Witte satijnvezelkop
Uiterlijk
Satijnvezelkop | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Inocybe geophylla (Pers.) P.Kumm. (1871) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
|
De satijnvezelkop (Inocybe geophylla) is een giftige paddenstoel. De 1-5 cm brede hoed groeit eerst in een kegelvorm maar spreidt zich later uit en wordt dan bultig. De randen zijn vaak gespleten. De paddenstoel heeft een witte of lichtviolette kleur.
De steel wordt 3-6 cm lang en heeft dezelfde kleur als de hoed. De paddenstoel heeft een muffe geur en groeit vrijwel altijd in groepen op vochtige naald- of loofbosgronden. Hij is soms ook te vinden langs wegen, op de heide en in de duinen. De paddenstoel wordt in de zomer en in de herfst gevonden.