Kruis van Gero: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
Regel 11: Regel 11:


{{cquote|De houten Crucifix, die nu midden in de kerk op zijn graf staat, liet hij [Gero] kunstvaardig maken. Toen hij echter een scheur in zijn hoofd opmerkte, heelde hij deze zonder eigen tussenkomst door de opperste kunstenaar van zoveel heilbrengende hulp [aan te roepen]. Een deel van het lichaam van de Heer, onze enige troost in alle noden, verenigde hij met een deel van het heilbrengende kruis, legde deze in de spleet, wierp zich ter aarde en riep de naam van de Heer vurig aan; toen hij weer opstond, had hij door zijn deemoedige lofprijzingen de genezing bewerkt.<ref>{{aut|Thietmar}} III, 2, geciteerd naar een vertaling uit het [[Duits]] door [[Werner Trillmich]]</ref>}}
{{cquote|De houten Crucifix, die nu midden in de kerk op zijn graf staat, liet hij [Gero] kunstvaardig maken. Toen hij echter een scheur in zijn hoofd opmerkte, heelde hij deze zonder eigen tussenkomst door de opperste kunstenaar van zoveel heilbrengende hulp [aan te roepen]. Een deel van het lichaam van de Heer, onze enige troost in alle noden, verenigde hij met een deel van het heilbrengende kruis, legde deze in de spleet, wierp zich ter aarde en riep de naam van de Heer vurig aan; toen hij weer opstond, had hij door zijn deemoedige lofprijzingen de genezing bewerkt.<ref>{{aut|Thietmar}} III, 2, geciteerd naar een vertaling uit het [[Duits]] door [[Werner Trillmich]]</ref>}}

==Datering==
===Aan de hand van de kunstgeschiedenis===
[[Bestand:Gerokreuz wunder.jpg|thumb|[[Retabel|Altaarretabel]] uit de 11e eeuw in de St. Stephanuskapel. Rechts de weergave van het wonder van aartsbisschop Gero; links de oude locatie van het kruis. Aan de bovenkant is de retabel overgeschilderd met een raamwerk van bogen.]]
In de kunstgeschiedenis was het verband tussen de Gero-legende en het Gero-kruis in de 19 eeuw niet meer bekend; zo overschilderde de restaurateur Willem Batzem het altaarstuk in de Sint Stephanuskapel (zie foto), met een raamwerk van bogen, zodat niet meer duidelijk was dat het kruis eens in het midden voor het lege rode oppervlak had gestaan​​.

Pas in 1924 en 1930 maakte [[Richard Hamann (kunsthistoricus)|Richard Hamann]] stijlvergelijkingen met verschillende Ottoonse sculpturen, waaronder de precies gedateerde [[Bernwarddeur]] uit de [[dom van Hildesheim]], die uit 1015 dateert. Hij bracht in twee werken de Thietmar-beschrijving opnieuw in verbinding met het Gero-kruis in Keulen. Hamanns vroege datering als 10e eeuws was een doorbraak, aangezien het Gero-kruis tot dan toe als 12e eeuws werd gezien (onder andere door Beenken).

De lichtblauwe achtergrondkeur achter het altaar dateert pas uit het jaar 1976, [[Paul Clemen]] beschreef de achtergrond in 1937 nog als [[rood]].<ref> {{aut|[[Paul Clemen]]}}: ''Die Kunstdenkmäler der Stadt Köln. Der Dom zu Köln'', 1938, blz. 243 </ref>


== Externe links ==
== Externe links ==

Versie van 31 aug 2013 18:12

Het kruis van Gero.

Het kruis van Gero (ook Gero-crucifix; Duits: "Gero-Kreuz") is het oudste grote beeldhouwwerk van de gekruisigde Christus ten noorden van de Alpen. Het dateert uit de periode 965 tot 970. Het kruis van Gero is altijd tentoongesteld in de Dom van Keulen in Keulen. Het werk werd in opdracht van aartsbisschop Gero van Keulen vervaardigd. Deze bisschop stierf in 976, waardoor een terminus ante quem voor het werk wordt gegeven. Het werk is gesneden uit eikenhout. Het werd geschilderd en gedeeltelijk verguld - zowel het schilderwerk als het verguldsel is niet meer origineel. De halo en kruis-stukken zijn origineel, maar de barokke omgeving werd in 1683 toegevoegd. Het werk is 1 meter 87 hoog met een spanwijdte van de armen van 165 cm.[1]

