Naar inhoud springen

Meiglyptes tristis grammithorax

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Hwdenie (overleg | bijdragen) op 18 feb 2020 om 14:02.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Meiglyptes tristis grammithorax
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
bruinstuitspecht (Meiglyptes tristis grammithorax) uit Thailand
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Piciformes (Spechtvogels)
Familie:Picidae (Spechten)
Geslacht:Meiglyptes
Soort:Meiglyptes tristis (bruinstuitspecht)
Ondersoort
Meiglyptes tristis grammithorax
(Malherbe, 1862)[2]
Meiglyptes tristis grammithorax op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

Meiglyptes tristis grammithorax is een ondersoort van de bruinstuitspecht een vogel uit de familie Picidae (spechten). Deze ondersoort gaat weliswaar in aantal achteruit, maar is niet bedreigd. De soort werd in 1862 door de fransman Alfred Malherbe als aparte soort beschreven.

Kenmerken

De vogel is 17 tot 18 cm lang. Het is een kleine specht met een korte staart, roodbruine stuit en sterk gebandeerd. Op de rug en de vleugels is de bandering grof, op de borst veel fijner en op de kop is de streping nog fijner. Het mannetje heeft een vage rode mondstreep. In vergelijking met de javaanse ondersoort is deze ondersoort is meer donkerbruin met licht okerkleurige streepjes en is vooral op de buik meer gestreept..[1][3]

Verspreiding en leefgebied

Deze soort komt voor op het schiereiland Malakka en de Grote Soenda-eilanden Sumatra en Borneo met de nabijgelegen kleine eilanden. De vogels komen voor in diverse typen bos, zowel natuurlijk bos als secundair en aangeplant bos, in laagland onder de 1100 meter boven zeeniveau.[1]

Status

De populaties van deze ondersoort zijn niet gekwantificeerd, maar nemen af door habitatverlies. De leefgebieden wordt aangetast door ontbossing waarbij natuurlijk bos wordt omgezet in gebied voor agrarisch gebruik en menselijke bewoning. Het tempo van afname in aantallen is laag, daarom wordt de ondersoort nog niet als bedreigd beschouwd.[1]