Klimopnetwants

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Klimopnetwants
Klimopnetwants
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie:Tingidae (Netwantsen)
Geslacht:Derephysia
Soort
Derephysia foliacea
(Fallén, 1807)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De Klimopnetwants (Derephysia foliacea) is een insect uit de familie van netwantsen (Tingidae).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De beestjes zijn 2,8 tot 3,8 millimeter lang. Hun vleugelnet heeft slechts een enkele rij lange cellen langs de rand van de hemielytra, die gedeeltelijk verdeeld kan zijn. De buitenrand van de hemielytra is sterk vergroot. De dieren zijn lichtbruin van kleur; de voelsprieten, de kop en het centrale deel van het halsschild zijn donkerder. De imago's zijn meestal volledig gevleugeld (macropteer).

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt verspreid over heel Europa voor, met uitzondering van het uiterste noorden. Ook komt de soort voor in China, Japan, Noord-Amerika en op de Canarische Eilanden. De soort is wijdverspreid in Midden-Europa, maar is overal zeldzaam. De voorkeur gaat uit naar droge en warme tot matig vochtige, open habitats en droge, open bossen.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

De dieren leven op de grond. Het dieet van de wants is nog enigszins onduidelijk. Mogelijke waardplanten zijn mossen, muntplanten (Lamiaceae) zoals tijm (Thymus) en salie (Salvia), ruwbladigenfamilie (Boraginaceae) zoals Echium, composietenfamilie (Asteraceae) zoals madeliefjes, margriet (Leucanthemum), havikskruid (Hieracium) en alsem en grassen (Poaceae) zoals de bochtige smele (Deschampsia flexuosa). Ook klimop (Hedera helix) en mossen worden genoemd, al is het onduidelijk of deze alleen dient als rustplaats voor de vliegende imago's. Nimfen worden zelden gevonden, dus men denkt dat ze ondergronds kunnen leven en op plantenwortels kunnen zuigen.

De mannetjes van de zeer actieve insecten zwermen voornamelijk in mei en juni tijdens de paartijd. Vanaf juli vliegen de pas uitgekomen adulten van de nieuwe generatie. De winterslaap vindt plaats in het bodemstrooisel. Elk jaar wordt er één generatie gevormd.