Wilde narcis
Wilde narcis | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||
Narcissus pseudonarcissus Linnaeus (1753) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Wilde narcis op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
De wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus) is een narcis die oorspronkelijk voorkomt in weilanden, bossen en rotsige plekken. De wilde variant staat op de Rode lijst als zeer zeldzaam en sterk afgenomen. Tegenwoordig wordt de plant veelvuldig gekweekt: de gekweekte vorm wordt vaak verwilderd aangetroffen.
De bladeren en de bloemstengel ontspringen uit een bol, die zeer giftig is. Wilde narcissen worden 20 tot 35 cm hoog.
De bloemdekslippen zijn geel, de bijkroon (corona) is diepgeel en trompetvormig. Die trompet is ongeveer even lang als de bloemdekslippen (of iets korter). De schede is bruin en papierachtig. De bloemen zijn knikkend bevestigd aan een iets afgeplatte bloemsteel. De wilde narcis bloeit alleenstaand. De plant bloeit in het voorjaar: van maart tot mei.
De bladeren zijn lijnvormig en hebben een lengte van 12 tot 35 cm. De kleur is grijsgroen. De wilde narcis draagt een doosvrucht.