Johann Georg von Zimmermann

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Johann Georg Zimmermann
Die Zerstörung von Lisabon (1756)

Johann Georg Zimmermann, sinds 1786 Johann Georg (Ridder) von Zimmermann (Brugg, 8 december 1728 - Hannover, 7 oktober 1795) was een Zwitserse arts en filosoof, die sinds 1768 in Hannover werkte, een Duits vorstendom met destijds de Britse koning als vorst.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Johann Georg Zimmermann was het kind van Johannes Zimmermann en Johanna Pache. Hij was sinds 1766 gehuwd met Susanna Katharina Steck; zij kregen hun dochter Katharina von Zimmermann (1756–1781). Na de dood van zijn dochter trouwde hij met Luise Margarethe von Berger (1755–1826), die later zijn landgoed beheerde.

Zimmermann studeerde eerst retorica, geschiedenis en filosofie in Bern, daarna geneeskunde in Göttingen, waar hij vanaf 1747 een leerling was van zijn Zwitserse landgenoot Albrecht von Haller, voor wie hij veel ontzag had. Nadat hij in 1751 in Göttingen was gepromoveerd, maakte hij studiereizen naar Leiden en Parijs, waarna hij van 1752 tot 1754 huisarts werd in Bern en vanaf 1755 in zijn geboorteplaats Brugg (destijds nog in het Zwitserse kanton Aarau).

In 1755 begon zijn uiterst vruchtbare carrière als schrijver met de publicatie van de biografie van zijn leermeester, Das Leben des Herr von Haller. In 1760 werd hij verkozen tot buitenlands lid van zowel de Beierse Academie van Wetenschappen als de Pruisische Academie van Wetenschappen. In 1770 werd hij buitenlands lid van de Academie van Wetenschappen in Göttingen en in 1786 werd hij erelid van de Russische Academie van Wetenschappen in Sint-Petersburg.

Benoeming te Hannover[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1768 was hij de Royal British Councilor and Personal Physician in Hannover aan het hof van George III, dat de laatste dertig jaar van zijn leven de werkplek werd. Zimmermann werd ook arts en medisch adviseur van veel gekroonde hoofden. De Pruisische koning Frederik de Grote riep hem in 1786 naar Potsdam als gesprekspartner en arts. Zimmermann verbleef van 23 juni tot 11 juli 1786 in Potsdam en Sanssouci om Frederik te behandelen. Zijn aantekeningen over de voortgang van de behandeling en zijn gesprekken met de terminaal zieke patiënt publiceerde hij in 1788 onder de titel Over Frederik de Grote en mijn gesprekken met hem kort voor zijn dood.

Zimmermann ontmoette diverse malen de veelzijdige Duitse geleerde en schrijver Johann Wolfgang von Goethe.

Publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Zimmermann schreef over uiteenlopende onderwerpen, zowel filosofische als niet-fiosofische: zowel van medische als andere aard. Onder meer publiceerde hij Van der Erfahrung in der Arzneikunst, alsook over de verwoesting van Lissabon in november 1755 en over het levenseinde van de Pruissische vorst Frederik II.

Filosofische publicaties[bewerken | brontekst bewerken]

Zimmermann publiceerde als een der eerste filosofen over het opkomen verschijnsel nationalisme in het werk Vom Nationalstolze in 1756

Zimmermann is als filosofische auteur echte vooral bekend geworden doordat hij driemaal een monografie wijdde aan het thema eenzaamheid. Daarin speelde het destijds tijdens de opkomst van de Romantiek populaire onderwerp melancholie een grote rol. Overigens was er reeds eerder ook door belangrijke denkers over dat onderwerp eenzaamheid geschreven, onder wie door de Romeinse filosoof Senea en door de door Zimmermann bewonderde Petrarca. De drie werken van Zimmermann waren echter de eerste meer uitgebreide studies die verschenen tijdens de Verlichting, waarin bijvoorbeeld ook Jean-Jacques Rousseau eenzame wandelingen maakte, om in een gezochte en als positief ervaren eenzaamheid op inspiratie voor ideeën te komen. later in de Romantiek zouden ook ander denkers en ook literaire schrijvers en dichters dit voorbeeld vormen (onder wie William Wordsworth, Charles Dickens, Virginia Woolf en Henry David Thoreau, en ook daarna nog: het bekendste voorbeeld werd Friedrich Nietsche die daarvoor zelfs het hooggebergte opzocht en over een zogenaamde Philosophie des Wanderers: een motief dat voor hem even fundamenteel zou zijn als zijn bekende concepten van de Wille zur Macht en de Übermensch.

