Jan-Hendrik Becking

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jan-Hendrik Becking
Jan-Hendrik Becking in 1974 te Wageningen
Algemene informatie
Geboren 9 juni 1924
Blora, Midden-Java, Nederlands-Indië
Overleden 16 januari 2009
Wageningen
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederland
Beroep microbioloog, plantenfysioloog en ornitholoog.
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Jan-Hendrik Becking (Blora, Midden-Java, Nederlands-Indië, 9 juni 1924Wageningen, 16 januari 2009) was een Nederlands microbioloog, plantenfysioloog en ornitholoog.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Jan-Hendrik Becking was de tweede zoon van Johannes Hendrikus Becking, bosbouwinspecteur en later hoofdinspecteur en hoofd van de "Dienst van het Boschwezen in Nederlandsch-Indië". Tot aan zijn 21e jaar verbleef hij op Java waar hij ook de oorlog en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië meemaakte. Via contacten die zijn vader door zijn werk had, leerde Becking in Indië bekende zoölogen en ornithologen als Hans Kooiman (1905-1989) en Max Bartels jr. (1902-1943) kennen. Daardoor ging hij vaak met zijn oudere broer Rudy (Rudolph Willem) mee op expedities naar afgelegen natuurgebieden op Java.

Op het Zoölogisch Museum Buitenzorg (Bogor), leerde hij de kunst van het opzetten van de preparateur P.F. Franck. Zo verzamelde hij dieren voor het museum en bouwde hij ook een eigen collectie op die uiteindelijk bestond uit ongeveer 500 vogels en zoogdieren. Een zeer belangrijke leerschool voor hem was de grootste en best gedocumenteerde privé-verzameling van vogels en eieren van vogels van Java van de familie Bartels te Ciparay (West-Java). Aan Becking, als 17-jarige, werden verantwoordelijke taken toevertrouwd bij het onderhoud van deze collectie, zoals het in kaart brengen en catalogiseren van onderdelen.

Na de Tweede Wereldoorlog studeerde Becking biologie aan de Universiteit van Leiden. In 1954 werkte hij als microbioloog in Delft onder de hoogleraar microbiologie Albert Kluyver (1888-1956). Op 30 mei 1956 promoveerde op een proefschrift On the mechanism of ammonium ion uptake by maize roots. Becking werd in 1956 aangesteld bij het Instituut voor Microbiologie van de Landbouwhogeschool Wageningen. Tussen 1966 en 1989 werkte hij aan het Instituut voor Toepassing van Atoomenergie in de Landbouw (Euratom-ITAL) te Wageningen en was hij docent microbiologie aan de Landbouwuniversiteit aldaar.

Zijn werk als microbioloog[bewerken | brontekst bewerken]

Als specialist op het gebied van natuurlijke stikstofbinding verwierf hij internationale erkenning. Een aantal van zijn publicaties verscheen in het gerenommeerde tijdschrift Nature. In 1965 ontving hij tijdens het symposium "Microbiologie du sol" voor zijn werk de Medaille Pasteur van het Institut Pasteur. Vanaf 1971 reisde Becking regelmatig naar Java voor onderzoek naar de natuurlijke stikstofbinding in rijstvelden door micro-organismen in de vlotvaren Azolla.

Zijn betekenis als ornitholoog[bewerken | brontekst bewerken]

De vogels van Java (zijn hobby) hielden hem echter ook voortdurend bezig. Technieken waar hij als microbioloog vertrouwd mee was, zoals de analyse van eiwitten door middel van gel-elektroforese, paste hij toe op de eischalen van himalayakoekoek Cuculus saturatus en andere soorten uit het geslacht Cuculus. Dit is een groep soorten uit Zuidoost-Azië met een ingewikkelde systematiek. Daarnaast maakt hij studie van de geluiden met behulp van geluidspectrogrammen (sonogrammen).

Verder maakte hij studie van de reuzensalangaan (Hydrochous gigas) een soort gierzwaluw die broedt onder watervallen. In 1994 schreef hij een artikel over de angelinadwergooruil (Otus angelinae) die hij in 1990 op Java ontdekte en waarover nog weinig bekend was.

Over deze onderzoeken publiceerde hij in belangrijke ornithologische vaktijdschriften.

Zijn nalatenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Becking hield zich ook bezig met de geschiedenis van het wetenschappelijk onderzoek in Nederlands-Indië en Indonesië. Hij schreef een biografie over Henri Jacob Victor Sody (1892-1959), een pionier op het gebied van de zoölogie en ornithologie van Java. Sody was een van de wetenschappers die tijdens de oorlog werden geïnterneerd en wier collecties door de politieke onrust beschadigd en verstrooid raakten. Beckings grootste zorg was het bewerken van de collectie Bartels, opgezet door Max Eduard Gottlieb Bartels (1871-1936). Deze collectie heeft de oorlog overleefd. Delen bevonden zich nog in Bogor en een groot deel berustte bij het Zoölogisch Museum Amsterdam. In 2011 werd alles ondergebracht bij het Naturalis Biodiversity Center te Leiden. Deze hele collectie bevat veel zeldzame specimens en zeer gedetailleerde informatie in de vorm van (handgeschreven) documenten. Hieronder de briefwisseling tussen de vader M.E.G. Bartels met zijn zonen Max, Ernst en Hans en met Otto Finsch (te Leiden) en Erwin Stresemann (in Berlijn) en een aantal andere wetenschappers. Deze documenten vormen van een interessante bron van informatie waarmee enkele open vragen over de ornithologie van Java kunnen worden opgelost. In een postuum verschenen artikel toont Becking aan dat delen van deze collectie zijn ontvreemd en sommige documenten vervalst.[1]

