Krijgswezen van Israël
Het artikel krijgswezen van Israël (Hebreeuws: מערכת הבטחון) behandelt een reeks van Israëlische defensievraagstukken die geregeld worden door de Israëlische wet en het Israëlisch kabinet. Hieronder vallen de organisaties, dienstplicht en bewapening.
Militaire organisaties
De defensie van Israël is voornamelijk de taak van het Israëlische defensieleger. De strijdkrachten vormen een geheel; marine en luchtmacht zijn onderdelen van het leger. De opperbevelhebber is (anno 2016) luitenant-generaal Gadi Eizenkot.
Paramilitaire diensten zijn:
- De Israëlische grenswacht (Misjmar HaGvoel). Deze organisatie is in feite een politie-eenheid met een militaire bewapening en training. Bij deze grenswacht kan ook de militaire dienstplicht worden vervuld. Ze verricht alleen veiligheids-gerelateerd werk en zijn in het algemeen niet betrokken bij andere politietaken. Wel is de dienst verantwoordelijk voor basispolitiezorg in bezette gebieden en zijn zij vaak betrokken bij ordehandhaving bij publieke onlusten. Ze staat los van de militaire politie, welke een onderdeel van het leger is.
- Sjien Beet (Sjeroet Bitachon Klali), de Israëlische veiligheidsdienst, heeft een veelomvattende inlichtingen- en veiligheidstaak. Deze dienst valt onder het ministerie van de minister-president.
Dienstplicht
De staat Israël kent dienstplicht: vrouwen dienen twee tot drie jaar en mannen drie jaar. Officieren doen ten minste een jaar extra dienst. Na de actieve dienst gaan de meeste vrouwen enkele jaren in reservedienst terwijl mannen tot hun veertigste enkele weken per jaar voor actieve dienst worden opgeroepen.
Hoewel de dienstplicht voor alle Israëliërs geldt, bepaalt de minister van defensie wie uiteindelijk wordt opgeroepen. In praktijk worden tot nu (2004) toe Joden, Druzen, Cherkessen, Samaritanen en allen die via het 'recht van terugkeer' naar Israël kwamen opgeroepen. Moslims, christenen en anderen die vrijgesteld worden van verplichte dienst, kunnen zich vrijwillig melden. Hiervan wordt vooral door Bedoeïenen gebruikgemaakt.
Traditioneel religieuze vrouwen hebben recht op vrijstelling als ze verklaren religieus te zijn en in conflict te komen met de joodse religieuze voorschriften. Vrijgestelde vrouwen kunnen, als ze in het openbaar religieuze voorschriften overtreden, alsnog voor de militaire dienst worden opgeroepen.
Mannen van wie godsdienst hun beroep is kunnen recht doen gelden op wettelijke vrijstelling. Van die regeling maken Joodse en Druzische studenten religie gebruik, en dan vooral de charedische, ofwel 'ultraorthodoxe' joden. Deze mannen moeten soms nog in dienst of in de reserve als hun studie afgelopen is. Wie een dergelijke vrijstelling verkregen heeft, mag namelijk gedurende meerdere jaren geen inkomen uit arbeid hebben. Om een betaalde baan te kunnen krijgen moet eerst een definitieve vrijstelling van het leger verleend zijn. Dit kan nadat een bepaalde leeftijd is bereikt, bij ongeschiktheid voor de dienst of door alsnog reservedienst te verrichten. Deze regeling is een van de voornaamste oorzaken van armoede onder charedische gezinnen.
Bewapening
Het Israëlische defensieleger is modern uitgerust. Behalve wapens van Amerikaanse makelij, bijvoorbeeld het M4A1 aanvalsgeweer, de F-15 Eagle en de F-16 Fighting Falcon straalvliegtuigen en de AH-64 Apache, gebruikt het leger ook een grote hoeveelheid door de eigen wapenontwikkelingsdienst ontwikkelde wapens. Het grootste deel hiervan wordt in Israël geproduceerd door onder andere de IMI (Israel Military Industries) , Elbit, El-Op en de IAI. Een bekend Israëlisch wapen is de Uzi, maar ook de Desert Eagle, Tavor, Galatz, Galil, Magal, Jericho, Barak, Merkava en de Negev zijn wapens van Israëlische makelij.
Israël heeft altijd sterk de klemtoon gelegd op de mechanisering van de landmacht, de enige methode om met een beperkt reservoir aan manschappen voldoende gevechtskracht te ontplooien. Het land beschikt over ruim 4000 tanks, sterkte van de pantserstrijdmacht is na mobilisering groter dan die van de Verenigde Staten. Veel tanks zijn van het type Merkava van eigen makelij.
Anno 2010 is Israël het enige land met het raketafweerschild Iron Dome, en werkt het samen met de Verenigde Staten om een hoog-energetische laser tegen middellangeafstandsraketten te ontwikkelen. Israël heeft de mogelijkheid zelf satellieten in een baan om de Aarde te brengen, net als Rusland, de Verenigde Staten, China, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, India, Japan en Noord-Korea.
De Israëlische defensie maakt gebruik van landmijnen en clusterbommen. Dit ondanks internationale druk om het gebruik van dit soort wapens te verbieden. Evenals tientallen andere landen heeft Israël de Ottawa-conventie, die het gebruik van landmijnen verbiedt, niet ondertekend of geratificeerd.
Nucleaire macht
Het wordt algemeen aangenomen dat Israël een nucleaire mogendheid is, maar dat heeft het land nooit bevestigd. Kernwapens zouden vanaf de jaren 60 zijn ontwikkeld in het nucleaire complex van Dimona.
De huidige grootte en samenstelling van het Israëlische nucleaire arsenaal is onbekend. Het wordt aangenomen dat Israël ongeveer een halve ton plutonium geproduceerd heeft, voldoende voor 100-200 middelzware atoombommen. Dit zijn waarschijnlijk Kernsplijtingsbommen, die gedropt kunnen worden door bijvoorbeeld A4 Skyhawk of aangepaste F-4 Phantom II vliegtuigen, en enkele tientallen thermonucleaire koppen, kernfusie oftewel waterstofbommen, die gemonteerd kunnen worden op ballistische Lance of Jericho raketten. De Jericho II heeft ongeveer een bereik tussen de 1500 en 4000 km.
Op 7 december 2006 verklaarde de Amerikaanse kandidaat-minister van Defensie Robert Gates dat Israël daadwerkelijk over kernwapens beschikt. Ook Jimmy Carter en de Israëlische Dimonamedewerker Mordechai Vanunu hebben dit verklaard. Shimon Peres wordt de vader van de Israëlische Bom genoemd (eigenlijk was het David Ben Goerion die hem die taak toevertrouwde) [1].
- ↑ Israel and the Bomb, Avner Cohen, Columbia University Press, New York, 1998,ISBN 978-0-231-10483-8