Naar inhoud springen

Overleg:Lijst van Nederlandse prefixen

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Laatste reactie: 1 jaar geleden door MarcoSwart in het onderwerp Aanvullingsvoorstellen

Een paar opmerkingen en vragen over dit artikel:

  • Over het prefix wan- wordt geschreven: "Alleen zelfstandig naamwoorden met een abstracte betekenis en overgankelijke werkwoorden kunnen ermee worden samengevoegd". De twee als voorbeeld gegeven werkwoorden – boffen en wanboffen – zijn echter onovergankelijk.
  • "Waar het om personen gaat is in plaats van vice- sub- gebruikelijk". Maar bij vice- gaat het toch ook om personen?
  • "In beperkte gevallen kan ultra- worden. Deze woorden hebben de neiging echter om negatief te worden opgevat na verloop van tijd." Dat geldt alleen als het grondwoord zelf al een negatieve connotatie heeft.
  • "Aarts- heeft verder voornamelijk de functie die aangeeft dat iets meer is in de negatieve zin." Gebrekkige formulering. Waarom niet gewoon: aarts- versterkt de negatieve betekenis van het grondwoord?
  • "Anti- is dus meer tegen, zoals men tegen communisme zou kunnen zijn, terwijl contra- het tegenovergestelde aanduiden wil. In het geval van communisme zou dat kapitalisme kunnen zijn, maar bij anti-communisme kan het alles betreffen dat niet communistisch is." Niet volgens de Van Dale en de ANS. Een contramanifestatie is bijvoorbeeld niet het tegenovergestelde van een manifestatie.
  • "Het woord antisemitisme is een voorbeeld dat als woord veelgebruikt is, maar niet direct een antoniem is van (pro)semitisme. Met semitische volkeren bedoelt men over het algemeen de sprekers van de semitische talen, Arabisch, Aramees, Hebreeuws, Amhaars en Maltees, waar antisemitisme refereert aan jodenhaat." Semitisme (prosemitisme of liever nog filosemitisme) betekent iets heel anders dan het adjectief semitisch. Wat is overigens de relevantie van deze opmerkingen voor het onderwerp van het artikel?
  • "Een aantal als is geen abstract begrip maar juist een zeer concreet begrip (...)" Dit begrijp ik niet.
  • "Met her- geeft men dat iets opnieuw gebeurt. Zoals bij herinidicatie, herboren worden, herzien. Uitzonderingen hierop is een aantal metoniemen, zoals een herexamen, waarbij een ander examen wordt afgelegd dat een herkansing is." In welk opzciht is herexamen een metoniem?
  • "Om een grote oorspronkelijk aan te geven of een absoluut begin in de chronologie voegt men oer- toe aan een woord." Om een grote oorsrponkelijk aan te geven??

Marrakech (overleg) 25 jun 2015 15:43 (CEST)Reageren


Waauw, wat een eind. Enfin, ik heb een aantal wijzigingen doorgevoerd, een tweetal meningen deel ik niet met je. Maar desalniettemin bedankt. Kun je je mening geven over onderstaand commentaar, alsjeblieft?
  • Ultra: Ik geloof niet dat het grondbegrip al negatief moet zijn, om het met negatieve connotatie en al te versterken. Orthodox bijvoorbeeld, zal nu in elk geval niet meer positief zijn, maar duidde bij bijvoorbeeld het Chassidisch jodendom gewoon op de omgang met de dogmatiek en de implementatie ervan in het dagelijks leven. Dat we inmiddels met orthodoxie iets negatiefs aanduiden, lijkt me meer maatschappelijke tendens. Vandaar dat dit na verloop van tijd gebeurt. Woorden hebben vaker de neiging negatief te worden, zoals ook wijf, neger, debiel dat zijn geworden. Dat waren ooit niet. En soms is dat eeuwen terug, soms amper een decennium.
  • Herexamen doen betekent letterlijk het bewuste examen overdoen. Zoals een ook een dodelijk slachtoffer een slachtoffer is dat dodelijk is. En tot slot is een lopend buffet gewoon een buffet dat loopt. Maar de voorgaande woorden / woordcombinaties worden anders geïnterpreteerd, namelijk als metoniem. Letterlijk betekent dat betekenisverschuiving. Je doet niet het examen over, je examineert nogmaals met een herkansing, met een ander, tweede examen. Omdat dat volstrekt logisch is, net als bij de andere hier gegeven voorbeelden, zijn dit geen stijlfouten maar stijlfiguren.
  • Antisemitisme: er zijn hier en daar echt wat uitzonderingen, die ik genoemd heb. Deze heb ik verplaatst naar de voetnoten en nu met een verwijzing. Het werd inderdaad te veel voor een bijzaak.

