Ramblerrozen
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/c7/Rosa_Maria_Lisa_01.jpg/260px-Rosa_Maria_Lisa_01.jpg)
Ramblerrozen (ook rambler of liaanrozen genoemd) vormen een aparte groep van bijzonder krachtig groeiende rozen die met hun kruipende, lange, soepele takken 5-6 m hoog in bomen kunnen klimmen. In Engeland hebben deze rozen de speciale naam rambler gekregen, die ook in Nederland gebruikelijk is en letterlijk zwervers betekent. In België worden ze liaanrozen genoemd. Klimrozen (Engels: climber) hebben starre, stijve takken.
Ramblerrozen bloeien eenmaal per jaar vanaf het einde van de lente tot in het begin van de zomer (juni-juli). De bloemen zijn klein en meestal enkelbloemig maar ze bloeien lang en zeer talrijk in grote trossen. Ramblerrozen worden gebruikt om er priëlen, pergola's of rozenbogen mee te laten begroeien.
Wilde ramblerrozen
De volgende wilde rozen worden tot de ramblerrozen gerekend:
Rosa multiflora
Rosa multiflora komt van nature voor in Oost-Azie en is daar een heesterroos met takken, die in hoge bogen breed uit elkaar groeien. Ze bereikt een hoogte van 3 m en werd voor het eerst benoemd in 1784 door de Zweedse natuuronderzoeker Carl Peter Thunberg. Ze wordt ook vaak als onderstam bij het enten van ramblerrozen gebruikt.
Rosa brunonii
Rosa brunonii (ook Rosa moschata var. nepalensis genoemd) is een wilde roos uit de Himalaya, waar ze van nature tot in hoogtes van 1500-2400 m als 5-12 m hoge struik voorkomt. Het verspreidingsgebied reikt van Kasjmir en Afghanistan tot in het westelijke gebergte van de Chineese provincie Sichuan. John Lindley benoemde in 1820 Rosa brunonii naar de Schotse botanicus Robert Brown, ook bekend van de later naar hem genoemde brownse beweging. De bloemen van deze roos verspreiden een muskusachtige geur.
Rosa wichurana
Rosa wichurana (vroeger Rosa luciae var. wichuraiana en Rosa wichuraiana genoemd) komt van nature voor in Japan, Oost-China en Korea en is daar een bodembedekkende roos met tot 5 m lange, kruipende takken. In streken met een zacht klimaat is ze semi-groenblijvend en wordt ook memorial rose genoemd. Ze werd in 1896 op naam gesteld door de Belgische botanicus François Crépin in het Bulletin van de Koninklijke Belgische Botanische Vereniging.[1] Ze is benoemd naar de Duitse botanicus Max Ernst Wichura (1817–1866) die de roos van een diplomatieke missie uit Japan meebracht. Als eerste kweekte de Franse rozenkweker René Barbier hiermee verschillende soorten ramblerrozen.[2]
Rosa helenae
Rosa helenae komt van nature voor in Vietnam, Laos, Cambodja en in de Chinese provincies Gansu, Guizhou , Hubei , Shaanxi, Sichuan en Yunnan. Ze is daar een tot 7 m hoge heesterroos. De Engelse botanicus Ernest Henry Wilson bracht in 1900 de wilde ramblerroos mee voor het Arnold Arboretum en noemde deze rozensoort naar zijn vrouw Helen. Onder de ramblerrozen is ze de meest winterharde.
Rosa filipes
Rosa filipes komt van nature voor in de Chinese provincies Gansu, Shaanxi, Sichuan, Yunnan en in de Tibetaanse Autonome Regio. Ze groeien daar op hoogtes van 1300-2300 m en worden als heesters 3-5 m hoog. In bomen bereiken ze hoogten van 25 m. De wilde ramblerroos werd in 1908 in de Chinese provincie Sichuan gevonden en is voor het eerst benoemd in 1915 door de Engelse botanicus Ernest Henry Wilson en de Duits-Amerikaanse botanicus Alfred Rehder.
Rosa filipes 'Kiftsgate'
Rosa filipes 'Kiftsgate' werd 1954 door E. Murell als zaailing van Rosa filipes in Kiftsgate Court in Gloucestershire ontdekt.
