Peerreview

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Peerreview (Engels: peer review, ook wel aangeduid als: collegiale toetsing of onderlinge toetsing) is een methode om de kwaliteit van (geschreven) werk te verbeteren, verifiëren of controleren door het werk te onderwerpen aan de kritische blik van een aantal gelijken (Engels: peers), meestal vakgenoten of collega's van de auteur.

Academische gemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Vooral in de academische gemeenschap wordt deze methode gebezigd, in het bijzonder voor artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. Binnen de Nederlandse academische gemeenschap wordt om het fenomeen collegiale toetsing aan te duiden vrijwel uitsluitend de aan het Engels ontleende term peerreview gehanteerd. De werking van deze toetsing is gebaseerd op het vermoeden dat verschillende individuen verschillende fouten zullen opmerken, waardoor de kans dat een fout of tekortkoming van de auteur ontdekt en gecorrigeerd wordt, toeneemt. Daarnaast geldt in vele wetenschappelijke disciplines dat peerreview de enige vorm van kwaliteitsgarantie is, omdat reguliere redacteuren doorgaans de kennis en vaardigheden missen om een wetenschappelijke publicatie te beoordelen.

Wetenschappelijke peerreview geschiedt vaak anoniem. De vakgenoten die de toetsing verrichten zijn anoniem, soms de auteurs ook. Door de verregaande specialisatie die in vrijwel alle wetenschappelijke vakgebieden heeft plaatsgevonden, is er doorgaans slechts een kleine groep individuen die het werk naar waarde kunnen schatten. Het is gebruikelijk dat de auteurs een aantal mogelijke reviewers (beoordelaars) aanbevelen, maar de redacteur neemt de beslissing. Ook als de redacteur de namen van het artikel verwijdert, kan in de praktijk de reviewer op basis van citaten, onderzoeksgebied of andere aanwijzingen al snel een idee hebben omtrent de identiteit van de auteur. Wetenschappers die hun curriculum vitae op internet plaatsen en daarin een sectie met artikelen in voorbereiding opnemen, scheppen daarmee een andere bron om achter de identiteit van auteurs te komen. Omgekeerd is het wat lastiger, maar soms verraden de beoordelaars zichzelf, bijvoorbeeld door er op te staan dat er verwezen wordt naar een aantal van hun eigen publicaties. Enkele vakgebieden, zoals psychologie, hebben mede daarom de anonimiteit bij de peerreview opgeheven. In veel andere vakgebieden, zoals geschiedenis, biologie, milieukunde en marketing wordt het blind of dubbelblind reviewen nog gehanteerd, in elk geval formeel.

Er wordt vaak in verschillende ronden beoordeeld. Er kan een algehele afwijzing volgen in de eerste ronde. Indien echter een artikel in de ogen van de redacteur en de reviewers voldoende potentie heeft voor publicatie, worden de auteurs na de eerste kritiekronde in de gelegenheid gesteld om de voorgestelde verbeteringen aan te brengen. Het gebeurt zelden dat een artikel in de eerste ronde aangenomen wordt zonder het voorstellen van verbeteringen. Soms is dat op het vlak van typefouten, maar het kan ook noodzakelijk zijn het artikel grotendeels te herschrijven, bijvoorbeeld omdat er door de beoordelaar gewezen wordt op zaken die niet goed in rekening gebracht waren. Er kan ook verschil van inzichten of mening ontstaan tussen beoordelaar en schrijver. In dat geval volgen er nog meer ronden met, soms verhitte, discussie. Het dubbelblinde beoordelingsproces kan zo omschreven worden als een wisselwerking tussen drie partijen: de auteur, de redacteur en de reviewers. Elk van deze partijen heeft een mening omtrent de kwaliteit en grootte van de bijdrage, maar het is de redacteur die de uiteindelijke beslissing neemt.[1]

Kritiek op het proces[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de academische gemeenschap is er ook kritiek op peerreview.[2] Veel gehoorde kritiek is dat, onder andere door het falen van de anonimisering, gevestigde wetenschappers worden bevoordeeld. Peerreview kan ook een rol spelen in het onderdrukken van geldige en vernieuwende denkbeelden. Richard Horton, hoofdredacteur van het Britse medische tijdschrift The Lancet, verklaarde eens dat het peerreview bevooroordeeld, onrechtvaardig, oncontroleerbaar, onvolledig, vaak beledigend, meestal onwetend, soms dwaas en vaak verkeerd kan zijn.[3] Ook zouden reviewers bevooroordeeld zijn omdat zij hun vakgebied in een richting willen sturen die hunzelf welgevallig is. Ten slotte zouden reviewers ook te kwader trouw de geloofwaardigheid van een nieuwe publicatie in twijfel kunnen trekken, om hun eigen carrièrekansen te vergroten. Zij kunnen bijvoorbeeld daarna zelf vergelijkbaar onderzoek gaan uitvoeren dat wel gepubliceerd wordt. Zo kan een kleine groep onderzoekers zich een bepaald onderzoeksgebied toe-eigenen onder uitsluiting van buitenstaanders. Dit is niet bevorderlijk voor het falsificatie-proces dat wetenschappelijke vooruitgang stimuleert.

Ook auteurs proberen soms het beoordelingsproces te sturen, bijvoorbeeld door manuscripten vooraf ter lezing aan een mogelijk onwelgevallige beoordelaar op te sturen en deze persoon expliciet in de dankbetuiging op te nemen; zo wordt de potentiële reviewer al bij voorbaat gediskwalificeerd. Dergelijke strategieën en "trucs" gaven aanleiding tot de Noorderlicht-serie "Ellebogenwerk", waarin enkele topwetenschappers geïnterviewd worden over "ellebogenwerk" in de wetenschap.[4]

Een ander punt van kritiek is dat het proces wel erg lang kan duren. In het beste geval is dat een maand of wat, maar het is niet ongebruikelijk dat het een jaar of zelfs twee wordt, zeker als er onenigheid ontstaat. In een vakgebied dat snelle ontwikkelingen doormaakt kan dat fnuikend voor de wetenschappelijke communicatie werken. Ook dit neigt ernaar kliekvorming te bevorderen omdat onderzoekers die elkaar goed kennen elkaar vaak langs persoonlijke weg op de hoogte houden van hun jongste vorderingen met uitsluiting van 'buitenstaanders'. Een aantal wetenschappelijke tijdschriften wil in 2018 open peerreview inzetten om deze problemen te voorkomen.[5]

Notariaat[bewerken | brontekst bewerken]

Naar aanleiding van een aantal gevallen van fraude en misbruik door notarissen stelde de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie een intercollegiale toetsing voor waarbij notarissen elkaar moeten toetsen op naleving van de beroepseisen.[6]

Software en niet-wetenschappelijke teksten[bewerken | brontekst bewerken]

In de informatica, waar software vaak als onderzoeksmateriaal geldt, staat ook deze bloot aan peerreview. In dit vakgebied vindt publicatie doorgaans niet plaats in tijdschriften, maar in verhandelingen van conferenties en congressen. Eric Raymond beschreef het sociologische verschijnsel van peerreview binnen de opensourcegemeenschap in zijn artikel "The Cathedral and the Bazaar".

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]