Ik kom hier nog terug voor meer wijzigingen, ik had al gezegd dat het erg druk is. Je mening waardeer ik echter natuurlijk ook tussendoor.  —  „Jaspər Kloekmoed”  [ ! ? ]  19 jul 2015 15:47 (CEST)Reageren

  • Ultra: dat een woord als 'orthodox' vroeger geen negatieve connotatie had doet niet echt ter zake. Waar het om gaat is dat ultra- bij mijn weten alleen wordt gebruikt in combinatie met woorden die nu een negatieve connotatie hebben.
  • Herexamen doen: betekent niet letterlijk 'het bewuste examen overdoen', maar 'ter vervanging van het oude examen een nieuw examen doen'. Ik denk dan ook niet dat hier sprake is van metonymie. Marrakech (overleg) 8 sep 2015 12:34 (CEST)Reageren

Aanvullingsvoorstellen

[brontekst bewerken]

Andere voorvoegsels zijn:

  • bet- = beter: betweter, betovergrootvader (bet-overgrootvader)
  • bal- = slecht: baldadig, balorig, balsturig
  • er- = …: erbarmen, erkennen, ervaren

Tal van plaats-, richtings- en verhoudings- en tijdsvoorzetsels en bijwoorden werken ook als voorvoegsels:

  • aan-: aankomen
  • achter-: achterblijven
  • achteraf-: achterafstraat
  • achtereen-: achtereenvolgens
  • achterin-: …?
  • achterlangs-: …?
  • achterna-: achternagaan
  • achterom-: achteromkijken
  • achterop-: achteropkomen
  • achteruit-: achteruitgaan
  • af-: afkomen
  • beneden-: benedenbuur
  • bij-: bijkomen
  • bijeen-: bijeenkomen
  • binnen-: binnenkomen
  • boven-: bovenkomen
  • buiten-: buitenkomen
  • buitenom-: …?
  • dichtbij-: dichtbijgelegen
  • door-: doorkomen
  • dooreen-: dooreenlopen
  • heen-: heenkomen
  • hoog-: hooggelegen
  • hoogst-: hoogstgelegen
  • in-: inkomen
  • kort-: kortademig
  • kortst-: kortstdurend
  • laag-: laaggelegen
  • laagst-: laagstbetaals
  • lang-: langademig
  • langs-: langskomen
  • langst-: langstdurend
  • mee-, mede-: meekomen, medeleven
  • meer-: meerwerk
  • meest-: meestgebruikt
  • mid-: midscheeps
  • middel-: middelvinger
  • midden-: middengang
  • middenin-: …?
  • min-: minachten
  • minder-: minderwerk
  • minst-: minstbedeeld
  • na-: nakomen
  • nader-: naderkomen
  • naast-: naastgelegen
  • neven-: nevenschikken
  • nevens-: nevensgaand
  • om-: omkomen
  • onder-: onderkomen
  • onderaf-: …?
  • onderdoor-: onderdoorgang
  • onderin-: …?
  • onderlangs-: …?
  • onderop-: …?
  • onderuit-: onderuitgaan
  • op-: opkomen
  • over-: overkomen
  • overeen-: overeenkomen
  • samen-: samenkomen
  • tegen-: tegenkomen
  • tegenaan-: …?
  • tegenin-: …?
  • tegenover-: tegenovergelegen
  • toe-: toekomen
  • tussen-: tussenkomen
  • tussendoor-: …?
  • uit-: uitkomen
  • vanaf-: vanafprijs
  • vandaan-: …?
  • ver-: vergaand
  • veraf-: verafgelegen
  • verder-: verdergaan
  • voor-: voorkomen
  • vooraan-: vooraanstaand
  • vooraf-: voorafgaand
  • voorin-: …? (niet bv. vooringenomen = voor- ingenomen)
  • voorop-: vooroplopen
  • voort-: voortkomen
  • vooruit-: vooruitkomen
  • weer-, weder-: weerzien, wederkomen
  • weerom-: weeromkomen
  • weg-: wegkomenRedav (overleg) 25 mei 2023 02:03 (CEST)Reageren
Heb heb je hiervoor een bron geraadpleegd? –bdijkstra (overleg) 25 mei 2023 10:27 (CEST)Reageren
