Pokhout: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Rare zinsbouw van gebruiker Brya en stukken die geen toegevoegde waarde hebben weggehaald. Gebruiker is door Moderator gewaarschuwd voor aanhoudende bewerkingsoorlog maar blijft desondanks bemoeienis houden met een pagina waar hij/zij geen dan wel niet voldoende verstand van heeft.
De eerste zin bedoelt dat de houtsoort al eeuwen wordt gebruikt.
Label: Ongedaan gemaakt
Regel 2: Regel 2:
[[Afbeelding:Lignum Vitae.jpg|miniatuur|Pokhout op het dosse vlak, met sterke kruisdraad]]
[[Afbeelding:Lignum Vitae.jpg|miniatuur|Pokhout op het dosse vlak, met sterke kruisdraad]]


'''Pokhout''' is een klassieke, tropische [[houtsoort]]. Het is een van de hardste en zwaarste houtsoorten ter wereld.
'''Pokhout''' is een klassieke, historisch belangrijke tropische [[houtsoort]]. Het werd ooit medicinaal gebruikt en is verder beroemd omdat het 'zelfsmerend' is. Het is een van de zwaarste houtsoorten die (internationaal) verhandeld worden: pokhout hoort tot de (vele) houtsoorten die niet drijven in water.


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
Regel 14: Regel 14:
De twee opmerkelijkste kenmerken van pokhout zijn dat het medicinaal gebruikt is en dat het ''zelfsmerend'' is. Beide komen omdat het vettige [[hars]]achtige stoffen bevat die tot circa een kwart van het luchtdroge gewicht kunnen uitmaken. Bij gebruik in bijvoorbeeld [[katrol]]len van [[Zeilschip|zeilschepen]] hoeven deze niet gesmeerd te worden om soepel te lopen. Ook later werd pokhout om deze reden nog gebruikt voor (schroefas)[[Lager (mechanica)|lagers]] en glijblokken. Zo is het bovenste lager van de [[koningsspil]] in een [[windmolen]] van pokhout. Lagers en glijvlakken van pokhout gaan circa drie maal zo lang mee als [[Brons|bronzen]] lagers, hoe goed deze ook worden gesmeerd. Dat is bij regelmatig gebruik zo, wat bijvoorbeeld bij scheepsassen wel het geval zal zijn. De inhoudsstoffen uit het hout komen zeer gelijkmatig vrij en vormen met (zee)water een smerende emulsie.
De twee opmerkelijkste kenmerken van pokhout zijn dat het medicinaal gebruikt is en dat het ''zelfsmerend'' is. Beide komen omdat het vettige [[hars]]achtige stoffen bevat die tot circa een kwart van het luchtdroge gewicht kunnen uitmaken. Bij gebruik in bijvoorbeeld [[katrol]]len van [[Zeilschip|zeilschepen]] hoeven deze niet gesmeerd te worden om soepel te lopen. Ook later werd pokhout om deze reden nog gebruikt voor (schroefas)[[Lager (mechanica)|lagers]] en glijblokken. Zo is het bovenste lager van de [[koningsspil]] in een [[windmolen]] van pokhout. Lagers en glijvlakken van pokhout gaan circa drie maal zo lang mee als [[Brons|bronzen]] lagers, hoe goed deze ook worden gesmeerd. Dat is bij regelmatig gebruik zo, wat bijvoorbeeld bij scheepsassen wel het geval zal zijn. De inhoudsstoffen uit het hout komen zeer gelijkmatig vrij en vormen met (zee)water een smerende emulsie.


Door het hoge gehalte aan inhoudsstoffen heeft pokhout een zeer hoge [[Eigenschappen_van_hout#Volumieke_massa_en_vochtgehalte|volumieke massa]], van c.a. 1250kg/m³. Het is tevens een van de houtsoorten die ook wel [[IJzerhout|ijzerhout]] worden genoemd.
Door het hoge gehalte aan inhoudsstoffen heeft pokhout een zeer hoge [[Eigenschappen_van_hout#Volumieke_massa_en_vochtgehalte|volumieke massa]], van ongeveer {{nowrap|1 250 kg/m³}}, zodat het niet op water drijft. De houtsoort is navenant slijtvast en een van de vele houtsoorten die ook wel [[IJzerhout|ijzerhout]] worden genoemd.


Het is donkerbruin van kleur, soms met bruine en gele strepen. Het [[spinthout]] is witgeel. Pokhout heeft een zeer sterke [[Houtdraad|kruisdraad]] en is enorm splijtvast.
Het is donkerbruin van kleur, soms met bruine en gele strepen. Het [[spinthout]] is witgeel. Pokhout heeft een zeer sterke [[Houtdraad|kruisdraad]] en is enorm splijtvast.

Versie van 12 mei 2024 21:37

Pokhouten lager uit windmolen
Pokhout op het dosse vlak, met sterke kruisdraad

Pokhout is een klassieke, historisch belangrijke tropische houtsoort. Het werd ooit medicinaal gebruikt en is verder beroemd omdat het 'zelfsmerend' is. Het is een van de zwaarste houtsoorten die (internationaal) verhandeld worden: pokhout hoort tot de (vele) houtsoorten die niet drijven in water.

