Kleinsporige wimperzwam
| Kleinsporige wimperzwam | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Scutellinia vitreola Kullman (1982[1]) | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
De kleinsporige wimperzwam (Scutellinia vitreola) is een schimmel behorend tot de familie Pyronemataceae. Hij groeit saprotroof op vochtig hout of op met plantenresten vermengde grond, ook op rottend papier.[2]
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Vruchtlichamen zijn 1 tot 5 cm in diameter, roodbruin van kleur. De randharen zijn geelbruin van kleur, meten 800 tot 1200 µm lang en 25 tot 45 µm dik en hebben een puntige top.[3]
De asci hebben een lengte van 180 tot 250 µm. De ascosporen zijn ellipsoïde, geornamenteerd met hoekige (!) wratten en meten 15–20 × 9–12 µm. De wratten zijn goed zichtbaar aan de polen en zijn tot 1,5 µm breed en 1,2 µm hoog. Het Q-getal varieert van 1,45 tot 1,75. De parafysen zijn 3 tot 4 µm breed en aan de toppen licht vergroot tot 5 tot 8 µm.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
De kleinsporige wimperzwam komt voor in Noord-Amerika, Europa en Azië.[4] In Nederland komt hij uiterst zeldzaam voor. De enige Nederlandse vondst is gevonden op een stomp van een douglasspar (Pseudotsuga menziesii).[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|