In dit geval spreken deze voorbeelden nogal voor zich. Misschien heeft Redav zelf een grammatica of zo, waar de voorbeelden vandaan komen? Ik denk dus dat er op zich weinig mis mee is. De Wikischim (overleg) 25 mei 2023 12:01 (CEST)Reageren
Op Prefix (taalkunde) lees ik dat voorvoegsels niet zelfstandig voorkomen. Veel van de suggesties hierboven komen wel zelfstandig voor. –bdijkstra (overleg) 25 mei 2023 12:17 (CEST)Reageren
Volgens mij schrijft Redav hierboven daarom nou juist: Tal van plaats-, richtings- en verhoudings- en tijdsvoorzetsels en bijwoorden werken ook als voorvoegsels. Afijn, Redav kan het neem ik aan zelf nog het beste uitleggen, dus het woord is hierna w.m.b. aan hem/haar. De Wikischim (overleg) 25 mei 2023 12:25 (CEST)Reageren
De Lijst van Nederlandse prefixen is in zijn huidige opzet niet bedoeld om de prefixen uitputtend te behandelen, maar om de gebruiksmogelijkheden en gebruiksmotieven te beschrijven. Aanvullingen zouden bij dat uitgangspunt aan moeten sluiten, dus het noemen van al die voorbeelden zal het lemma vooral onevenwichtiger maken.
De bronvraag van bdijkstra begrijp ik heel goed: er moet eerst maar eens een bron gepresenteerd worden die deze voorzetsels en bijwoorden daadwerkelijk als prefix aanduidt, dan pas kan toevoeging aan de orde zijn en dan moet er nog gezocht worden naar bronnen die de gebruiksmogelijkheden behandelen, zodat het net een betekenisloze opsomming wordt.
De hierboven gepresenteerde aanvullingen passen meer bij een lexicografisch dan bij een encyclopedisch werk. Naast De Wikischim is ook MarcoSwart zowel actief op WP als op WikiWoordenboek, misschien kan hij tips geven.
Ik vermoed dat ons artikel geen aanvulling nodig heeft, maar als bovenstaande gevallen toch in aanmerking komen zou ook zeker er- opgenomen moeten worden.
Nogmaals, ik neem aan dat de bovenstaande voorbeelden geen prefixen zijn; alvast valt op dat ze in het algemeen scheidbaar zijn, terwijl de prefixen in de bestaande lijst allemaal onscheidbare woorden vormen. Het artikel over samengestelde werkwoorden stelt:
Samengestelde werkwoorden dienen onderscheiden te worden van de werkwoorden met een (meestal onbeklemtoond) voorvoegsel, zoals de werkwoorden berijden en verleggen met de voorvoegsels be- en ver-. Bij deze werkwoorden is het voorvoegsel een vast deel van het woord en kan daar niet van gescheiden worden. Daarnaast krijgen zulke werkwoorden niet het voorvoegsel ge- in de verleden tijd; het bestaande voorvoegsel "vervangt" dit als het ware.
Als dit op bronnen gebaseerd is gaat het dus om twee verschillende verschijnselen die niet samen behandeld zouden moeten worden  →bertux 25 mei 2023 14:53 (CEST)Reageren
Vrij algemeen is het uitgangspunt waarbij prefixen worden gekoppeld aan woordvorming door afleiding in contrast met samenstelling. Bij een samenstelling zijn twee woorden betrokken die elk op zichzelf betekenis hebben, bij een afleiding gaat het om een woord waarvan de betekenis verandert door een affix, dat op zichzelf niet als woord wordt gebruikt. Zie bijvoorbeeld hoe het Groene Boekje prefix omschrijft.
De afbakening van wat wel en niet als affix kan worden beschouwd ligt niet helemaal vast, al was het maar omdat taal zich ontwikkelt. Een woord kan als onderdeel van samenstellingen een andere ontwikkeling doormaken dan als zelfstandige woord, waardoor het een ander woord lijkt en het kan ook zijn dat het als zelfstandig woord in onbruik raakt.