Literatuur over J.H. Becking[bewerken | brontekst bewerken]

  • Voous, Karel H. 1995. Becking, Jan Hendrik. In: Voous, Karel H.: In de ban van vogels. Geschiedenis van de beoefening van de ornithologie in Nederland in de twintigste eeuw. Scheffers, Utrecht 1995, 134-135. ISBN 90 55460133.
  • Brouwer, Joost. 2009. Jan-Hendrik Becking 1924-2009. Bulletin of the British Ornithologists Club 129(1):3
  • Rozendaal, Frank G. 1981. De Bijdragen van M.E.G. Bartels en zijn Zoons tot de Kennis van de Avifauna van de Indische Archipel. Doctoraalscriptie Biohistorie, RU Utrecht, April 1981

Microbiologische en plantenfysiologsche publicaties (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • Kluyver, A.J. & J.H. Becking. 1950. Some observations on the nitrogen fixing bacteria of the genus Beijerinckia Derx. Annales Academiae Scientiarum Fennicae A II, 60:367-380.
  • Becking, J.H. 1956. 1963. On the mechanism of ammonium ion uptake by maize roots. Acta Botanica Neerlandica 5:1-79.
  • Moore, A.W. and J.H. Becking: Nitrogen fixation by Bacillus strains isolated from Nigerian Soils. Nature 198:915-916.
  • Becking, J.H. 1965. "In-vitro" cultivation of Alder root-nodule tissue containing the endophyte. Nature 207:885-887.

In total meer dan 60 publicaties waaronder artikelen in het vaktijdschrift Plant and Soil, bijdragen aan congressen en tot in de jaren 1990 bijdragen aan de het Handbook on the Biology of Bacteria.

Ornithologische publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

  • Becking, J. H. 1971. Breeding of Collocalia gigas. The Ibis 113:330-334.
  • Becking, J. H. 1972. Ultra-structure of the avian eggshell. Proceedings of the 15th International Ornithologists' Congress, The Hague, 1970. E. J. Brill, Leiden, p. 544-545.
  • Becking, J. H. 1975. The ultra-structure of the Avian eggshell. The Ibis 117:143-151.
  • Becking, J. H. 1975. New evidence of the specific affinity of Cuculus lepidus Müller. The Ibis 117:275-284
  • Wells, D. R. & J. H. Becking 1975. Vocalizations and status of Little and Himalayan Cuckoos, Cuculus poliocephalus and Cuculus saturatus, In Southeast Asia. The Ibis 117:366-371.
  • Becking, J. H. 1976. Feeding range of Sula abbotti at the coast off Java. The Ibis 118:589-590
  • Becking, J. H. 1976. The Dove Prion Pachyptila desolata at the coast of Java (Notes on Sea-Birds 55), Ardea 64:85-87.
  • Becking, J. H. 1979. Electron micrograph of a Pore in an eggshell. In: Rahn, H., Ar, A. & Paganelli, C. V.: How Bird Eggs Breathe. Scientific American 240(2):46-55.
  • Becking, J. H. 1981. Notes on the breeding of Indian Cuckoos. Journal of the Bombay Nat. Hist. Soc. 78:201-231.
  • Becking, J. H. In: A Dictionary of Birds, eds. B. Campbell & E. Lack 1985 (670 pp.): Brood-Parasitism (Becking, J. H. & D. W. Snow): p. 67-70; Edible Nests: p. 172-173; Ultrarastructure of Eggshells: p. 177-178; Swiftlet: p. 574 - 575
  • Becking, J. H. 1988. The taxonomic status of the Madagascar Cuckoo Cuculus (poliocephalus) rochii and its occurrence On the African mainland, including southern Africa. Bulletin of the British Ornithologists' Club 108 (4):195-206.
  • Becking, J. H. 1994. On the biology and voice of the Javan Scops Owl Otus angelinae. Bulletin of the British Ornithologists' Club 144 (4):211-224.
  • König, C., Weick, F. & Becking, J. H. 1992. Owls. A Guide to the Owls of the World. Pica Press, Sussex, U. K. 462 p.
  • König, C., Weick, F. & Becking, J. H. 2009. Owls of the World. Christopher Helm / A & C Black 528 p.
  • Becking, J. H. 2006. Notes on Waterfall Swift Hydrochous gigas: I. Occurrence and nesting. Becking, J. H.: Notes on Waterfall Swift Hydrochous gigas II. Nestling plumage and phylogenetic relationships. Bulletin of the British Ornithologists' Club 126:117-126
  • Becking, J. H. 2009. (postuum) The Bartels and other egg collections from the island of Java, Indonesia, with corrections to earlier publications of A. Hoogerwerf. Bulletin of the British Ornithologists' Club 129:18-48.

Biografisch werk[bewerken | brontekst bewerken]

  • Becking, J. H. 1989. Henri Jacob Victor Sody (1892 - 1959). His Life and Work. A Biographical and Bibliographical Study. E.J. Brill, Leiden, 272 p.
  • Becking, J. H. 1990. Een begenadigd leermeester. Hommage aan de natuuronderzoeker en mens Prof. Dr. Leendert van der Pijl. Moesson 34 (20):20-24.
  • Becking, J. H. 1992. In Memoriam: J. G. Kooiman (1905-1989), in: Limosa 65:176-177.
  • Becking, J. H. 1995. Een beter geschenk voor Indonesië (Zoologisch Museum Bogor). NRC Handelsblad, 20 Juli 1995
  • Becking, J. H. 2001. In Memory of Hans Bartels (1906-1997). Ardea 89 (2):420-425.