Kleine kaaszwam
Kleine kaaszwam | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Skeletocutis nivea (Jungh.) Jean Keller (1979) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
|
De kleine kaaszwam (Skeletocutis nivea) is een schimmel op loofhout die behoort tot de familie Incrustoporiaceae. De soort leeft saprotroof op afgevallen takken, minder vaak op stammen van loofbomen zoals Fagus-soorten, eiken (Quercus), elzen (Alnus), populieren (Populus), esdoorns (Acer), vooral in loofbossen op vochtige voedselrijke bodem. Hij veroorzaakt witrot.
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Het vruchtlichaam is wit, maar wordt bij het ouder worden bruin en heeft dunne poriën. De sporen zijn cilindrisch, glad, licht allantoïsch (worstvormig), inamyloïde en meten 4-5 × 0,5-1 µm.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]In Nederland komt de kleine kaaszwam zeer algemeen voor.[1]
Foto's
[bewerken | brontekst bewerken]-
Poriën
-
Dwarsdoorsnede
-
Kleine kaaszwam op een dood takje
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]Tyromyces chioneus [2]
Trametes nivea (Jungh.) Corner 1989[3]
Incrustoporia semipileata (Peck) Domanski 1972[4]
Incrustoporia nivea (Jungh.) Ryvarden 1972[5]
Leptotrimitus semipileatus (Peck) Pouzar 1966[6]
Leptoporus semipileatus (Peck) Pilát 1938[7]
Polyporus hymeniicola Murrill 1920[8]
Tyromyces semipileatus (Peck) Murrill 1907[9]
Microporus niveus (Jungh.) Kuntze 1898[10]
Polystictus niveus (Jungh.) Cooke 1886[11]
Polyporus semipileatus Peck 1883[12]
Polyporus niveus Jungh. 1839[13]
Polyporus chioneus [14]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
- ↑ sensu Cunningham; fide Rajchenberg (1995) CABI databases, geraadpleegd 24 januari 2013
- ↑ Corner, E.J.H. (1989) Ad Polyporaceas VI. The genus Trametes, In: Beih. Nova Hedwigia 97:197 pp. + 8 pl.
- ↑ Domanski (1972), In: Norw. Jl Bot.:232
- ↑ Ryvarden (1972), In: Norw. Jl Bot. 19:232
- ↑ Pouzar (1966), In: Ceská Mykol. 20:175
- ↑ Pilát (1938), In: Atlas Champ. l'Europe (Praha) 3:183
- ↑ Murrill (1920), In: Mycologia 12(6):305
- ↑ Murrill (1907), In: N. Amer. Fl. (New York) 9(1):35
- ↑ Kuntze (1898), In: Revis. gen. pl. (Leipzig) 3(2):496
- ↑ Cooke (1886), In: Grevillea 14(no. 71):87
- ↑ Peck (1883), In: Ann. Rep. N.Y. St. Mus. nat. Hist. 34:43
- ↑ Jungh. (1839), In: Verh. Batav. Genootsch. Kunst. Wet. 17:48
- ↑ sensu Cunningham; fide Buchanan & Ryvarden (2000) CABI databases, geraadpleegd 24 januari 2013