Naar inhoud springen

Spoelvoetcollybia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Sint Aldegonde (overleg | bijdragen) op 11 okt 2019 om 15:08. (Repareer link naar doorverwijspagina met Zeusmodus, BeukBeuk (boom))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Spoelvoetcollybia
Spoelvoetcollybia
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales
Familie:Marasmiaceae
Geslacht:Gymnopus
Soort
Gymnopus fusipes
(Bull.) Gray (1821)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Spoelvoetcollybia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De spoelvoetcollybia (Gymnopus fusipes, synoniem: Collybia fusipes) is een paddenstoel uit de familie Marasmiaceae

Habitat

De spoelvoetcollybia komt in Nederland en Vlaanderen vrij algemeen voor. Hij vormt gewoonlijk grote toefen aan de voet van bomen, vooral eiken en beuken, maar soms ook bij andere loofbomen. Het is waarschijnlijk een necrotrofe parasiet.

Eigenschappen

Hoed

De hoed heeft een doorsnede van 3-7 cm. Bij jonge paddenstoelen is de hoed gewelfd, maar bij het ouder worden wordt deze breed klokvormig met een centrale bult. De kleur is donker roodbruin. Bij het drogen verandert de kleur tot roze-geelbruin. De zwam verschijnt in zomer tot vroege herfst.

Steel

De steel is 8-10 cm hoog en 1-1,5 cm dik. Het is een taaie steel, die dezelfde kleur heeft als de hoed. Naar onderen toe verbreedt de steel zich, maar helemaal onderaan wordt deze weer smaller, donkerder gekleurd en spoelvormig met een gegroefd oppervlak.

Lamellen en sporen

De lamellen zijn breed en staan ver uit elkaar Ze sluiten uitgebocht aan op de steel. Ze zijn witachtig met een roodbruine waas en vaak met bruine vlekjes. De sporen zijn wit.

Externe link