Naald (naaigerei)
Een naald is een soort gereedschap dat gebruikt wordt voor het aan elkaar bevestigen (naaien) van kledingstukken of andere voorwerpen van soepel materiaal, zoals textiel of leer. Ook worden naalden gebruikt om iets te versieren, dit wordt borduren genoemd. Bij het breien wordt een naald gebruikt om te mazen.
Vorm en materiaal
Een naald is meestal van staal. Aan één uiteinde is de naald puntig zodat er door de stof heen kan worden geprikt. Naalden kunnen in twee hoofdtypes verdeeld worden:
- Handnaalden, gebruikt om met de hand te naaien.
- Machinenaalden, gebruikt in naaimachines.
Bij machinenaalden zit het oog waar de draad doorheen moet dicht bij de punt, aan de onderzijde. De naald wordt aan de bovenzijde vastgezet in de naaimachine. De bovenzijde van een machinenaald heeft een platte kant, waarmee hij stevig kan worden aangeschroefd.
Bij handnaalden zit het oog aan de andere kant dan de punt van de naald. Het oog dient om er een draad, het naaigaren, doorheen te trekken. Het oog is meestal langwerpig van vorm en weinig groter dan de dikte van de te gebruiken draad. Bij een zogenaamde blinde naald wordt de draad van bovenaf door een spleetje in het oog gestoken, in plaats van deze erdoorheen te moeten trekken. De lengte van naalden varieert, afhankelijk van de toepassing, van ongeveer 2 cm tot wel 10 cm. Ook de dikte varieert, maar een naald is zelden dikker dan 2 millimeter.
Geschiedenis
Naalden werden in de prehistorie al gebruikt. Ze werden toen van been of hout gemaakt. Kleding werd onder andere gemaakt uit dierenhuiden die met naalden in de benodigde vorm werden gestikt.
Een vroege soort textiel die gemaakt werd met naalden is het naaldbinden.
Soorten handnaalden
Handnaalden bestaan in verschillende types, afhankelijk van het doel.[1] De naalden voor algemeen gebruik voor het naaien van textiel hebben een scherpe punt en zijn dun. Voor zeer dunne stoffen worden extra dunne naalden gebruikt, en daarbij horend extra dun garen. Dat geldt ook voor naalden bedoeld voor het rijgen van kleine kraaltjes.
Borduurnaalden zijn dikkere scherpe naalden met een groter oog, om het borduren met het dikkere borduurgaren mogelijk te maken. Nog dikkere naalden bestaan voor het naaien van wol. Sterke dikke naalden worden gebruikt voor het naaien van tapisserie. Deze laatsten moeten bovendien kort zijn, omdat het zwaar is om een lange naald door tapisserie heen te halen. Tapijtnaalden hebben een groot oog en een scherpe punt.
Bepaalde naalden hebben een stompe punt, bijvoorbeeld naalden voor het borduren op stramien of andere aftelbare stof. De stompe punt voorkomt dat er door de draden van de stof of het breiwerk heen gestoken wordt. Ook rijgnaalden, bedoeld voor het doorhalen van elastiek of koord door een tunnel, hebben een stompe punt en soms zelfs een bolletje aan de punt, om geheel te voorkomen dat door de stof heengestoken wordt. Maasnaalden hebben een ronde punt en een groot oog en zijn bedoeld om te mazen.
Naalden met een dubbel oog worden gebruikt om met twee garens tegelijk te borduren, zodat een decoratief effect ontstaat.
Rechte naalden voor het maken van zeilen voor windmolens en zeilschepen hebben een driekantige punt, waardoor het zeildoek niet scheurt.
Ten slotte bestaan er ook tweelingnaalden; naalden met het oog in het midden. Deze zijn speciaal bedoeld voor tapisserie of voor de kettingsteek, waarbij veel heen en weer gestoken wordt.[1]
Naald in spreekwoorden
- Hij is door het oog van de naald gekropen - Hij is ontsnapt aan een groot risico
- Een naald (of speld) in een hooiberg zoeken - Iets zoeken wat vrijwel onmogelijk te vinden is.
- Nieuws, heet van de naald - Zeer vers nieuws
- Met de hete naald naaien - Erg snel en haastig naaien
- Een naald (of speld) kunnen horen vallen - Het is erg stil
Zie ook
- ↑ a b Lorna Knight, Vertaald uit het Engels door Mariëlle Blokzijl (2008). De Naaigids (originele titel The sewing stitch bible). Libero. ISBN 9789057649028.