Paarse wasporia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Paarse wasporia
Paarse wasporia
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Basidiomyceten)
Klasse:Agaricomycetes
Orde:Polyporales
Familie:Irpicaceae
Geslacht:Ceriporia
Soort
Ceriporia purpurea
(Fr.) Donk (1971 [1])
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De paarse wasporia (Ceriporia purpurea) is een soort korstschimmel uit de familie Irpicaceae. Het werd voor het eerst beschreven door de Zweedse mycoloog Elias Magnus Fries in 1821 als Polyporus purpureus. Marinus Anton Donk gaf de schimmel zijn huidige naam toen hij hem in 1971 overbracht naar het geslacht Ceriporia.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De paarse wasporia is te herkennen aan de paarse reactie van de poriënlaag met KOH, vrij nauwe gaatjes (3-5/mm) en de grote cilindrische tot allantoide sporen (5-7(9) x 2-2,5 μm). De soort heeft voor het geslacht relatief grote vruchtlichamen (tot enkele vierkante decimeters). De kleur van de poriënlaag is variabel: eerst crème tot okergeel, snel verkleurend naar roze of paars, soms geeloranje. De basidia zijn 4-sporig en meten 8-23 x 4-6 μm.[2]

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

De soort komt voor aan de onderzijde van enigszins verteerde loofhouttakken; er is één vondst van naaldhout (spar, n = 298). De soort is van de volgende loofboomsoorten gemeld (n = 105, alle >1%): es 27%, populier 13%, esdoorn 11%, eik 8%, berk 8%, beuk 8%, wilg 7%, els 6%, paardekastanje 3% en iep 3%. Daar lijkt enige voorkeur voor es uit naar voren te komen.[3]

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland komt de paarse wasporia algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[3]

Onderzoek[bewerken | brontekst bewerken]

Een onderzoek uit 2016 identificeerde zes vergelijkbare Ceriporia-soorten, ook wel de Ceriporia purpurea-groep genoemd: Ceriporia bresadolae, de Europese soort C. torpida en C. triomfalis, en de Noord-Amerikaanse soort C. manzanitae en C. occidentalis. Ceriporia purpurea wordt wijd verspreid in de gematigde zone van Eurazië, waar het uitsluitend groeit op het ontbindende hout van loofbomen, en ook in het Noord-Oosten van Amerika.