Slag bij Mursa
Slag bij Mursa
| ||||
Datum | 28 september 351 | |||
Locatie | Mursa, Pannonia (het huidige Osijek, Kroatië) | |||
Resultaat | Overwinning voor Constantius | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
De Slag bij Mursa vond plaats in de nazomer van 351. In de slag vocht het Romeinse leger van Constantius II tegen de strijdkrachten van usurpator Magnentius. De slag eindigde onbeslist.
Achtergrond[bewerken]
Nadat Magnentius zich, na de moord op keizer Constans, tot keizer had laten uitroepen, werd hem deze positie betwist door Constantius II de broer van de vermoorde keizer. Constantius benoemde zijn neef Constantius Gallus tot medekeizer en trok ten strijde tegen Magnentius.
Vóór de slag zond Constantius zijn gezant Flavius Philippus om te onderhandelen met Magnentius. Dit overleg leverde niet veel op, maar leidde er wel toe dat één van Magnentius' commandanten, Silvanus en zijn mannen overliepen naar Constantius. De dag daarop barstte de strijd los. Bij Mursa (hedendaags Osijek), bij de samenvloeiing van de Drau (of Drava) en de Donau, vond de confrontatie tussen beide legers plaats. Er werd hevig gevochten maar de slag leverde geen duidelijke winnaar op.
De veldslag was wel één van de bloedigste uit de Romeinse geschiedenis: Magnentius verloor twee derde van zijn troepen en Constantius de helft van zijn leger. In totaal sneuvelden 54 000 soldaten, net in een periode waarin het keizerrijk omringd en bedreigd werd door vele vijanden.
Na de slag trok Magnentius zich via Noord-Italië over de Alpen naar Gallië terug. Met veel moeite hield hij zich daar staande. Twee jaar later werd hij gedwongen opnieuw slag te leveren, dat was in de Slag bij Mons Seleucus.
Bronnen[bewerken]
- Eutropius
- Aurelius Victor, Liber de Caesaribus
- Zosimus
- Johannes van Antiochië
- Zonaras