Sociale Verzekeringsbank
Sociale Verzekeringsbank | ||
---|---|---|
![]() | ||
Geschiedenis | ||
Type | zbo | |
Valt onder | Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | |
Hoofdkantoor | Amstelveen | |
Media | ||
Website | https://www.svb.nl/ |

De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is de oudste uitvoerder op het gebied van sociale zekerheid in Nederland.
De SVB is verantwoordelijk voor de uitvoering van het AOW-pensioen, de kinderbijslag, de AIO en enkele andere regelingen. Daarnaast verzorgt de SVB een deel van de werkzaamheden van het persoonsgebonden budget (pgb) voor alle klanten, zoals het beheren van de budgetten voor budgethouders en het betalen van de zorgverleners. Ook doet SVB desgewenst de salarisadministratie voor pgb-budgethouders.
Zo'n 5,7 miljoen mensen in Nederland en rechthebbenden in het buitenland hebben te maken met de SVB. Op jaarbasis keert het bestuursorgaan ruim 50 miljard euro uit aan wie daar wettelijk recht op heeft.
De SVB is betrokken bij de voorbereiding van nieuwe regelingen en adviseert opdrachtgevers over de uitvoering.
Organisatie[bewerken | brontekst bewerken]
De SVB is een zelfstandig bestuursorgaan. De raad van bestuur van de SVB wordt aangesteld door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De raad van bestuur bestaat uit de voorzitter Simon Sibma en leden Diana Starmans en Richard Wielinga.
De SVB heeft elf vestigingen. De vestigingen bevinden zich in Amstelveen, Groningen, Deventer, Nijmegen, Roermond, Breda, Rotterdam, Leiden, Zaanstad en twee in Utrecht. Er werken zo’n 4.000 mensen bij de SVB.
De SVB werkt samen met het BKWI, UWV en gemeenten. Ook heeft ze een belangrijke rol internationaal, omdat er steeds meer over de grenzen wordt gewoond en gewerkt. De SVB beschikt over een uitgebreid internationaal netwerk en is vertegenwoordigd in een groot aantal samenwerkingsverbanden binnen en buiten de EU.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
De Rijksverzekeringsbank, voorloper van de SVB, werd in 1901 opgericht om de eerste sociale verzekeringswet uit te voeren: de Ongevallenwet 1901. Ingenieur Cornelis Lely, minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid was verantwoordelijk voor de totstandkoming van deze wet.
In 1919 werden de Raden van Arbeid opgericht. Samen met de Rijksverzekeringsbank voerde de Raden van Arbeid een groot aantal wetten en regelingen uit op het gebied van sociale zekerheid in Nederland, zoals de Ouderdomswet van 1919. De taakverdeling was duidelijk: de Rijksverzekeringsbank was verantwoordelijk voor de fondsen, besliste over de verzekeringsplicht, de hoogte van de premie en de toekenning, ontzegging en intrekking van uitkeringen. De Raden van Arbeid zorgden voor de berekening en controle van de premiebetaling.
De Rijksverzekeringsbank kwam in 1956 losser te staan van de overheid en werd de betrokkenheid met maatschappelijke organisaties vergroot. De naam veranderde toen in Sociale Verzekeringsbank.
In 1957 werd de Algemene Ouderdomswet (AOW) van kracht. Deze wet is de eerste volksverzekering van Nederland. Eerdere wetten waren uitsluitend gericht op werknemers. Doordat dit de eerste volksverzekering was, werd de AOW meteen de grootste wet die de uitvoerders – de SVB en de Raden van Arbeid – uitvoerden.
Vanaf 1941 wordt er kinderbijslag uitgekeerd. In eerst instantie was dit alleen voor mensen in loondienst en vanaf het derde kind. De AKW – algemene kinderbijslagwet – trad in 1963 in werking. Hiermee kregen zowel loontrekkenden als zelfstandigen recht op kinderbijslag vanaf het derde kind. De Kinderbijslagwet Loontrekkenden (KWL) gaf mensen in loondienst met een laag inkomen het recht op kinderbijslag voor het eerste en tweede kind en de KKZ (Kinderbijslagwet Kleine Zelfstandigen) zorgde ervoor dat ook zelfstandigen met een laag inkomen recht kregen op kinderbijslag voor hun eerste en tweede kind. In 1980 werden alle kinderbijslagwetten samengevoegd tot de Algemene Kinderbijslagwet zoals wij hem nu kennen.
Sinds 1988 is de SVB samengegaan met de Raden van Arbeid omgevormd tot districtskantoren van de SVB.
Vanaf begin 2006 voerde de SVB voor een aantal Nederlandse gemeenten de Wet Werk en Bijstand voor 65-plussers uit. Vanaf 2010 is dit ondergebracht onder de naam Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) en verzorgt de SVB dit voor alle gemeenten als wettelijke taak.
Sinds januari 2015 is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van het Trekkingsrecht PGB. Met het Persoonsgebonden Budget kunnen mensen met een beperking zelf hun zorg inkopen.
Taken[bewerken | brontekst bewerken]
De SVB voert wetten en regelingen uit voor verschillende overheidsorganisaties:
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- uitvoering Algemene Ouderdomswet (AOW);
- uitvoering Algemene Nabestaandenwet (Anw);
- uitvoering Algemene Kinderbijslagwet (AKW);
- uitvoering Aanvullende Inkomensvoorziening voor ouderen (AIO);
- Overbruggingsregeling AOW (OBR);
- uitvoering Remigratiewet (REM);
- Wet op het kindgebonden budget (WKB)/ Wet kinderopvangtoeslag (Wko);
- uitvoering detacheringsverklaringen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen: uitvoering van vijf verschillende wetten en een regeling voor psychotherapie. Deze bieden ondersteuning aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog;
- uitvoering Regeling Tegemoetkoming Asbestslachtoffers (TAS);
- Regeling tegemoetkoming niet loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS);
- Regeling persoonsgebonden budget Wlz en WMO (PGB).
Gemeenten
- Regeling persoonsgebonden budget WMO (PGB)
UWV en het CAK
- werkzaamheden als verbindingskantoor voor Duitse zaken op het terrein van sociale verzekeringen;
- werkzaamheden door sociale ambtenaar in Marokko, Turkije en Spanje.
Vestigingen[bewerken | brontekst bewerken]
Overige diensten[bewerken | brontekst bewerken]
Elk jaar brengt de SVB een lijst met de populairste kindernamen uit.