Roodpootpademelon
Roodpootpademelon IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Thylogale stigmatica (Gould, 1860) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Roodpootpademelon op Wikispecies | |||||||||||||
|
De roodpootpademelon (Thylogale stigmatica) is een kangoeroe uit het geslacht Thylogale. Deze soort leeft in het oosten van Australië en in zuidelijk Nieuw-Guinea.
Uiterlijk
De roodpootpademelon heeft een lichaamslengte van 53 tot 62 cm en een staart van 32 tot 45 cm lang. Het gewicht bedraagt 4 tot 6.5 kg. Mannelijke dieren zijn over het algemeen groter dan vrouwelijke roodpootpademelons. Het is een steviggebouwd dier met een korte, stijve staart die in rust tussen de achterpoten en het onderlichaam wordt gehouden. De rug is grijsbruin van kleur, de buik en hals zijn roomwit en de flanken, kop en poten zijn roodbruin.
Leefwijze
De roodpootpademelon is een planteneter die meestal solitair en soms in kleine groepen leeft. Deze soort is actief tijdens zowel de dag als de nacht. Overdag gaat de roodpootpademelon in het bos op zoek naar bladeren en afgevallen vruchten. 's Nachts verlaat het dier het bos om zich te voeden met gras. De roodpootpademelon gaat zelden meer dan zeventig meter van de bosrand vandaan tijdens het grazen. Bij gevaar vlucht het dier terug naar het bos. De roodpootpademelon kan tot acht jaar oud worden.
Verspreiding
De roodpootpademelon leeft in de dichte regenwouden, eucalyptusbossen en boomsavannes van de Australische oostkust en zuidelijk Nieuw-Guinea. In Australië komt de soort voor van het noorden van het Kaap York-schiereiland in Queensland tot Tamworth en Sydney in Nieuw-Zuid-Wales. In Nieuw-Guinea leeft de roodpootpademelon alleen in de savannes ten zuiden van de rivier Fly in zuidwestelijk Papoea-Nieuw-Guinea.
Ondersoorten
Er worden vier ondersoorten onderscheiden: T. s. stigmatica uit de regio rondom Cairns in Queensland, T. s. coxenii die in Kaap York leeft, T. s. wilcoxi uit Nieuw-Zuid-Wales en zuidelijk Queensland, en T. s. oriomo die voorkomt op Nieuw-Guinea.