Naar inhoud springen

Intoneren (orgel)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hobbema (overleg | bijdragen) op 2 apr 2020 om 09:33.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Intoneren van een orgel in de werkplaats van Johannes Klais in Bonn

Het intoneren van een orgel is het bewerken en afregelen door een intoneur van de klankgeving bij een pijporgel. Door het klankkarakter van de orgelpijpen onderling af te stemmen, wordt een mooi klinkend geheel beoogd. Elk orgel is anders, ook qua klankgeving. De intonatie bepaalt de klank en de stijl van het orgel.

Er zijn twee factoren die bij een intonatie beïnvloed worden: enerzijds de klanksterkte en anderzijds de klankkleur. Zo kan men boventoonrijk of eerder grondtonig gaan intoneren.

In eerste instantie is een goede constructie en keuze van mensuren (afmetingen) van de pijpen van grote betekenis voor de orgelklank. Vervolgens bepaalt de winddruk van het orgel in grote mate de klankkleur, alsook de aanspraak van de pijpen. Via kleine en verfijnde bewerkingen en afregelingen aan de orgelpijpen wordt een gewenst klankkarakter verkregen. Na de voorintonatie in het atelier van de orgelbouwer wordt het pijpwerk in het gebouw waar het orgel zich bevindt, door de intonateur in klank bijgewerkt en aangepast aan de akoestiek. Bij labiaalpijpen regelt de intonateur de aard en richting van de windstrook uit de kernspleet, door kleine bewerkingen aan het boven- en onderlabium, de hoogte van de opsnede, de kern, etc. Ook kan hij de windtoevoer vermeerderen of verminderen aan de voetopening van de pijp. Bij tongpijpen regelt de intonateur de klank aan tong en schalbeker.

Zie ook