Achtasser: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Zwevend Geleed Tramrijtuig
→‎Achtassige gelede trams: actualisatie, jaartal liever niet linken
Regel 3: Regel 3:


==Achtassige gelede trams==
==Achtassige gelede trams==
Bij [[tram]]s zijn de achtassers meestal dubbel[[gelede wagen]]s. Hierbij rusten drie wagenbakken verbonden door twee geledingen in het midden op twee [[Jacobsdraaistel]]len, behalve bij bijvoorbeeld trams van het type [[Zwevend Geleed Tramrijtuig|ZGT]] (bijvoorbeeld in [[Freiburg im Breisgau]] in [[Duitsland]]). Aan de einden van de tram zijn twee motordraaistellen, de middelste draaistellen zijn meestal een loopdraaistellen, maar er zijn ook trams met acht aangedreven assen, zoals de [[Haagse tram|Haagse]] [[Gelede Tram Lang|GTL]]. De eerste dubbelgelede achtassers werden in de [[jaren vijftig]] toegepast. Bij de Rheinbahn, de tram van [[Düsseldorf]] ([[Duitsland]]), werden in [[1957]] de eerste achtassers in gebruik genomen. In vele Midden Europese steden verschenen trams van dit type.
Bij [[tram]]s zijn de achtassers meestal dubbel[[gelede wagen]]s. Hierbij rusten drie wagenbakken verbonden door twee geledingen in het midden op twee [[Jacobsdraaistel]]len, behalve bij bijvoorbeeld trams van het type [[Zwevend Geleed Tramrijtuig|ZGT]] (bijvoorbeeld in [[Freiburg im Breisgau]] in [[Duitsland]]). Aan de einden van de tram zijn twee motordraaistellen, de middelste draaistellen zijn meestal een loopdraaistellen, maar er zijn ook trams met acht aangedreven assen, zoals de [[Haagse tram|Haagse]] [[Gelede Tram Lang|GTL]]. De eerste dubbelgelede achtassers werden in de [[jaren vijftig]] toegepast. Bij de Rheinbahn, de tram van [[Düsseldorf]] ([[Duitsland]]), werden in 1957 de eerste achtassers in gebruik genomen. In vele Midden Europese steden verschenen trams van dit type.


Bij de [[Amsterdamse tram]] werd in [[1958]] een in 1957 gebouwde zesasser (551) van een extra middenbak en draaistel voorzien. Dit was de eerste van de vele dubbelgelede wagens. Tussen [[1959]] en [[1991]] werden nog eens 260 dubbelgelede achtassers geleverd, terwijl er nog 36 enkele gelede wagens verlengd werden tot achtassers. Anno [[2012]] zijn er nog 61 achtassers in gebruik.
Bij de [[Amsterdamse tram]] werd in 1958 een in 1957 gebouwde zesasser (551) van een extra middenbak en draaistel voorzien. Dit was de eerste van de vele dubbelgelede wagens. Tussen 1959 en 1991 werden nog eens 260 dubbelgelede achtassers geleverd, terwijl in 1972-73 nog 36 enkelgelede wagens verlengd werden tot achtassers. Anno 2017 zijn er nog 45 achtassers in gebruik.


In [[Rotterdamse tram|Rotterdam]] verschenen de eerste achtassers in [[1964]]. De laatste werden afgevoerd in [[2005]]. In [[Haagse tram|Den Haag]] verschenen de eerste achtassers in [[1981]]. Deze trams van het type [[Gelede Tram Lang|GTL]] hebben acht aangedreven assen. Tot [[1993]] werden er hiervan 147 gebouwd (3001-3147). De meeste zijn anno [[2012]] nog steeds in dienst.
In [[Rotterdamse tram|Rotterdam]] verschenen de eerste achtassers in 1964 waarvan er 36 werden gebouwd. In 1975 werden 24 enkelgelede wagens verlengd tot achtasser. De meeste middenbakken werden na afvoer overgezet in jongere soortgenoten waarvan de laatste werden afgevoerd in 2005. In [[Haagse tram|Den Haag]] verschenen de eerste achtassers in 1981. Deze trams van het type [[Gelede Tram Lang|GTL]] hebben acht aangedreven assen. Tot 1993 werden er hiervan 147 gebouwd (3001-3147). Anno 2017 zijn er nog 96 van in dienst.