Hoewel zijn werke kenmerken vertoonden van de Verlichting en het rationalisme. zou Zimmerman zich aan het eind van zijn leven van de culturele en filosofische stroming van de Verlichting afkeren.

Hoewel de drie werken zich allemaal toespitsen op dit thema, verschillen ze in hun benaderingen en focus. Terwijl de eerste twee werken tamelijk beknopt zijn, is het derde en afsluitendewerk een uitgebreid meesterwerk, dat bestaat uit 1600 pagina's, verdeeld over vier delen.

Volgens de Zweedse filsoof Lars Svendsen, die in zijn A Philosophy of Loneliness (in het Engels verschenen in 2017; oorspronkelijk als Ensomhetens Filosofi in 2015) was Zimmermann een van de eerste denkers over het inderwerp eenzaamheid die en, echter zonder er een terminologie voor te ontwikkelen, duidelijk onderscheid maakten tussen twee uiterste vormen van alleen-zijn, twee vormen van eenzaamheid waarin de taal tekortschoot: namelijk enerzijds de positieve, door het individu gewenste en als inspirerend en vaak als een voorwaarde voor creativiteit ervaren eenzaamheid en anderzijds de negatieve eenzaamheid die ervaren wordt als een verlaten of verstoten zijn. In het Engels wordt voor die eerste positieve vorm vaak de term “solitude” gebezigd, in tegenstelling tot de term loneliness. Dit Engelse woord “solitude” is afgeleid van het Latijnse “solitudo” en komt reeds voor in het werk van Geoffrey Chaucer.

1756: Betrachtungen über die Einsamkeit[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste werk van Zimmermann over eenzaamheid,Betrachtungen über die Einsamkeit. is een klein boekje, dat werd in 1756 gepubliceerd. Het bevat een verzameling filosofische, moraal-pedogische en religieuze benadering over het onderwerp in aforistische vorm. Hierin zijn reeds aanzetten herkenbaar voor benaderingen die Zimmermann in zijn volgende werken en met name in zijn afsluitende derde werk verder uitwerkte.

1773: Von der Einsamkeit[bewerken | brontekst bewerken]

Het tweede werk van Zimmermann over eenzaamheid Von der Einsamkeit werd in 1773 gepubliceerd.

1784/1785: Über die Einsamkeit[bewerken | brontekst bewerken]

Het derde werk van Zimmermann, ook wel aangehaald onder de titel Über Gesellschaft und Einsamkeit[bron?] is het meest uitgebreide en complexe werk van de drie. Het bestaat uit vier delen en omvat totaal van 1600 pagina's biedt. Dit werk bevat een diepgaande verkenning van eenzaamheid en behandelt een breed scala aan onderwerpen. In het geheel genomen is Zimmermanns derde werk over eenzaamheid een uitgebreide en diepgaande analyse van het onderwerp. Met behulp van filosofische, psychologische, sociologische en spirituele perspectieven probeert hij een grondige en holistische kijk op eenzaamheid te bieden.

Hoewel de drie werken zich allemaal toespitsen op dit thema, verschillen ze in hun benaderingen en focus. Terwijl de eerste twee werken tamelijk beknopt zijn, is het derde werk een uitgebreid meesterwerk dat bestaat uit 1600 pagina's verdeeld over vier delen.

Met namde deze drie werken maakten Zimmermann alom bekend onder de Europese intelligentsia. De Russische keizerin Catharina II verhief hem in 1786 tot ridder in de Orde van St.Wladimir Ze nodigde hem ook uit naar haar hof in Sint-Petersburg, een uitnodiging die hij echter niet accepteerde.

In de laatste jaren van zijn leven zou Zimmermann een uitgesproken tegenstander van de Verlichting worden, die zijns inziens zou hebben geleid tot het bloedbad van de Franse Revolutie.

Literatuur (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

  • E.Bodemann J.G.Zimmermann (1878)
  • R.Ischer J.G.Zimmermanns Leben und Werke (1893)
  • R.Ischer J.G.Zimmermann in de Allgemeine Deutsche Biographie, Bd. 45 (1900)
  • F.Melzer J.G.Zimmermanns ¨Einsamkeit¨ in ihrer Stellung im Geistesleveb des ausgehenden 18. Jahrhunderts (1930)
  • Leo Maduschka Das Problem der Einsamkeit im 18. Jahrhundert, im besonderen bei J. G. Zimmermann (1932, 1933, 1978).
  • Lars Svendsen A Philosophy of Loneliness (2017; oorspr. Zweeds 2015)
  • David Vincent A history of solitude (2020)