Slanke kaardenbol
| Slanke kaardenbol | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Dipsacus strigosus Willd. ex Roem. & Schult. (1818) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||||
Slanke kaardenbol op  Wikispecies
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
De slanke kaardebol (Dipsacus strigosus) is een tweejarige plant uit de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae). De plant komt van nature voor in Rusland. In Nederland is de soort adventief en zeldzaam. De slanke kaardebol lijk veel op de kleine kaardebol, maar deze heeft violette helmknoppen en de slanke kaardebol witte tot roomwitte. De hoofdjes van de kleine kaardebol zijn kleiner dan die van de slanke kaardebol. Het aantal chromosomen is 2n = 18.
De plant wordt 50 - 200 cm hoog. De eironde rozetbladeren hebben een lange bladsteel en staan schuin omhoog. De gesteelde, onderste stengelbladeren zijn aan de voet niet vergroeid. De bovenste stengelbladeren zijn driedelig met een grote topslip en kleine zijslippen.
De slanke kaardebol bloeit in met lichtgele bloemen in 30 - 40 mm brede hoofdjes. De spits toelopende omwindselbladeren zijn langer dan de 15 - 20 mm lange stroschubben en alleen aan de achterkant gewimperd. De meeldraden hebben witte tot lichtgele of groenachtige helmknoppen.
De vrucht is een grijsbruin nootje.
De slanke kaardebol komt voor op braakland en in wegbermen.
-
Plant -
Bloeiende plant -
Bovenste stengelblad -
Stroschub
.JPG)
Externe link
· 
· 
