Naar inhoud springen

Liggende ganzerik

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Potentilla supina)
Liggende ganzerik
Liggende ganzerik
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Potentilla (Ganzerik)
Soort
Potentilla supina
L. (1753)
Liggende ganzerik
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Liggende ganzerik op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De liggende ganzerik (Potentilla supina) is een eenjarige of een kortlevende, meerjarige, kruidachtige plant uit de rozenfamilie (Rosaceae).

De soort komt van nature voor in de gematigde en warmere gebieden van Europa en Azië. Van het westen van Frankrijk tot aan het zuidelijke Oost-Europa en van Zuid-Siberië tot China en Korea. Meer naar het noorden tot Midden-Scandinavië en meer naar het zuiden tot in Noord-Afrika, Anatolië, Irak, Iran, Armenië en in het Centraal-Aziatische gebergte komt ze spaarzaam voor.

Op de Nederlandse Rode lijst van planten staat de plant als stabiel of in aantal toegenomen en vrij zeldzaam. In Vlaanderen is ze zeer zeldzaam en in Wallonië is de plant na de jaren 1970 niet meer gevonden.

Liggende ganzerik wordt 5-45 cm hoog en heeft liggende of opstijgende, niet op de knopen wortelende, afstaand behaarde, vertakte stengels. De geveerde bladeren hebben drie tot zeven paar, 1-3 cm lange, lijnvormige tot omgekeerd eironde blaadjes met een grof gezaagde tot veervormige rand. Het topblaadje is vaak diep gespleten. De onderste twee blaadjes zijn niet op dezelfde hoogte aangehecht als de bovenste. De boven- en onderkant van de blaadjes hebben een groene kleur.

De plant bloeit met 6-10 mm brede, lichtgele bloemen van juni tot in september. De bloemsteel is 5-20 mm lang en is na de bloei naar beneden gebogen. De kroonbladeren zijn veel korter dan de 3-4 mm lange, driehoekige kelkbladeren. Tussen de kelkslippen zitten kleinere bijkelkslippen. Het schutblad lijkt sterk op een gewoon blad en bedekken de jonge bloeiwijze. De bloemen zitten in de bladoksels of in bebladerde bijschermen aan de top van de stengel.

De vrucht is botanisch gezien een schijnvrucht met daarop de dopvruchtjes (pitjes).

Gehele plant

Groeiplaatsen

[bewerken | brontekst bewerken]

Liggende ganzerik groeit onder andere op natte, zomers droogvallende voedselrijke grond aan rivieroevers en open omgewerkte grond.

  • Haeupler/Muer: Bildatlas der Farn- und Blütenpflanzen Deutschlands, Ulmer Verlag, Stuttgart, 2000, ISBN 3-8001-3364-4
  • Adler, Oswald, Fischer: Exkursionsflora von Österreich. Ulmer Verlag, Stuttgart und Wien, 1994, ISBN 3-8001-3461-6
  • Binz, Heitz: Schul- und Exkursionsflora für die Schweiz, Schwabe & Co. AG, Basel, 1986, ISBN 3-7965-0832-4
  • Oberdorfer: Pflanzensoziologische Exkursionsflora, Ulmer Verlag, Stuttgart, 1990, ISBN 3-8001-3454-3
  • Garcke: Illustrierte Flora, 1972, Verlag Paul Parey, ISBN 3-489-68034-0
[bewerken | brontekst bewerken]
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Potentilla supina op Wikimedia Commons.