Railroader

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Railroader of Frans(ch)e tram is de naam van een type paardentram. Het was een Franse vinding van een zwaar rijtuig dat diende om passagiers en post te vervoeren en dat getrokken door paarden, verplaatst werd via zowel gegroefde spoorstaven (rails) als, indien nodig, over de weg.

In Frankrijk werd de railroader, daar genoemd le chemin de fer américain, voor het eerst gebruikt in 1855 op de route Parijs (la Place de la Concorde) - Versailles. De Nederlandse civiel ingenieur Cornelis Soetens, die toen in Parijs woonde, bracht dit idee naar Nederland, toen hij zich weer in Den Haag vestigde en zich beijverde om diverse paardentramlijnen aan te laten leggen.

In Nederland vond de railroader door Soetens' plannen in 1866 toepassing door de Algemeene Nederlandsche Railroute-Maatschappij (ANRM) op het traject Den Haag – Rijswijk – Delft.[1] Het vervoer met een koets over de hobbelige bestrating was oncomfortabel, waardoor werd gekozen voor het rijden via spoorstaven. Deze waren gegroefd, zodat de wielen van het voertuig daarin pasten, niet meer over hobbelige wegen moest worden gereden en het voertuig een vloeiende lijn volgde. Voor de rit via de spoorstaven werd het draaistel vastgezet, en was het voertuig een paardentram. De Hoornbrug in Rijswijk vormde echter een obstakel, omdat daar geen spoorstaven konden worden aangelegd. Hier eindigden de spoorstaven, werd het draaistel losgemaakt en reed de railroader als omnibus over de weg totdat de brug was gepasseerd, waarna het voertuig weer via spoorstaven werd verder getrokken. Een soortgelijke situatie deed zich voor bij het kruisen van de spoorlijn Leiden – Den Haag. Deze verbinding bleef in stand totdat de ANRM in 1874 besloot de exploitatie wegens financiële moeilijkheden te staken. De ANRM werd in 1875 failliet verklaard.

Een soortgelijke, modernere versie van het voertuig was de Duitse Schi-Stra-Bus (Schienen-Straßen-Omnibus) die van 1953 tot 1968 toepassing vond. Deze reed echter over normale spoorstaven in plaats van in spoorstaven, werd door een dieselmotor aangedreven, en werd bij het op de rails gaan terplekke voorzien van raildolly's, een onder de vooras en een achter de achterwielen. De aangedreven achterwielen zorgden voor de tractie op de rails.

In Japan heeft een moderne versie van de railroader zijn intrede gedaan als een bus die door het neerlaten van ingebouwde dolly's ook op rails kan rijden. Het voertuig heeft de naam Dual Mode Vehicle (DMV) gekregen en wordt ingezet bij de Asa Coast Railway in Shikoku.[2][3]

De term Railroader kan ook betekenen: trein, passagierswagon. Ook niet te verwarren met railbus of geleide bus.