1. Om te beginnen speelt de afbakening van een taal daarbij een rol: wat we nu als affix beschouwen kan in het Proto-Indo-Europees, Proto-Germaans, Oudnederlands of Middelnederlands wel een zelfstandig woord zijn geweest. En als je je alleen richt op het hedendaags Nederlands zijn er nog weer meer woorden die de taalgebruiker op dit moment als een affix ervaart.
2. Doordat er in moderne talen vrij veel woorden voorkomen die zijn ontleend aan of gevormd uit woorden uit het Grieks of Latijn bestaat er een vrij grote groep "uitheemse voorvoegsels". Een beperkt deel daarvan wordt door Nederlandssprekenden gebruikt om nieuwe woorden te maken en zijn dus echt als voorvoegsels te beschouwen. Maar omdat het voor mensen handig is om vreemde woorden te begrijpen, bestaan er vrij omvangrijke lijsten van uitheemse voorvoegsels (en achtervoegsels). Zo'n lijst kan heel nuttig zijn, maar het heeft weinig zin die vermengen met een lijst van "echte" voorvoegsels, ook al is er een bescheiden overlap.
3. Aan deze groep verwant zijn "splinters (affixoids)": woorddelen van een ander woord die niet zelfstandig als woord voorkomen, maar wel worden gebruikt om nieuwe woorden mee te vormen, zoals euro- of -gate.
4. Een andere schemerzone zijn de zogenaamde "versterkende voorvoegsels": naarmate ze meer gangbaar worden als versterking, wordt de koppeling met de betekenis van het oorspronkelijke woord zwakker. Ook hier zijn zinvolle lijsten van te maken, maar volgens de vormleer blijven de gevormde woorden samenstellingen.
5. Bij werkwoorden zijn er heel veel samenstellingen met een voorafgaand bijwoord mogelijk. Deze vormen de hoofdmoot van de hierboven voorgestelde toevoegingen. Omdat er veel meer werkwoorden zijn dan bijwoorden, ontstaat er al snel een beeld waarin deze bijwoorden op voorvoegsels lijken. Ook hier zijn lijsten van te maken, maar de meerwaarde daarvan is beperkt: vaak is er een reeks mogelijke betekenissen die overeenkomen met die van het bijwoord of gaat het juist om idioom dat alleen per samengestelde vorm goed valt te beschrijven.
Het huidige artikel lijkt vrij nauw aan te sluiten bij de definitie in het Groene Boekje. Deze afbakening is zinvol omdat ze een rol speelt bij het toepassen van enkele spellingregels. Het artikel zou eventueel nog kunnen worden uitgebreid met enkele uitheemse voorvoegsels die gebruikt worden voor in het Nederlands gevormde woorden.
Ik zou zeker niet de weg opgaan waarbij alle woorddelen die aan het begin van een woord kunnen voorkomen simpelweg in één artikel worden gepropt. Het is zinvoller in de aanhef iets meer woorden te wijden aan de afbakening van de inhoud. Het kan daarnaast zeker zinvol zijn om artikelen (met lijsten) te wijden aan sommige categorieën die ik hierboven noem, als daarvoor een goede bron wordt gebruikt. En wie het leuk vindt dit soort lijsten aan te leggen en bij te houden, maak ik graag wegwijs op WikiWoordenboek waar er iets meer ruimte is voor oorspronkelijk onderzoek als het om taalfeiten gaat. MarcoSwart (overleg) 25 mei 2023 18:10 (CEST)Reageren