Sjabloon:Taalwoordvolgordefrequentie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Woord-
volgorde
Nederlands
voorbeeld
Percentage
van alle talen
Voorbeeldtalen
SOV "Zij hem ziet." 45% Bengaals, Hindi-Urdu, Japans, Koreaans, Latijn, Oudgrieks, Perzisch, Sanskriet
SVO "Zij ziet hem." 42% Chinees, Engels, Frans, Hausa, Italiaans, Nederlands, Maleis, Russisch, Spaans
VSO "Ziet zij hem." 9% Arabisch, Bijbels Hebreeuws, Filipijns, Iers, Toeareg, Welsh
VOS "Ziet hem zij." 3% Malagasitalen, Baure, Car
OVS "Hem ziet zij." 1% Apalaí, Hixkaryana, Klingon
OSV "Hem zij ziet." 0% Warau, Kabardijns
Frequentie van woordvolgordes in talen bestudeerd door Russell S. Tomlin in 1986[1][2]