familie Inocybaceae. Hij komt voor in de grijze duinen bij kruipwilg.[2] Hij vormt Ectomycorrhiza.[3] Het is een vrij forse paddenstoel (hoeddiameter > 4 cm).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Hoed

De hoed heeft een diameter tot 100 mm[2] en volgens Kibby van 20 tot 70 mm[4]. De vorm is rond, maar wordt snel plat met een ingerolde rand.[2] Het oppervlak is pluizig-wollig en breekt soms in schubjes open. In het centrum bevinden zich ook schubjes.[2] De kleur is geel-bruin tot licht olijfkleurig.[2] Het velum op de hoed is wittig/zilverachtig.

Lamellen

De lamellen zijn geelbruin, later meer roestbruin met een witte, gewimperde snede.[2] De lamellen zijn adnata-sinuate aan de steel gehecht.[4]

Steel

De steel heeft een lengte van 20 tot 60 mm en 5 tot 12 mm.[4] Hij is stevig en heeft een lichtere kleur dan de hoed.[2], maar sommige bronnen noemen een gelijk kleur als de hoed (Kibby & Funga Nordica).[4] Hij heeft een vezelig oppervlak en is voorzien van een min of meer duidelijke, wollige ringzone.[2]

Geur

De geur is spermatisch, fruitig, zoet, aromatisch, geraniumachtig zijn, maar er komen ook reukloze soorten voor.[2] Kibby noemt als geur zweet tot aards.[4]

Sporenprint

De sporenprint is warmbruin.[2]

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De cilindrisch-boonvormige sporen meten 8-12 (-15) × 4,0-6,0 (-6,5) μm met een Q-getal van > 2. Met dit Q-getal onderscheidt hij zich van de gewone viltkop de een Q-getal van < 2 heeft. De cheilocystidia zijn dunwandig, zonder kristallen, spoelvormig-knotsvormig, 1-2 septaat met gespen en meten 35-50 × 10-15 µm.[2][4][5] Ze zijn kort en daardoor meestal lastig te vinden. Er zijn geen pleurocystidia aanwezig (net als alle soorten uit het genus).

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De duinviltkop komt met name voor in Europa[6]. In Nederland komt hij zeer zeldzaam voor.[3]