Geschiedenis

Ontstaan

De vermeende opdrachtgever van het kruis van Gero is de aartsbisschop van Keulen Gero. Hij reisde in 971 in opdracht van keizer Otto I de Grote naar Constantinopel (het huidige Istanboel), om daar een dochter van de Byzantijnse keizer als bruid voor de keizerszoon Otto, de toekomstige keizer Otto II te bemachtigen. Na langdurige onderhandelingen bracht hij uiteindelijk het twaalfjarige nichtje van de vorige keizer, Theophanu mee terug naar het Heilige Roomse Rijk. Zij had talrijke kunstenaars en ambachtslieden in haar gevolg. Dezen droegen bij aan de groeiende invloed van de Byzantijnse kunst in het Oost-Frankische Rijk. Tijdens zijn lange verblijf in Constantinopel had Gero de lokale kunst zelf waarschijnlijk goed genoeg leren kennen om zijn door de Byzantijnse kunst beïnvloede smaak in het ontwerp van het kruis te laten verwezenlijken.

Het kruis werd in de tweede helft van de 10e eeuw door een onbekende kunstenaar vervaardigd. Vanwege de herkomst van het hout is het zeker dat het kruis in Keulen of directe omgeving is vervaardigd. Het kruis werd in de oude kathedraal, de voorloper van de huidige Dom van Keulen, in het midden van het schip bij de sarcofaag van zijn stichter Gero opgesteld.

De kroniekschrijver Thietmar van Merseburg berichtte in zijn kroniek uit het begin van de 11e eeuw van het kruis en een daarmee samenhangend wonder door Gero, die een scheur in het hoofd van de beeldhouwwerk door het inleggen van een gewijde hostie en een relikwiesplinter in combinatie met vurige gebeden zou hebben doen verdwijnen:

De houten Crucifix, die nu midden in de kerk op zijn graf staat, liet hij [Gero] kunstvaardig maken. Toen hij echter een scheur in zijn hoofd opmerkte, heelde hij deze zonder eigen tussenkomst door de opperste kunstenaar van zoveel heilbrengende hulp [aan te roepen]. Een deel van het lichaam van de Heer, onze enige troost in alle noden, verenigde hij met een deel van het heilbrengende kruis, legde deze in de spleet, wierp zich ter aarde en riep de naam van de Heer vurig aan; toen hij weer opstond, had hij door zijn deemoedige lofprijzingen de genezing bewerkt.[2]

Datering

Aan de hand van de kunstgeschiedenis

Altaarretabel uit de 11e eeuw in de St. Stephanuskapel. Rechts de weergave van het wonder van aartsbisschop Gero; links de oude locatie van het kruis. Aan de bovenkant is de retabel overgeschilderd met een raamwerk van bogen.

In de kunstgeschiedenis was het verband tussen de Gero-legende en het Gero-kruis in de 19 eeuw niet meer bekend; zo overschilderde de restaurateur Willem Batzem het altaarstuk in de Sint Stephanuskapel (zie foto), met een raamwerk van bogen, zodat niet meer duidelijk was dat het kruis eens in het midden voor het lege rode oppervlak had gestaan​​.

Pas in 1924 en 1930 maakte Richard Hamann stijlvergelijkingen met verschillende Ottoonse sculpturen, waaronder de precies gedateerde Bernwarddeur uit de dom van Hildesheim, die uit 1015 dateert. Hij bracht in twee werken de Thietmar-beschrijving opnieuw in verbinding met het Gero-kruis in Keulen. Hamanns vroege datering als 10e eeuws was een doorbraak, aangezien het Gero-kruis tot dan toe als 12e eeuws werd gezien (onder andere door Beenken).

De lichtblauwe achtergrondkeur achter het altaar dateert pas uit het jaar 1976, Paul Clemen beschreef de achtergrond in 1937 nog als rood.[3]

Externe links

Voetnoten

  1. Schiller, blz. 140-42
  2. Thietmar III, 2, geciteerd naar een vertaling uit het Duits door Werner Trillmich
  3. Paul Clemen: Die Kunstdenkmäler der Stadt Köln. Der Dom zu Köln, 1938, blz. 243
Zie de categorie Gero Cross van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.