-
Rosa multiflora (C. P. Thunberg 1784)
-
Rosa brunonii (J. Lindley 1820)
-
Rosa wichurana (F. Crépin 1896)
-
Rosa helenae (Rehder & E. H. Wilson 1900)
-
Rosa filipes (Rehder & E. H. Wilson 1915)
-
Rosa filipes 'Kiftsgate' (Murell 1954)
Turner's Crimson Rambler
De karmozijnrode Chinese hybride tuinroos Crimson Rambler kwam in 1878 vanuit Japan naar Europa en is vermoedelijk een kruising tussen Rosa multiflora, Rosa wichurana en Rosa chinensis. In het oorsprongsland China is ze onder de naam Shí jiěmèi (tien zussen) en in Japan onder de naam Soukara-Ibara bekend. Arthur Turner, de zoon van Charles Turner van de koninklijke kwekerij in Slough, introduceerde deze roos in 1893 in Engeland onder de naam Turners Crimson Rambler. Ze was zo populair, dat al gauw de naam rambler voor al dit soort klimrozen in zwang raakte.
-
Crimson Rambler (Turner 1893)
Hybriden
Al vanaf het begin van de 19e eeuw begonnen rozenkwekers Rosa multiflora en later ook Rosa brunonii, Rosa wichurana en Rosa helenae met andere soorten te kruisen om de rozen te veredelen. Er ontstonden onder andere de navolgende hybriden:
Multiflora hybriden
-
Alfred Dietrich (Mertens 1980)
-
Apple Blossom (Burbank 1932)
-
Blush Rambler (Cant 1903)
-
Bobbie James (Sunningdale 1961)
-
Bordeaux (Soupert & Notting 1908)
-
Chevy Chase (Hansen 1939)
-
Corporal Johann Nagy (Geschwind 1890)
-
Ghislaine de fréligonde (Turbat 1916)
-
Goldfinch (Paul 1907)
-
Hackeburg (Kiese 1912)
-
Ida Klemm (Walter 1906)
-
Maria Lisa (Liebau 1936)
-
Nymphe Egeria (Geschwind 1893)
-
Pemberton's White Rambler (Pemberton 1914)
-
Perennial Blue (Mehring 2003)
-
Perle vom Wienerwald (Praskač 1913)
-
Rambling Rector (Hill 1910)
-
Russelliana (Cormack & Sinclair voor 1826)
-
Tausendschön (Schmidt 1906)
-
Thalia (Schmitt 1895)
-
Veilchenblau (Schmidt 1909)
Brunonii hybriden
-
Francis E. Lester (Lester 1946)
-
Paul's Himalayan Musk (Paul 1916)
-
The Garland (Wells 1835)
Wichurana hybriden
-
Albéric Barbier (Barbier 1900)
-
Albertine (Barbier 1921)
-
Alexandre Girault (Barbier 1909)
-
American Pillar (Van Fleet 1902)
-
Dorothy Perkins (Perkins 1901)
-
Excelsa (Walsh 1908)
-
Fernande Krier (Walter 1925)
-
François Juranville (Barbier 1906)
-
Frau Liesel Brauer (Thönges 1938)
-
Léontine Gervais (Barbier 1903)
-
Minnehaha (Walsh 1904)
-
Professor C. S. Sargent (Hoopes & Thomas 1903)
-
Purpurtraum (Kayser & Seibert 1922)
-
Sanders White Rambler (Sander 1912)
-
Super Dorothy (Hetzel 1986)
-
Super Excelsa (Hetzel 1986)
-
Troubadour (Walsh 1910)
Helenae hybriden
-
Lykkefund (Olsen 1930)
Kruisingen met Crimson Rambler
-
Cinderella (Walsh 1909)
-
Farquhar (Dawson 1903)
-
Geschwinds Schönste (Geschwind ca. 1900)
-
Hiawatha (Walsh 1904)
-
Psyche (Paul 1899)
Literatuur
- Charles Quest-Ritson, Climbing roses of the world, Portland, Timber Press, 2003. ISBN 0-88192-563-2
- ↑ François Crépin, Bulletin van de Koninklijke Belgische Botanische Vereniging, Deel 35 (1896), pp. 19-23
- ↑ Lloyd Chapman, The Barbiers and their Roses