Raffaele de Courten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Raffaele de Courten
Raffaele de Courten
Geboren 23 september 1888
Milaan, Lombardije, Koninkrijk Italië
Overleden 23 september 1978
Frascati, Lazio, Italië
Land/zijde Koninkrijk Italië
Vlag van Italië Italië
Onderdeel Regia Marina
Marine luchtvaardienst
Dienstjaren 1906 - 1946
Rang Admiraal
(Ammiraglio di Armata)
Eenheid Slagschip Vittorio Emanuele[1][2][3]
Slagschip Benedetto Brin[1][2][3]
Luchtschip Città di Jesi[1][2][3]
Bevel Kruiser Aosta
7ª Divisione Navale[1]
(8 januari 1941 -
3 juli 1942)[4]
8ª Divisione Navale[1]
(1 januari 1943 -
14 maart 1943)[4]
Ispettorato Armi Subacquee
(juni 1938)[2][3][1]
Sottocapo di Stato Maggiore della Marina
(Maart 1943)
Capo di Stato Maggiore della Marina[4] (29 juli 1943)[1]
Minister van Marine
(27 juli 1943 - 17 april 1944)
(18 juni 1944 - 14 juli 1946)
Slagen/oorlogen Italiaans-Turkse Oorlog

Eerste Wereldoorlog

  • Campagne op de Adriatische Zee tijdens de Eerste Wereldoorlog

Spaanse Burgeroorlog


Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen
Ander werk Marine attaché in Berlijn
(juli 1933 - februari 1936)[2][3][1]
Speciale liaison marine officier voor de Japanse Keizerlijke Marine in Tokio
(december 1937 -
mei 1938)[3][2]

Raffaele de Courten (Milaan, 23 september 1888 - Frascati, 23 september 1978) was een Italiaanse Ammiraglio di Armata (admiraal) in de Regia Marina tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was de laatste stafchef van de Regia Marina. Hij diende in vier oorlogen.

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Raffaele de Courten werd op 23 september 1888 in Milaan geboren. In 1906 ging Courten naar de Academie van de Marine in Livorno, waar hij in 1910 afstudeerde, en tot Guardiamarina (Luitenant-ter-zee) bevorderd werd. Hij diende op de slagschepen Vittorio Emanuele en Benedetto Brin tijdens de Italiaans-Turkse Oorlog[1][2].

Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Op 5 augustus 1915 nam hij met zijn luchtschip Città di Jesi aan een aanval op het Oostenrijks steunpunt in Pola deel. Tijdens deze aanval werd zijn luchtschip uit de lucht geschoten en Courten werd krijgsgevangen gemaakt. In juni 1917 werd hij als krijgsgevangene uitgewisseld[2][3][1].

Interbellum[bewerken | brontekst bewerken]

Tussen de beide wereldoorlogen in commandeerde hij een onderzeeboot en een torpedobootjager. De Courten ontwikkelde een reputatie als een expert op het gebied van de onderzeeboten[2][3]. Vanaf juli 1933 tot februari 1936 was Courten marine-attaché in Berlijn. Courten had een Duitse moeder, waardoor hij vloeiend Duits sprak. Hierdoor kon hij als attaché in Berlijn goede relaties met Adolf Hitler onderhouden[3]. Hij werd tot commandant van de kruiser Aosta benoemd, en nam deel aan de Spaanse Burgeroorlog door het bombarderen van de republikeinse stelling in Valencia[2]. In juni 1938 werd Courten tot Ispettorato Armi Subacquee (Inspectie van het Onderzeewapen) benoemd[3][2]. Zijn taken waren de efficiëntie te verhogen van de onderzeeboten, torpedo's en mijnen. Hij was ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een speciaal klein, snel vaartuig voor offensieve taken, en de selectie van Italiaans personeel voor de marine commando's[2].

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf maar 1941 kreeg hij als Ammiraglio di Divisione (Schout-bij-nacht) het commando over 7ª Divisione Navale (7e Marine Divisie) en de 8ª Divisione Navale (8e Marine Divisie) van de Italiaanse marine[1][3][2], en nam onder andere deel aan de eerste slag om Sirte, operatie Vigorous en operatie Harpoon in juli 1942. Voor zijn inzet tijdens operatie Harpoon werd De Courten met de Zilveren medaille voor Dapperheid onderscheiden[1]. In maart 1943 werd De Courten tot Sottocapo di Stato Maggiore della Marina (plaatsvervangend stafchef van de Marine) benoemd. Hij werd de nummer drie in de Supermarina (Italiaans Hoge Marine Commando), na admiraals Arturo Riccardi en Luigi Sansonetti. Hij hield zich hoofdzakelijk bezig met administratieve verantwoordelijkheden, zodat Sansonetti zich op de marineoperaties kon concentreren[3].

Na de val van Mussolini, werd hij in de regering Badoglio op 27 juli 1943 als opvolger van Arturo Riccardi tot minister van Marine benoemd. En op 29 juli 1943 werd hij tot stafchef van de marine benoemd. In oktober 1943 tekende De Courten een verdrag met admiraal Andrew Cunningham over medewerking van de Italiaanse marine tegen nazi-Duitsland[1][3][2]. De Courten probeerde voor en na de wapenstilstand van 8 september 1943 de belangen en het bij elkaar houden van de vloot veilig te stellen. Hoewel ze van 1943 tot 1945 met delen van de marine aan de geallieerde zijde opereerde, moesten harde beperkingen en restricties geaccepteerd worden in het daaropvolgende vredesverdrag. Eind 1946 trad De Courten af, als teken van protest tegen de voorwaarden opgelegd door het verdrag[1].

Burgerleven[bewerken | brontekst bewerken]

In september 1946 kreeg De Courten een kreeg een ernstig auto-ongeluk[2].

Van 2 oktober 1952 tot 19 februari 1959 was hij president van Italia Marittima. En van 1 januari 1951 tot juli 1952 was hij president van de Verzekeringsmaatschappij Riunione Adriatica di Sicurtà[5]. Hierna ging hij met pensioen en overleed op 23 augustus 1978 in Frascati.

Militaire carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Publicatie[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]