Naar inhoud springen

Mandarijnslang

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Magere Hein (overleg | bijdragen) op 23 mei 2018 om 11:04. (Wijzigingen door 213.124.2.178 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door MWAK)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Euprepiophis mandarinus
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2012)
Mandarijnslang (Euprepiophis mandarina)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Familie:Colubridae (Gladde slangen)
Onderfamilie:Colubrinae
Geslacht:Euprepiophis
Soort
Euprepiophis mandarinus
(Cantor, 1842)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Euprepiophis mandarinus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

De mandarijnslang[2] (Euprepiophis mandarinus) is een slang uit de familie gladde slangen (Colubridae). De soort werd lange tijd tot het geslacht Elaphe gerekend. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Theodore Edward Cantor in 1842. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Coluber mandarinus gebruikt.[3] De soortaanduiding werd lange tijd gespeld als mandarina, zodat de literatuur niet altijd eenduidig is.

Uiterlijke kenmerken

De mandarijnslang is een relatief kleine slang (tot ca. 1 meter) met een bont kleurenpatroon. De basiskleur van deze slang is grijs met gele en zwarte 'bull's-eye'-vormige markeringen. Deze markeringen zijn soms driehoekig van vorm en de basiskleur kan variëren tot roodachtig bruin. De stompe bek is gemarkeerd met gele en zwarte banden.

Verspreiding en habitat

Verspreidingsgebied in het bruin.

Het leefgebied van deze slang strekt zich uit van de bergen in Zuid-China tot aan de bergbossen van Myanmar, Vietnam, en Taiwan. Op bosrijke, rotsige hellingen verschuilt de slang zich onder stenen. Daarnaast wordt de slang, met name in de tropen, beschreven als voorkomend in agrarisch gebied (rijstvelden en subtropisch bos). Hier leeft de slang in de grond, onder grasplaggen.

Gedrag

De mandarijnslang is een niet-giftige wurgslang, met een (in gevangenschap) nerveus karakter. De slang zal zelden bijten en zal altijd proberen om zich te verschuilen. Hij wroet gangen vlak onder het oppervlak en zoekt nestholen van kleine knaagdieren, waarvan hij met name de jongen eet.

Bronvermelding