Phymatinae
Phymatinae | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Phymata sp. | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Onderfamilie | |||||||||||||
Phymatinae Laporte, 1832 | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Phymatinae op ![]() | |||||||||||||
|
De Phymatinae zijn een onderfamilie van wantsen uit de familie roofwantsen (Reduviidae). Ze worden ook wel als een aparte familie Phymatidae gezien.
Uiterlijk
De voorpoten van deze roofwantsen zijn sterk ontwikkeld en hebben een tandachtige structuur, waardoor hij je aan een bidsprinkhaan doet denken. Ze hebben een sterk verbrede rand van het abdomen (Connexivum), die omhoog is gebogen. Ook de zijkanten van het halsschild zijn omhooggebogen. Door hun vorm en kleuren zijn ze heel goed gecamoufleerd. De antennes bestaan uit vier segmenten. Op de kop zijn twee ocelli. De lengte is 5 – 12 mm. Phymatinae is afgeleid van het Griekse Phymata, dat gezwollen betekent en vermoedelijk verwijst naar het aan de zijkanten vergrote achterlichaam en de gezwollen dijbenen.
Verspreiding en habitat
De onderfamilie komt vooral voor in de tropische delen van Amerika en Azië.
Leefwijze
Deze roofzuchtige wantsen liggen op de loer om hun prooi te vangen (meestal tussen bloemen) en hebben daarbij voordeel van hun hun uitstekende camouflage. Net als bidsprinkhanen vangen ze de prooi met hun voorpoten. Die prooi kan veel groter zijn dan hun eigen grootte.
Voorbeelden
-
Phymata sp.
-
Phymatinae nimf, Virginia.
-
Phymatinae, India.
-
Phymata sp. Noord America
Taxonomie
Phymatinae werden beschouwd als een aparte familie binnen Cimicomorpha (Froeschner & Kormilev (1989), Maldonado (1990)) en de naam Phymatidae wordt nog steeds gebruikt in sommige literatuur en websites. Carayon, Usinger and Wygodzinsky (1958) waren de eersten die Phymatidae reduceerden tot een onderfamilie binnen de familie Reduviidae, In een recente analyse (Weirauch 2008) werd dat bevestigd. Daarom hoort de naam Phymatidae niet meer te worden gebruikt.[1]
In de onderfamilie Phymatinae komen de volgende soorten voor.:
- Lophoscutus Kormilev, 1951
- Lophoscutus affinis Guérin-Méneville, 1838
- Lophoscutus prehensilis Fabricius, 1803
- Macrocephalus Swederus, 1787
- Macrocephalus arizonicus Cockerell, 1900
- Macrocephalus barberi Evans, 1931
- Macrocephalus cimicoides Swederus, 1787
- Macrocephalus dorannae Evans, 1931
- Macrocephalus gracilis Handlirsch, 1897
- Macrocephalus manicatus Fabricius, 1803
- Macrocephalus notatus Westwood, 1841
- Macrocephalus similis Kormilev, 1972
- Macrocephalus uhleri Handlirsch, 1898
- Phymata Latreille, 1802
- Phymata albopicta Handlirsch, 1897
- Phymata americana Melin, 1930
- Phymata arctostaphylae Van Duzee, 1914
- Phymata borica Evans, 1931
- Phymata crassipes, randroofwants Fabricius, 1775
- Phymata fasciata Gray, 1832
- Phymata granulosa Handlirsch, 1897
- Phymata luteomarginata Kormilev, 1957
- Phymata luxa Evans, 1931
- Phymata maculata Kormilev, 1957
- Phymata noualhieri Handlirsch, 1897
- Phymata pacifica Evans, 1931
- Phymata pallida Kormilev, 1957
- Phymata pennsylvanica Handlirsch, 1897
- Phymata rossi Evans, 1931
- Phymata saileri Kormilev, 1957
- Phymata salicis Cockerell, 1900
- Phymata vicina Handlirsch, 1897