Nederasselt

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jcb (overleg | bijdragen) op 18 aug 2010 om 00:43.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Nederasselt
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Nederasselt (Gelderland)
Nederasselt
Situering
Provincie Vlag Gelderland Gelderland
Gemeente Vlag Heumen Heumen
Coördinaten 51° 46′ NB, 5° 45′ OL
Algemeen
Inwoners
(2008)
743
Foto's
Molen Nederasselt
Molen Nederasselt
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Nederasselt is een klein landelijk dorp dat ligt in de Nederlandse provincie Gelderland. Het is één van de vier kernen van de gemeente Heumen. Naast Nederasselt behoren Heumen, Malden en Overasselt tot deze gemeente waarvan het gemeentehuis in Malden staat.

De eerste bewoning van Nederasselt lijkt voor zover bekend te stammen vanaf ongeveer 2000 jaar voor Christus. De plaats is bewoond gebleven tot het einde van de Romeinse tijd. Daarna lijkt het gezien de gedane opgravingen en daarbij al dan niet gevonden voorwerpen, tot de Karolingische tijd zo rond de negende eeuw redelijk onbewoond te zijn gebleven. Door gebrek aan middelen en kennis om op een rendabele manier landbouw te bedrijven en de vele overstromingen van de maas, leek het gebied lange tijd niet geschikt voor bewoning. De eerste vondsten die gedaan zijn van voorwerpen na de romeinse tijd stammen dan ook inderdaad pas uit de negende eeuw.

Het is door de eeuwen heen een soort kleine buurtschap gebleven, zoals ook de toenmalige naastgelegen buurtschap Overasselt, Woord en Ewijk en Lunen. De eerste drie vormen nu het dorp Overasselt terwijl Lunen nog steeds een echt buurtschap is gebleven.

Het dorp is gelegen op een lichtelijk hoger gelegen terp tussen de gebieden die nu bekend staan als de uiterwaarden en het Broek. De uiterwaarden bestaan uit een relatief breed en groot gebied dat buitendijks ligt ten opzichte van Nederasselt. Het Broek is van oorsprong een moerassig laaggelegen gebied ten noorden van Nederasselt. Dit gebied is redelijk onbewoond omdat het er tot 1926 redelijk onveilig was en ongemakkelijk was om daar te wonen. Het overstroomde vaak vanwege de niet adequate dijken en het water wat er was had geen natuurlijke drainage terwijl het zoals voornoemd een heel laag gelegen gebied is.

Vlakbij het dorp Nederasselt staat De Maasmolen, een standerdmolen uit ongeveer 1700. Deze Maasmolen is in de zeventiger jaren verplaatst van het terrein van het huidige distributiecentrum in de richting van het Molenwiel, dit is een door diverse verwoestende overstromingen en dijkdoorbraken gevormd meer. In de 17e eeuw is voor het verdedigen van de stad Grave het kroonwerk Coehoorn in de Nederasseltse uiterwaarden aangelegd. De naam Coehoorn is afkomstig van de bouwer Menno van Coehoorn . Van dit kroonwerk is heden ten dage niets meer over maar er zijn struiken geplant op de plaats waar vroeger het kroonwerk stond zodat de contouren hiervan zeer goed zichtbaar zijn. Ook het restaurant, centraal in het dorp gesitueerd, is vernoemd naar Menno van Coehoorn.

Aan de westzijde heeft het dorp een redelijk weids karakter. Hier zijn nog vele aanzichten te vinden van de toenmalige dorpskern die gevestigd was rond de "Graafsche Weg" zoals die voor 1927 liep van Nijmegen naar Den Bosch. De huidige dorpskern is veelal gegroeid rond de laatst gebouwde katholieke kerk in het dorp, waarvan de bouw afgerond werd in 1891. Hier vind men de kern van het dorp waar veel oude huizen bewaard zijn gebleven en diverse straten met huizen zijn aangelegd in de zestiger jaren. Aan de oostzijde heeft het dorp het karakter van een bedrijventerrein. Er staat onder andere een groot distributiecentrum waar veel autochtonen uit dit dorp werken of hebben gewerkt. Dit distributiecentrum is ooit begonnen als transportbedrijf van een mulder oftewel molenaar, die later ook melk ophaalde bij de boeren uit de buurt voor de zuivelfabriek die gevestigd zat in het huidige pand aan de Broekstraat 9.

Alhoewel men weinig echte bedrijfspanden vindt in het dorp, moet men toch constateren dat er iets meer dan 100 bedrijven gevestigd zijn, dit dus veelal in de woningen van de mensen zelf. Uit een kleine inventarisatie bleek dat in bijna 2/3 van alle woningen ook een bedrijf is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, of één van de bewoners zelfstandig een vrij beroep uitoefent.

