Paul Nève

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Paul Nève
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Persoonlijke gegevens
Volledige naam Paul Lucien Nève
Geboren Sittard, 1 oktober 1933
Nationaliteit Vlag van Nederland Nederlands
Werkzaamheden
Vakgebied Rechtsgeschiedenis
Universiteit Katholieke Universiteit Nijmegen
Katholieke Universiteit Brabant
Proefschrift Het Rijkskamergerecht en de Nederlanden (1972)
Promotor J.Th. de Smidt
Soort hoogleraar Emeritus hoogleraar
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Onderwijs

Paul Lucien Nève (Sittard, 1 oktober 1933) is een Nederlands rechtshistoricus en emeritus hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Nève was een zoon van de Limburgse bankdirecteur en bestuurder mr. Emile Bernard Marie Herman Nève (1900-1990) en Anne Marie Hubert Sylvie Fouquet (1901-1989). Hij deed het gymnasium in Maastricht waarna hij in 1956 notariaatsexamens aflegde. In 1961 studeerde hij af in de rechten aan de Universiteit van Amsterdam, na zijn kandidaats in Leiden te hebben gedaan. Vanaf 1968 werkte hij aan de Amsterdamse universiteit. Op 9 juni 1972 promoveerde hij daar op Het Rijkskamergerecht en de Nederlanden. Competentie, territoir, archieven waarvoor hij in 1976 een Winkler Prinsprijs kreeg; zijn doctorstitel voert hij niet. In 1975 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar Romeins recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, als opvolger van Govaert van den Bergh die was benoemd in Utrecht. Per 1 augustus 1991 werd hij benoemd tot hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Brabant. In 1998 ging Nève met emeritaat waarbij hem een afscheidsbundel werd aangeboden.

Nève werkte geregeld mee aan huldebundels, zoals voor Antonius Johannes de Groot, Hans Ankum en Désiré Scheltens. Hij schreef voorts tientallen artikelen op zijn vakgebied, maar publiceerde ook op het gebied van notariaat en (Limburgse) geschiedenis.

Prof. mr. P.L. Nève was getrouwd met Marie-Thérèse Bogman (1934-1991) met wie hij een dochter had. In 1993 hertrouwde hij met rechtshistoricus dr. Regina Sprenger (1948).[1]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Rijkskamergerecht en de Nederlanden. Competentie, territoir, archieven. Assen, [1972] (proefschrift).
  • Recht en continuïteit. Enkele opmerkingen over de overname van het geleerde recht door de rechtspraktijk te Maastricht rond het jaar 1500. Zwolle, 1977 (inaugurele rede, Nijmegen).
  • [co-auteur] Het Gerard Noodt Instituut. Studiecentrum voor rechtsgeschiedenis aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Nijmegen, 1984.
  • Die Lütticher Revolution 1789 vor dem Reichskammergericht. [Wetzlar], 1990.
  • Driewerf Rome. Enkele opmerkingen over de (voor)geschiedenis van de grond- of mensenrechten. [Nijmegen], 1992 (inaugurele rede, Tilburg).
  • État de droit (Rechtsstaat), libertés individuelles et absence de contrôle judiciaire : quelques aspects de l'Histoire du Droit Constitutionnel néerlandais. Nijmegen, 1994.
  • Schets van een geschiedenis van het notarisambt in het huidige België tot aan de Franse wetgeving. Nijmegen, 1995.
  • L. J. van Apeldoorn (1886-1979). Bio-bibliografie. Nijmegen, 1997.
  • Eigendom in staat van ontbinding? Nijmegen, 1998 (afscheidsrede, Nijmegen).
  • Toetsing als toetssteen. Enkele rechtshistorische opmerkingen over het toetsingsrecht. Tilburg, 1998 (afscheidsrede, Tilburg).
  • De dertiende-eeuwse schepenoorkonden van Maastricht en Sint-Pieter, met enige latere transfixen, alsmede een schets van het juridisch statuut van onroerend goed te Maastricht. Maastricht, 2012.
  • [co-auteur] Een veertiende-eeuws register van de cijnzen van de Brabantse hertog in Lenculen en Maastricht. Bron voor de historische topografie van Maastricht en omgeving. Maastricht, 2017.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een rijk gerecht. Opstellen aangeboden aan prof. mr. P.L. Nève. Nijmegen, 1998.
  • Secundum ius. Opstellen aangeboden aan prof. mr. P.L. Nève. Nijmegen, 2005.