In [[België]] zijn vanaf de [[jaren zeventig]] achtassers (serie 7900) geleverd aan de [[Brusselse tram]] en in de [[jaren tachtig]] aan de toen nog bestaande [[NMVB]] ([[Kusttram]]). Aanvankelijk was er één proefwagen, later werden de aanwezige zesassers met een lagevloermiddenbak en extra draaistel verlengd tot achtassers.
In [[België]] zijn vanaf de [[jaren zeventig]] achtassers (serie 7900) geleverd aan de [[Brusselse tram]] en in de [[jaren tachtig]] aan de toen nog bestaande [[NMVB]] ([[Kusttram]]). Aanvankelijk was er één proefwagen, later werden de aanwezige zesassers met een lagevloermiddenbak en extra draaistel verlengd tot achtassers.

Versie van 11 feb 2017 11:50

Dubbelgelede achtasser van de Amsterdamse tram 779 (serie 725-779 uit 1974/'75).

Een achtasser is een voertuig dat rust op acht assen. De benaming wordt vooral in de tramwegwereld gebruikt.

Achtassige gelede trams

Bij trams zijn de achtassers meestal dubbelgelede wagens. Hierbij rusten drie wagenbakken verbonden door twee geledingen in het midden op twee Jacobsdraaistellen, behalve bij bijvoorbeeld trams van het type ZGT (bijvoorbeeld in Freiburg im Breisgau in Duitsland). Aan de einden van de tram zijn twee motordraaistellen, de middelste draaistellen zijn meestal een loopdraaistellen, maar er zijn ook trams met acht aangedreven assen, zoals de Haagse GTL. De eerste dubbelgelede achtassers werden in de jaren vijftig toegepast. Bij de Rheinbahn, de tram van Düsseldorf (Duitsland), werden in 1957 de eerste achtassers in gebruik genomen. In vele Midden Europese steden verschenen trams van dit type.

Bij de Amsterdamse tram werd in 1958 een in 1957 gebouwde zesasser (551) van een extra middenbak en draaistel voorzien. Dit was de eerste van de vele dubbelgelede wagens. Tussen 1959 en 1991 werden nog eens 260 dubbelgelede achtassers geleverd, terwijl in 1972-73 nog 36 enkelgelede wagens verlengd werden tot achtassers. Anno 2017 zijn er nog 45 achtassers in gebruik.

In Rotterdam verschenen de eerste achtassers in 1964 waarvan er 36 werden gebouwd. In 1975 werden 24 enkelgelede wagens verlengd tot achtasser. De meeste middenbakken werden na afvoer overgezet in jongere soortgenoten waarvan de laatste werden afgevoerd in 2005. In Den Haag verschenen de eerste achtassers in 1981. Deze trams van het type GTL hebben acht aangedreven assen. Tot 1993 werden er hiervan 147 gebouwd (3001-3147). Anno 2017 zijn er nog 96 van in dienst.

In België zijn vanaf de jaren zeventig achtassers (serie 7900) geleverd aan de Brusselse tram en in de jaren tachtig aan de toen nog bestaande NMVB (Kusttram). Aanvankelijk was er één proefwagen, later werden de aanwezige zesassers met een lagevloermiddenbak en extra draaistel verlengd tot achtassers.

Door de komst van de lagevloertrams sinds de jaren negentig hebben moderne trams meestal minder assen dan vroeger en soms helemaal geen assen, maar losse, niet door assen verbonden, wielen. Een tram met zestien wielen die vroeger achtasser werd genoemd is dan eigenlijk een zestienwieler.

Externe link