De voornoemde katholieke kerk in Nederasselt is een levendige parochiekerk, Antonius-abt genaamd. In de vorm van de kerk herkent men gemakkelijk de ontwerpershand van architect Pierre Cuypers. De kerk is echter middels aangepaste blauwdrukken gemaakt door Pierre Cuypers uiteindelijk in de huidige vorm ontworpen door de Roermondse architect C. Franssen die veel samenwerkte met P. Cuypers. C. Franssen was einde 19e eeuw de architect van zeer veel Katholieke kerken, meestal uiteraard in het zuiden des lands, toen de Katholieken na enkele eeuwen een bouwverbod te hebben gehad op het bouwen van kerken, weer toestemming hadden om kerken te gaan bouwen. De kerk heeft een neoromaanse basiliekstijl, een stijl die einde 19e eeuw erg in de mode was. Mensen die onder andere het door Kuijpers ontworpen Rijksmuseum en centraal station in Amsterdam kennen, zullen in het interieur letterlijk veel overeenkomsten zien met de Nederasseltse kerk. Deze kerk verkeert in een goede staat en is erg levendig te noemen. Er zijn veel actieve en toegewijde vrijwilligers die alles onderhouden en regelen en bijvoorbeeld drie koren die de vieringen opluisteren. Dit is volledig in de lijn met het in het algemeen boeiende verenigingsleven in Nederasselt, veel inwoners zijn lid van vele verenigingen tegelijkertijd.

Vast aan de kerk gebouwd is het voormalig klooster JMJ (Jezus Maria Jozef). Dit klooster is even oud als de kerk en eveneens ontworpen door Pierre Cuypers . Het klooster is geschonken uit de nalatenschap van de familie Tienen. Deze familie heeft het klooster geschonken als aflaat om eeuwigdurend het recht voor misintenties ten behoeve van redding van hun zielen te krijgen. In die tijd van massale aanbouw van kerken en kloosters was dit geen onbekende praktijk bij rijke katholieke families, die zo hun religieuze schuldgevoel over het hun beschikbare kapitaal konden compenseren.

De bouwmaterialen voor het gehele gebouw zijn vanaf het toenmalige veerhuis steen voor steen, balk voor balk met kruiwagens en paard en kar, vanaf daar aangelegde trekschuiten richting de bouwplaats vervoerd. Dhr. Jan Berlie die midden jaren 70 op een leeftijd van meer dan honderd jaren oud overleed, heeft aan diverse huidig nog levende bewoners nog getuige gegeven van hoe de bouw heeft plaatsgevonden en hoe hij zelf gezwoegd heeft om de stenen van het toen ƒ15.000,- kostende gebouw, met de kruiwagen te kunnen vervoeren.

Tegenwoordig is het kloostergebouw niet meer in gebruik als klooster en heet het gebouw nu "Het Tweede Huis" en dient het als opvang voor mensen die vanwege diverse soorten problemen enige tijd een zorgeloze opvang nodig hebben, om zo op te knappen.

In Nederasselt bevindt zich in het klokstraatje ook nog het gebouw dat gediend heeft als Nederlands Hervormde Kerk. Dit is oorspronkelijk een eenvoudig vierkanten bouwwerk uit 1804, ontworpen door architect E. Hekkelman. De kleine toren met daaronder een hal die diende als ingang is aangebouwd in 1934. Naast de kerk staat het voormalige kostershuis. De NH kerk is al ruim 40 jaar niet meer gebruikt voor religieuze doeleinden. Alleen het kerkhof is nog heel sporadisch gebruikt om iemand te begraven. Het is nu met een eigen ingang los van de kerk open voor publiek. Het gebouw doet tegenwoordig dienst als atelier voor een kunstenaar, woonachtig in het voormalig kostershuis.

Tussen de oude en de nieuwe kernen van Nederasselt in ligt de "Rijksweg", deze weg, die sinds 1927 de vervanger is van de oude "Graafsche weg" leidt naar de tevens in 1927 afgebouwde Maasbrug, die op het moment van afronding van de bouw korte tijd de langste brug van Europa is geweest.

De plaats van de brug en de ligging zal zo op het oog niet geheel logisch overkomen. Dit is zeker het geval als men merkt hoe haaks de bocht van de rijksweg is aangelegd aan de kant van Grave. De logica die er toch inzit heeft te maken met de toenmalig beschikbare bouwtechnieken, werkkapitaal en de bodemgesteldheid. De brug is gebouwd op de plek waar men eeuwenlang traditioneel bij lage waterstand te voet door de maas naar de overkant kon waden. Het was dus altijd een vrij ondiep punt en hier heeft men bij de bouw van de brug gebruik van gemaakt. Sinds reeds enkele jaren is de brug naast een verkeersbrug ook een kunstobject geworden, dit doordat de bogen van de brug aan de binnenkant geheel in regenboogstijl geschilderd zijn, wat door velen als een zeer fraai gezicht wordt ervaren.

Omdat op deze plek al eeuwen een soort hogere doorwaadbare zandbank was, heeft men tevens een stuw aangelegd met daarnaast een sluiscomplex. Aan het grote verval kan men zien dat er reeds eeuwen een soort stuwfunctie is uitgegaan van deze plek. Door deze brug en verdere kanalisering van de maas op ander plekken konden nu ook sinds 1927 diepere schepen zelfs tot op het niveau van kustvaarders door de maas varen, van Rotterdam in de richting van Limburg en zelfs tot in Luik (België) en omgekeerd.

Zie ook

Fotogalerij