Geschiedenis

Pokhout wordt al ingevoerd sinds begin zestiende eeuw, dus al vanaf kort na de (meest recente) ontdekking van Amerika. In die begintijd werd het per pond verkocht en alleen ingevoerd vanwege de geneeskrachtige werking die aan het extract van het hout werd toegeschreven. De naam stamt dan ook van het medisch gebruik tegen de Spaanse pokken, een oude naam voor syfilis. Dit heeft ook geleid tot de Engelse naam lignum vitae (Latijn voor "hout des levens"). Dit medisch gebruik werd eeuwen voortgezet.

Al snel werd het ook gebruikt voor (luxe) meubelen en allerlei kleine objecten waarbij een sterke, harde en duurzame houtsoort nodig is, zoals bijvoorbeeld in vijzels. Het heeft dus een veel langere staat van dienst dan mahonie, dat pas in de achttiende eeuw van economisch belang werd.

In de zeilvaart werd het gebruikt voor korvijnagels en katrollen in blokken. Een historisch belangrijke toepassing was in de klokken van John Harrison, inclusief zijn vroege modellen voor gebruik op schepen om de lengtegraad mee te bepalen. De smering was met pokhout mooi gelijkmatig. Later, toen schepen voor hun voortstuwing overschakelden naar scheepsschroeven werd het vaak toepast in plaats van lagers, om de as te smeren.

Kenmerken

De twee opmerkelijkste kenmerken van pokhout zijn dat het medicinaal gebruikt is en dat het zelfsmerend is. Beide komen omdat het vettige harsachtige stoffen bevat die tot circa een kwart van het luchtdroge gewicht kunnen uitmaken. Bij gebruik in bijvoorbeeld katrollen van zeilschepen hoeven deze niet gesmeerd te worden om soepel te lopen. Ook later werd pokhout om deze reden nog gebruikt voor (schroefas)lagers en glijblokken. Zo is het bovenste lager van de koningsspil in een windmolen van pokhout. Lagers en glijvlakken van pokhout gaan circa drie maal zo lang mee als bronzen lagers, hoe goed deze ook worden gesmeerd. Dat is bij regelmatig gebruik zo, wat bijvoorbeeld bij scheepsassen wel het geval zal zijn. De inhoudsstoffen uit het hout komen zeer gelijkmatig vrij en vormen met (zee)water een smerende emulsie.

Door het hoge gehalte aan inhoudsstoffen heeft pokhout een zeer hoge volumieke massa, van ongeveer 1 250 kg/m³, zodat het niet op water drijft. De houtsoort is navenant slijtvast en een van de vele houtsoorten die ook wel ijzerhout worden genoemd.

Het is donkerbruin van kleur, soms met bruine en gele strepen. Het spinthout is witgeel. Pokhout heeft een zeer sterke kruisdraad en is enorm splijtvast.

Botanische herkomst

Pokhout wordt geleverd door bomen uit het geslacht Guaiacum (familie Zygophyllaceae), met als bekendste soort Guaiacum officinale. De belangrijkste leveranciers van pokhout zijn Guaiacum sanctum en Guaiacum officinale, terwijl ook Guaiacum coulteri wel genoemd wordt.

Deze soorten komen voor in de tropische delen van Noord en Zuid Amerika, maar niet in Brazilië.

Bedreigd

Tegenwoordig staan alle Guaiacum-soorten op de CITES II-lijst, zodat pokhout alleen (legaal) geëxporteerd mag worden indien voorzien van een vergunning. Dit heeft tot gevolg dat het in veel landen niet mag worden uitgevoerd. Formeel zijn er ook importverboden in diverse landen, maar die worden vaak genegeerd of ontdoken, onder andere door corruptie en gebrekkige controle. Bovendien is het in veel landen verboden bijvoorbeeld verzaagd pokhout te importeren, maar als er een voorwerp van is gemaakt (houtsnijwerk of draaiwerk bijvoorbeeld) is import toegestaan. De gevolgen van dit moeilijk te handhaven verbod vindt men terug in een steeds kleiner wordende houtvoorraad. Anderzijds is het controlesysteem zo star dat bijvoorbeeld na de orkaan Wilma, die in Mexico tal van Guaiacum-bomen omverwierp, het verboden was daar nuttig gebruik van te maken, aangezien het beschermde planten betrof die officieel niet gebruikt, laat staan uitgevoerd, mochten worden.

Aangezien pokhout altijd al zeldzaam was, is men steeds op zoek geweest naar houtsoorten die het kunnen vervangen. Wat betreft de smerende eigenschappen en slijtvastheid is pokhout vrijwel uniek. Vera pok (van Bulnesia arborea, sinds 2018 soms ook wel Plectrocarpa arborea, eveneens familie Zygophyllaceae) heeft minder smerende eigenschappen. Het is ook wat bruiner van kleur. Ook sommige houtsoorten van geslachten als Zollernia en Swartzia (beide uit de familie Leguminosae) kunnen een deel van de taken van pokhout overnemen.

Websites